Om die te lokken heeft de deze week unaniem herkozen voorzitter van het Algemeen Boerensyndicaat zes plagen te bestrijden.
Plaag 1: Stalking met een lintmeter
“De boer is dag in dag uit bezig om alles wat hij doet te registreren: vaak noodgedwongen dubbel en nog altijd met pen en papier, terwijl de landbouw zelf hoogtechnologisch is geworden. Een halve dag per week zitten wij achter ons bureau in plaats van op de tractor. En o wee als in die administratie dan eens een foutje sluipt of als de boer een keer de nieuwste regelgeving – die ongelofelijk complex is en constant wijzigt – nog niet onder de knie heeft. Dan heeft hij nog grote kans op een hoge boete. De overheid vertrouwt ons niet en gaat ervan uit gaat dat wij willen verdoezelen en sjoemelen. Ontneem ons alstublieft niet de goesting door toezichthouders met een lintmeter te sturen die checken of we geen centimeter te dicht hebben ingezaaid bij de perceelgrens.”
Plaag 2: Het gras lijkt elders altijd groener
“De prijsvorming blijft voor de boer een groot probleem. De politiek kan onze positie wel degelijk verbeteren door van bovenaf toezicht te houden op oneerlijke handelspraktijken doorheen de agro-voedingsketen. Door dit soort zaken is het niet moeilijk dat jonge mensen, die vaak over een hoger diploma beschikken, kiezen voor een andere sector dan de landbouw. Ze krijgen er meer loon naar werk. In de landbouwsector blijft te veel van het geld plakken aan de vingers van andere schakels in de keten. Sommige landbouwers kiezen echter bewust voor de korte keten en verkopen rechtstreeks aan de consument. We horen succesverhalen, maar het is niet dé oplossing voor alle land- of tuinbouwers.”
Plaag 3: Grote stallen, grote schulden
“Tot dertig jaar geleden kon je met een landbouwersgezin leven van veertig melkkoeien. Maar die tijd is voorbij. De marges per liter melk zijn zo klein geworden dat schaalvergroting vaak als enige uitweg gezien wordt om toch nog een aanvaardbaar inkomen op te bouwen. Daarom zie je die grote nieuwe stallen verrijzen langs Vlaamse buitenwegen. En weet dat voor die schaalvergroting de boer zware kredieten moet aangaan. De mensen in de sector hebben het geld zeker niet uit de schuif te halen, zoals sommigen nog geloven. En die zware kredietlasten brengen kopzorgen met zich mee. Zo wil ruim een kwart van de varkenshouders uit de sector stappen, maar kunnen ze niet omdat ze met handen en voeten gebonden zijn aan hun leningen.”
Plaag 4: Iemand moet het gras opeten
“De sector wordt meer dan eens aan de schandpaal genageld. Denk maar aan de campagne Dagen zonder Vlees, die is ontstaan om de vleesproductie met de vinger aan te wijzen als boosdoener voor het klimaat. Ja, onze koeien stoten langs voor en langs achter gassen uit. Maar ademt een mens ook niet, en gaan wij ook niet naar de wc? Mensen gaan voorbij aan wat ons vee allemaal verwerkt. Ik denk dat er velen raar zouden opkijken als we alle koeien en varkens zouden elimineren. Hoe gaan we de overschot van onze voedselindustrie verwerken? En wat met het onderhoud van ons open landschap dat voor een derde uit grasland bestaat? Wie gaat dan het gras opeten? Ik alleszins niet!”
Plaag 5: Wij zijn Tielt niet
De ABS-voorzitter beseft ook dat de beelden van in het slachthuis van Tielt opnieuw tot enorme imagoschade hebben geleid. “Terwijl wij daar niks mee te maken hebben. De mensen van het slachthuis zijn in de fout gegaan, niet de boeren. We gaan er als boer vanuit dat onze dieren even goed verzorgd worden door het slachthuis als wij ze hebben verzorgd. Met een schop en een slag in het slachthuis wordt ook ons werk vernietigd.”
Plaag 6: We vergeten dat het een voorrecht is
Maar de boer, die ploegt voort. Ook Hendrik Vandamme op zijn akkers in Oostende. “Als ik op een dag stop als voorzitter, zou ik mijn landbouwbedrijf nog graag een tijd kunnen blijven runnen. Ondanks alle tegenslagen en tegenwerkingen blijf ik geloven in de boerenstiel. Het is en blijft een ongelooflijk voorrecht om dag in dag uit in een natuurlijke omgeving met planten en dieren te mogen werken. Die boodschap breng ik ook over aan kandidaat-boeren en -tuinders. Er zal trouwens altijd en steeds meer voedsel nodig zijn op deze wereld. Ik zorg er graag mee voor dat dit niet in het gedrang komt.”