Of er onherstelbare schade is opgetreden door de nachtvorst, hangt volgens het IRS sterk af van de omstandigheden en van het ontwikkelingsstadium van de kiemplant. Het gevoeligst zijn ze als ze net bovenkomen. Droge grond en een hoog organisch stofgehalte verhogen de gevoeligheid voor vorst. Bieten op zand- en dalgronden zijn mede daarom gevoeliger voor vorstschade dan bieten op klei- en zavelgrond. Vorstschade is herkenbaar aan glazige stengels en zwart verkleurde kiembladeren. Soms is de stengel ook ingesnoerd. Als het hart nog intact is en de stengel niet indroogt, dan zullen ze de plantjes zich meestal wel handhaven, is de ervaring van het IRS.
Wel of niet overzaaien?
Telers die geconfronteerd worden met vorstschade aan de jonge bietenplantjes staan voor de vraag of ze deze nu wel of niet het beste kunnen overzaaien. Het IRS adviseert de telers in die gevallen om eerst te controleren of er voldoende planten over zijn door verspreid over het perceel enkele telstroken uit te zetten. Tel in die stroken de vitale planten en herhaal dat (liefst enkele keren) na één of twee dagen. Daarbij dient de teler er rekening mee te houden dat er eventueel nog plantjes kunnen opkomen. Staan er te weinig planten en bent u er zeker van dat er geen planten meer bijkomen of zich herstellen, dan kunt u overwegen om over te zaaien. Op de IRS-site is met de applicatie ‘(overzaai) groei en ontwikkeling’ te berekenen bij welk plantaantal overzaaien zinvol en rendabel is. Overzaai rendeert sneller als dit snel gebeurt, omdat het resterende groeiseizoen dan langer is. Beslis echter niet te snel en zeker niet voordat u met zekerheid hebt vastgesteld welk stabiel plantenaantal er over blijft, aldus het IRS.