Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 09 mei 2017 07:54 

Bevoegdheden personeelsleden van het Departement Landbouw en Visserij


Besluit van de secretaris-generaal tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van het Departement Landbouw en Visserij

De secretaris-generaal van het Departement Landbouw en Visserij,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap, gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 517/2013 van de Raad van 13 mei 2013 en Verordening (EU) nr. 1318/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013;
Gelet op Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad, het laatst gewijzigd bij gedelegeerde Verordening (EU) 2016/142 van de Commissie van 2 december 2015;
Gelet op Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad, het laatst gewijzigd bij Verordening (EU) 2016/791 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016;
Gelet op Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad, het laatst gewijzigd bij gedelegeerde Verordening (EU) 2016/142 van de Commissie van 2 december 2015;
Gelet op Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, het laatst gewijzigd bij gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1226 van de Commissie van 4 mei 2016;
Gelet op Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad;
Gelet op Verordening (EU) nr. 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene Verordening gegevensbescherming), artikel 12;
Gelet op gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro, gewijzigd bij gedelegeerde Verordening (EU) 2015/160 van de Commissie van 28 november 2014;
Gelet op uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie van 6 augustus 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, voorschriften inzake controles, zekerheden en transparantie, het laatst gewijzigd bij uitvoeringsverordening (EU) 2016/1786 van de Commissie van 7 oktober 2016;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en § 3, eerste lid, vervangen bij de wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;
Gelet op het bijzonder decreet van 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen, artikel 21;
Gelet op het decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994, artikel 12, gewijzigd bij de decreten van 24 december 2004, 23 juni 2006, 28 juni 2013 en 19 december 2014;
Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, artikel 2.1.17, 2.1.23, gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014, artikel 4.2.5, vervangen bij het decreet van 27 april 2007, artikel 4.2.11, ingevoegd bij het decreet van 27 april 2007 en gewijzigd bij het decreet van 28 februari 2014, artikel 4.3.4, 4.3.8, en 4.5.7, vervangen bij het decreet van 25 april 2014;
Gelet op het decreet van 13 mei 1997 houdende oprichting van een financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector, artikel 12, gewijzigd bij het decreet van 19 december 2008;
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur, artikel 19, artikel 20, gewijzigd bij het decreet van 27 april 2007, en artikel 28;
Gelet op het decreet van 24 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005, artikel 54, gewijzigd bij het decreet van 18 december 2009;
Gelet op het decreet van 22 december 2006 houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, artikel 3, 4 en 5, gewijzigd bij het decreet van 18 december 2015;
Gelet op het decreet van 27 april 2007 betreffende het hergebruik van overheidsinformatie, artikel 12, gewijzigd bij het decreet van 12 juni 2015;
Gelet op het decreet van 3 april 2009 houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen, artikel 7 en 11;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, artikel 2.1.10, artikel 2.2.7, 2.2.9, 2.2.10, 2.2.12, 2.2.14, 2.2.18, vervangen bij het decreet van 1 juli 2016, artikel 2.2.20, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2016, en artikel 4.4.25, het laatst gewijzigd bij het decreet van 3 februari 2017;
Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 6, 9, 10, 11, 14, 15, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 28, 29, 30, 39, 40, 42, 44, 45, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 62, 64, 65, 69, 70, 71, 72, 73, 75;
Gelet op het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning artikel 8, 13, 24, 25, 26, 30, 42, 43, 59, 60, 61, 64 en 88;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 juni 1998 betreffende de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de verbetering en de instandhouding van de pluimvee- en konijnenrassen, artikel 1, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 maart 2010 en 19 december 2014, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, en artikel 3, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2000 tot aanwijzing van de entiteiten van de Vlaamse administratie die advies uitbrengen over een ontwerp van provinciaal ruimtelijk structuurplan, artikel 1, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen, artikel 2, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2003 tot oprichting van een Vlaams betaalorgaan voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Landbouwgarantiefonds, artikel 2, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, en artikel 5/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen, artikel 1bis, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 17, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 en 28 april 2006, artikel 17bis, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005, artikel 18, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006, artikel 19 en 22, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005, en artikel 23, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 betreffende de procedure tot erkenning van bosbouwkundig uitgangsmateriaal en het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 24 en 30, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2003 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken, artikel 2/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 10, 11, 13 en 25, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 4, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 en 7 november 2014, artikel 13, artikel 19, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 13 december 2013 en 19 december 2014, artikel 20, 21, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 29, artikel 34, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 2014 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 35 en 45, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 13 december 2013, 7 november 2014 en 19 december 2014;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 betreffende het erkennen van centra en subsidiëren van sensibiliseringsacties ter bevordering van een duurzame landbouw, artikel 1/1, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 4, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 28 april 2006 en 6 juni 2014, artikel 9, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006, artikel 14, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, en artikel 15, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 betreffende de vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, artikel 2, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2005 houdende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van groentezaad, artikel 3/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 12, 22, 24 en 25, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 2005 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van groenvoedergewassen, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 5 en 18, artikel 7, 16, 20, 21 en 26, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006, artikel 20bis, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2008 en bijlage IV, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 22 december 2016;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toepassing van de heffing in de sector melk en zuivelproducten, artikel 1bis, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 19, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 juni 2007, 24 januari 2014 en 7 november 2014, en artikel 21;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 2, 4, 7, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 8, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011 en 19 december 2014, artikel 8/3, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 9, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011 en 19 december 2014, artikel 10, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, en artikel 18;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van zaaigranen, artikel 1/2, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 5, 7, 17, 19, 20bis, 21, 22, 25 en 26;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende reglementering van de handel in en de keuring van groentezaad en zaad van cichorei voor de industrie, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 5, 6, 13, 15, 16, 17, 18, 21 en 22;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van bietenzaad van landbouwrassen, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 5, 7, 15, 17, 18, 19, 20, 23, 24 en bijlage 1;
Gelet op het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, artikel I 3, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, 2 december 2011 en 24 juni 2016, artikel I 7, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, 13 maart 2015 en 24 juni 2016, artikel III 5, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en 29 mei 2009, artikel III 8, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016, artikel IV 3, X 6 en X 81;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2006 betreffende de loontriage van zaden van bepaalde soorten van landbouwgewassen die bestemd zijn om te worden ingezaaid, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 3, 4, 7 en 12;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 betreffende de erkenning en subsidiëring van centra ter bevordering van meer duurzame landbouwproductiemethoden in de sierteelt, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 2, 5 en 8;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van pootaardappelen, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 3, 10, 20, 21 en 22;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, artikel 2 en 3, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007 betreffende de verstrekking van melk en bepaalde zuivelproducten aan leerlingen in onderwijsinstellingen, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 4, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 2008, en artikel 7;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma's, artikel 3;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2007 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen en de gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, en artikel 3, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 2008 betreffende de toelating van de rassen van landbouwgewassen en groentegewassen tot en het behoud ervan op de rassenlijsten van landbouwgewassen en groentegewassen, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 5, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015, artikel 12 en 13;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008 betreffende het erkennen van centra voor landbouweducatie en het subsidiëren van landbouweducatieve activiteiten, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 5, 11, 17, 18, 22 en 24, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 2015, artikel 3, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 2015, artikel 9, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 2015, artikel 10, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 2015, artikel 14, 15 en 43, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 2015;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 mei 2009 betreffende de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit voor wat betreft de erkenning van producentenorganisaties, de actiefondsen, de operationele programma's en de toekenning van de financiële steun, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015, artikel 7, 15, 22, 27, 31, 33, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 december 2014 en 9 oktober 2015, artikel 34, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015, en artikel 39, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011, 19 december 2014 en 9 oktober 2015;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de ondersteuning van de verstrekking van groenten en fruit aan leerlingen in onderwijsinstellingen, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 3, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 2010 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 mei 2011, en artikel 9;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 22 januari 2010 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt, artikel 2/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 3, 4, 5, 6, 7, 9, 11, 12, 13, 14 en 16;
Gelet op het Fokkerijbesluit van 19 maart 2010, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 8, 9, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 12, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013 en 19 december 2014, en artikel 30, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2010 houdende de vaststelling van algemene maatregelen voor de co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 8, en artikel 17, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 december 2010 betreffende de certificering van hop en hopproducten, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 2, 3, 5, 6 en 7;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011 tot het verlenen van steun voor deelname aan Europees erkende voedselkwaliteitsregelingen, artikel 22, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 25 april 2014 en 19 december 2014;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen en traditionele aanduidingen van wijnbouwproducten en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken, artikel 5, 8, 11 en 12;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2012 betreffende contractuele betrekkingen en samenwerking in de sector melk en zuivelproducten, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 2, 9, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2014, en artikel 19/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2014 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2014;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2013 tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest, artikel 10, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2013 houdende vaststelling en organisatie van de indeling van geslachte runderen en van geslachte varkens, artikel 1, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 december 2014 en 11 maart 2016, artikel 8, 37, 38, 40, 41, 43, 45, 51, 58, 62, 67, 68 en 70;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 7, 11, 16, 17, 22, en artikel 23, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 tot toekenning van subsidies aan land- of tuinbouwers voor de diversificatie naar zorgboerderijactiviteiten, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, en artikel 16, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 januari 2014 betreffende erkenningen van producenten- en brancheorganisaties, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2014 tot het verlenen van hectaresteun voor de biologische productiemethode met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2014-2020, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, en artikel 7;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 2014 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, artikel 6, 7 en 14;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juli 2014 betreffende het verlenen van subsidies voor de aanplant van boslandbouwsystemen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de programmeringsperiode 2014-2020, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 3 en 5;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2014 tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieu- en klimaatmaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2014-2020, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 12, 13 en 14;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2006 betreffende de organisatie, de samenstelling en de werking van de Raad van het Fonds voor Landbouw en Visserij en tot vaststelling van het bijzonder reglement betreffende het beheer en van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten, artikel 1/1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 15 en 23, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, artikel 2, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, artikel 11, 21, 29, 30, 63, en 71;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2014 houdende de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming door professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen, artikel 3, 5 en 9;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014 betreffende steun aan de investeringen en aan de overnamen in de landbouw, artikel 1/1, 7 en 12;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015 betreffende het subsidiëren van operationele groepen inzake het Europees Partnerschap voor Innovatie - netwerk voor de productiviteit en duurzaamheid in de landbouw, artikel 2, 11 en 20;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen, artikel 8, 9, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 17, eerste lid, 3°, 19, 20 en 21;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, artikel 8, artikel 31, artikel 32, artikel 33, artikel 35, artikel 36, artikel 37, artikel 38, artikel 67, artikel 70, artikel 75, artikel 77, artikel 82, artikel 89;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016 houdende vaststelling van de werking en het beheer van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector (FIVA) en de verrichtingen die voor steun in aanmerking komen, artikel 2;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 tot betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen, artikel 7, artikel 25;
Gelet op het ministerieel besluit van 19 februari 2000 tot vaststelling van de schema's met de voorwaarden waaraan teeltmateriaal van siergewassen en siergewassen moeten voldoen, van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het toezicht op en de controle van leveranciers van deze materialen, van hun bedrijven en van de laboratoria, van de erkenning van de laboratoria en van aanvullende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de door leveranciers bij te houden lijsten van bovenvermelde gewassen, artikel 1/1, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015, artikel 13, 14, 16 en 21, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 10 april 2000 en 19 mei 2006;
Gelet op het ministerieel besluit van 19 februari 2000 tot vaststelling van de schema's met de voorwaarden waaraan teeltmateriaal en plantgoed van groenten, met uitzondering van zaad, moeten voldoen, van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het toezicht op en de controle van leveranciers van deze materialen, van hun bedrijven en van de laboratoria, en van de erkenning van de laboratoria, artikel 1/1, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015, artikel 9, 11, 12, 13, 14, 16 en 18, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 19 mei 2006;
Gelet op het ministerieel besluit van 23 januari 2004 tot vaststelling van de toepassingsvoorwaarden voor de indeling van geslachte varkens, artikel 6, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 19 mei 2006;
Gelet op het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot vaststelling van een technisch controlereglement betreffende het bosbouwkundig teeltmateriaal, bijlage, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 mei 2006 en 24 februari 2015;
Gelet op het ministerieel besluit van 17 maart 2005 betreffende de erkenning van gespecialiseerde pluimveebedrijven, artikel 1, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 mei 2006 en 24 februari 2015, artikel 2 en 3, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 19 mei 2006;
Gelet op het ministerieel besluit van 9 februari 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden met betrekking tot het kustvisserssegment, alsook tot de opheffing van drie ministeriële besluiten, artikel 3, 4, 5, 6 en 7, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015;
Gelet op het ministerieel besluit van 22 november 2007 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toepassing van de heffing in de sector melk en zuivelproducten, artikel 1;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 november 2007 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector, artikel 4/2, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 7 november 2014 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015, artikel 10, vervangen bij het ministerieel besluit van 14 januari 2014 en gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 7 november 2014 en 24 februari 2015, artikel 19, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 28 april 2011, 14 januari 2014 en 24 februari 2015, en bijlage IX, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 28 april 2011 en gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 14 januari 2014 en 24 februari 2015;
Gelet op het ministerieel besluit van 2 juni 2009 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen in de landbouw die zich op natuurlijke wijze hebben aangepast aan de lokale en regionale omstandigheden en die door genetische erosie worden bedreigd, en voor het in de handel brengen van zaaizaad en pootaardappelen van die landrassen en rassen, artikel 8, 9, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 20, 22 en 23;
Gelet op het ministerieel besluit van 22 juni 2009 tot uitvoering van artikelen 7, 9, 10, 11 en 48 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten, artikel 19, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015;
Gelet op het ministerieel besluit van 20 januari 2010 tot vaststelling van de procedures voor de rassenlijsten van landbouw- en groentegewassen, artikel 4;
Gelet op het ministerieel besluit van 21 juni 2010 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement van zaaizaden van landbouw- en groentegewassen, bijlage 1, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 mei 2012 en 24 februari 2015, bijlage 2, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 27 september 2013, bijlage 3, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 27 september 2013, bijlage 4, 5, 6, en bijlage 7, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 21 mei 2010 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 januari 2014;
Gelet op het ministerieel besluit van 2 december 2010 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen van groenten die van oudsher op bepaalde plaatsen en in bepaalde gebieden worden gekweekt en die door genetische erosie worden bedreigd, en van groenterassen die geen intrinsieke waarde hebben voor de commerciële productie van gewassen, maar die ontwikkeld zijn voor teelt onder bijzondere omstandigheden, en voor het in de handel brengen van zaaizaad van die landrassen en rassen, artikel 8, 9, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 25, 31, 33 en 34;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 mei 2011 tot vaststelling van productievoorschriften betreffende de biologische productie, artikel 5, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015, artikel 8, vervangen bij het ministerieel van 11 februari 2013 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015, artikel 9, 12, 13, 14, 15, 16, 19 en 21, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015;
Gelet op het ministerieel besluit van 20 oktober 2011 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor het in de handel brengen van zaaizaadmengsels van groenvoedergewassen die bestemd zijn voor gebruik bij het behoud van de natuurlijke omgeving, artikel 3, 4, 5, 8, 9, 10, 14 en 15;
Gelet op het ministerieel besluit van 4 mei 2012 tot bepaling van de bevoegde entiteit, de samenstelling van de adviescommissie en het behoud van de bestaande erkenningen, vermeld in artikelen 12 en 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen en traditionele aanduidingen van wijnbouwproducten en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken, artikel 2, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015;
Gelet op het ministerieel besluit van 22 november 2013 betreffende de voorwaarden tot het subsidiëren van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw, artikel 2, vervangen bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015, en artikel 20;
Gelet op het ministerieel besluit van 20 december 2013 tot uitvoering van artikel 11, 12, 15, 16, 17 en 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 tot toekenning van subsidies aan land- of tuinbouwers voor de diversificatie naar zorgboerderijactiviteiten, artikel 8 en 9, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 februari 2015;
Gelet op het ministerieel besluit van 23 januari 2015 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, voor wat de rechtstreekse betalingen betreft, artikel 11, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 mei 2016 en 23 februari 2017, en artikel 14, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 februari 2017;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 maart 2015 tot delegatie van specifieke bevoegdheden aan het hoofd van het Departement Landbouw en Visserij, artikel 6, 7, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 15 maart 2017, artikel 8, 9, 13, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24 en 25;
Gelet op het ministerieel besluit van 20 april 2015 tot vaststelling van uitzonderlijke productievoorschriften voor het gebruik van niet-biologisch zaaizaad of niet-biologische pootaardappelen, artikel 2, 8, 9, 11 en 13;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 november 2015 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van pootaardappelen, bijlage 1, punt 1.1.6., 1.4. en 1.5.2.;
Gelet op het ministerieel besluit van 8 juli 2016 betreffende de voorschriften voor het etiketteren, plomberen en verpakken van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsook van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden, artikel 5 en 6;
Gelet op het ministerieel besluit van 25 juli 2016 betreffende de registratie van leveranciers en van rassen, artikel 4, 6, 7, 9, 11 en 12;
Gelet op het ministerieel besluit van 25 augustus 2016 betreffende de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de voorschriften voor fruitgewassen, de specifieke voorschriften waaraan leveranciers moeten voldoen, en de nadere voorschriften voor officiële inspecties, artikel 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 17, 18, 19, 20, 22, 23 en 24;
Gelet op het besluit van de secretaris-generaal van 31 maart 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van het Departement Landbouw en Visserij;
Gelet op het besluit van de directeur van het Vlaams betaalorgaan van 31 maart 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van het Vlaams betaalorgaan;
Gelet op het besluit van het afdelingshoofd van 14 april 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Organisatiebeleid, Financiën en Communicatie;
Gelet op het besluit van het afdelingshoofd van 14 april 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen;
Gelet op het besluit van het afdelingshoofd van 15 april 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Voorlichting, Doelgroepenbeleid en Kwaliteit Plant;
Gelet op het besluit van het afdelingshoofd van 16 april 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Inkomenssteun;
Gelet op het besluit van het afdelingshoofd van 16 april 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Visserijbeleid en Kwaliteit Dier;
Gelet op het besluit van het afdelingshoofd van 23 april 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Monitoring en Studie;
Gelet op het besluit van het afdelingshoofd van 23 april 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Digitale Ondersteuning;
Gelet op het besluit van het afdelingshoofd van 1 april 2016 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving,
Besluit :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het Departement Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij, hierna het departement te noemen.
Art. 2. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° afdelingshoofd: het personeelslid dat belast is met de leiding van een afdeling van het departement;
2° besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015: het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen;
3° directeur van het Vlaams betaalorgaan: het personeelslid dat belast is met de leiding van het Vlaams betaalorgaan;
4° ELFPO: het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling;
5° ELGF: het Europees Landbouwgarantiefonds;
6° hoofd van het departement: het personeelslid dat belast is met de leiding van het departement;
7° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw;
8° Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013: Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad;
9° Vlaams betaalorgaan: het Vlaams betaalorgaan, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2003 tot oprichting van een Vlaams betaalorgaan voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Landbouwgarantiefonds.
Art. 3. De bij dit besluit gedelegeerde bevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met inachtname van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de bepalingen van relevante verordeningen, richtlijnen, wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, richtlijnen en beslissingen, en van het ondernemingsplan.
Art. 4. De bij dit besluit aan een afdelingshoofd van het departement gedelegeerde beslissingsbevoegdheden kunnen alleen uitgeoefend worden inzake de aangelegenheden die tot de taken van de afdeling in kwestie behoren als vermeld in het besluit van de secretaris-generaal van 15 maart 2017 tot indeling van het Departement Landbouw en Visserij en tot vaststelling van zijn organogram.
Art. 5. Als in dit besluit de bevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot:
1° de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de bedoelde aangelegenheden;
2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken;
3° het sluiten van overeenkomsten.
Art. 6. De bij dit besluit verleende delegaties hebben zowel betrekking op de apparaatskredieten als op de beleidskredieten.
Art. 7. Als het gebruik van de bij dit besluit verleende delegaties gepaard gaat met de gunning van een overheidsopdracht, gelden de bepalingen van artikel 14, 15, 16, 25, 26 en 27.
Art. 8. De bedragen, vermeld in dit besluit, zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.

HOOFDSTUK 2. - Delegatie aan alle afdelingshoofden
Afdeling 1. - Delegatie inzake briefwisseling
Art. 9. De afdelingshoofden hebben delegatie om:
1° de dagelijkse briefwisseling te ondertekenen, met behoud van de toepassing van de bijzondere regeling die geldt voor de antwoorden op brieven aan het Rekenhof over de door het Rekenhof geformuleerde opmerkingen, en met uitzondering van adviesaanvragen aan de Inspectie van Financiën;
2° uittreksels en afschriften van documenten eensluidend te verklaren en uit te reiken.
In het eerste lid, 1°, wordt verstaan onder dagelijkse briefwisseling: de briefwisseling van schriftelijke of elektronische aard die verband houdt met de opdracht van de afdeling en die geen beleidsimplicaties heeft en louter uitvoerend van aard is.
Afdeling 2. - Delegatie inzake uitvoering van de begroting
Art. 10. De afdelingshoofden hebben delegatie om, in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgestelde kredieten, de opdrachten tot vastlegging en ordonnancering, de inkooporders en de facturen goed te keuren, tenzij die betrekking hebben op:
1° het Fonds voor het Landbouwinformatienetwerk;
2° inschrijvingskosten voor vormingen binnenland van personeelsleden van hun afdeling;
3° kosten voor buitenlandse zendingen van personeelsleden van hun afdeling.
Het afdelingshoofd van de afdeling Digitalisering en Organisatie heeft delegatie om de inkooporders en de facturen, vermeld in het eerste lid, 2° en 3°, van de personeelsleden van het departement goed te keuren.
Art. 11. De afdelingshoofden hebben delegatie om conform de afspraken van de directieraad, de declaraties van de personeelsleden van hun afdeling goed te keuren, met uitzondering van de declaraties die betrekking hebben op:
1° inschrijvingskosten voor vormingen binnenland;
2° reis-, maaltijd- en hotelkosten voor binnenlandse dienstreizen;
3° kosten voor buitenlandse zendingen.
Het afdelingshoofd van de afdeling Digitalisering en Organisatie heeft delegatie om de declaraties, vermeld in het eerste lid, 1°, 2° en 3°, van de personeelsleden van het departement goed te keuren.
Afdeling 3. - Delegatie inzake vertegenwoordiging
Art. 12. De afdelingshoofden hebben inzake het landbouw- en visserijbeleid delegatie om binnen de perken van de uitvoerende opdracht de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest te vertegenwoordigen in federale, Europese en internationale instellingen en organen, alsook in technische comités en werkgroepen, zowel in binnen- als buitenland.
De afdelingshoofden worden gemachtigd om personeelsleden van hun afdeling aan te wijzen om in hun plaats de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest te vertegenwoordigen in de aangelegenheden en onder de voorwaarden, vermeld in het eerste lid.
De afdelingshoofden zorgen ervoor dat het hoofd van het departement altijd beschikt over een geactualiseerde lijst van personeelsleden die de taak, vermeld in het eerste lid, vervullen.
Afdeling 4. - Delegatie inzake personeelsmanagement
Art. 13. De afdelingshoofden hebben delegatie om:
1° de bijzondere aanwervingsvoorwaarden vast te stellen conform artikel III 5 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006;
2° de eindselectie bij aanwerving uit te voeren conform artikel III 8 van het voormelde besluit;
3° de evaluatoren, vermeld in artikel IV 3 van het voormelde besluit, aan te wijzen;
4° vormingsaanvragen goed te keuren voor vormingen waarvan de inschrijvingskosten niet meer dan 1.000 euro bedragen;
5° de verloven en de dienstvrijstellingen, vermeld in deel X van het voormelde besluit, toe te staan en toe te kennen, met uitzondering van de verloven waarvoor het voormelde besluit bepaalt dat ze door de minister worden toegestaan;
6° andere niet in het voormelde besluit vermelde dienstvrijstellingen en dienstvrijstellingen die in de directieraad of het managementcomité zijn beslist, toe te staan en toe te kennen;
7° te zorgen voor een correcte toepassing van de werktijdregeling, vermeld in het arbeidsreglement;
8° via het Agentschap Overheidspersoneel een ziektecontrole aan te vragen aan het geneeskundig controleorgaan;
9° toestemming voor zendingsopdrachten in het buitenland te verlenen;
10° telewerk toe te staan overeenkomstig de afspraken, goedgekeurd door de directieraad.
Afdeling 5. - Delegatie inzake overheidsopdrachten
Art. 14. De afdelingshoofden hebben delegatie om overheidsopdrachten en raamovereenkomsten te plaatsen tot een bedrag van maximaal 85.000 euro.
Voor de toepassing van het eerste lid heeft het grensbedrag betrekking op:
1° het goed te keuren offertebedrag als het gaat om de beslissing tot gunning, plaatsing of niet-plaatsing;
2° de geraamde waarde van de opdracht voor alle voorbereidende beslissingen.
Art. 15. De afdelingshoofden hebben delegatie om beslissingen te nemen over de uitvoering van overheidsopdrachten. Voor beslissingen met een financiële weerslag geldt de delegatie alleen binnen het voorwerp van de opdracht en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 15% van het oorspronkelijke opdrachtbedrag.
Art. 16. De afdelingshoofden hebben delegatie om opdrachten te plaatsen in het kader van een raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen ervan, tot een bedrag per opdracht van maximaal 85.000 euro.
Voor het plaatsten van opdrachten inzake openbare interventies in het kader van een raamovereenkomst, geldt de delegatie, vermeld in het eerste lid, tot een bedrag van maximaal 550.000 euro per opdracht.
Afdeling 6. - Delegatie inzake gegevensuitwisselingen
Art. 17. De afdelingshoofden hebben delegatie om beslissingen te nemen:
1° tot openbaarmaking conform het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur en de uitvoeringsbepalingen ervan;
2° over de aanvragen tot hergebruik van overheidsinformatie conform het decreet van 27 april 2007 tot hergebruik van overheidsinformatie en de uitvoeringsbepalingen ervan;
3° over de aanvragen tot toegang tot eigen persoonsgegevens conform artikel 10 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en de uitvoeringsbepalingen ervan;
4° over de terbeschikkingstelling van data en gegevens van en aan het departement.
De delegatie, vermeld in het eerste lid, punt 4°, geldt niet voor het ondertekenen van de machtigingsaanvragen voor de toegang tot of de mededeling van persoonsgegevens en het sluiten van overeenkomsten met externe verwerkers.
Afdeling 7. - Delegatie inzake subsidies
Art. 18. De afdelingshoofden hebben delegatie om inzake subsidies in het kader van het landbouw- en visserijbeleid:
1° de begunstigden op de hoogte te brengen van de beslissingen over de aangevraagde steun;
2° in voorkomend geval beslissingen te nemen over de verlenging van de uitvoeringstermijn onder de volgende voorwaarden:
a) er is een gemotiveerde aanvraag op schriftelijke of elektronische wijze ingediend voor het verstrijken van de periode;
b) de wijziging brengt geen budgettaire meerkosten teweeg;
c) de wijziging van de periode wordt voor het verstrijken van de periode op schriftelijke of elektronische wijze goedgekeurd;
3° verschuivingen tussen de kostenrubrieken goed te keuren binnen het voorziene totale project- of werkingsbudget, tot maximaal 10% van dat totale budget;
4° de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen of niet uit te betalen in de gevallen, vermeld in artikel 13 en 14 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, en in de gevallen, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 betreffende de algemene regels inzake subsidiëring;
5° uitzonderingen op het ter beschikking gestelde logo toe te staan.
Aan de afdelingshoofden kunnen er bijkomende delegaties verleend worden inzake specifieke subsidies.
Afdeling 8. - Delegatie inzake handhaving
Art. 19. De afdelingshoofden hebben delegatie om de waarschuwing, vermeld in artikel 55, eerste lid, van het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, te geven.

HOOFDSTUK 3. - Delegatie aan de woordvoerder
Art. 20. De woordvoerder wordt gemachtigd om beslissingen te nemen over het communicatiebeleid van het departement.
In het eerste lid wordt verstaan onder woordvoerder: het personeelslid dat belast is met het woordvoerderschap van het departement.

HOOFDSTUK 4. - Delegatie aan de directeur van het Vlaams betaalorgaan
Art. 21. De directeur van het Vlaams betaalorgaan heeft delegatie om het beheer en de controle van de uitgaven van het ELGF en het ELFPO te verzekeren. Deze delegatie omvat:
1° de autorisatie van de betalingen;
2° de uitvoering van de betalingen van het geautoriseerde bedrag;
3° de boekhoudkundige verantwoording;
4° de interne-auditfunctie, vermeld in bijlage I, 4, B, van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro.
Art. 22. Op het domein van de rechtstreekse betalingen aan landbouwers omvat de delegatie, vermeld in artikel 21, ook:
1° het nemen van beslissingen inzake het beheer van de identificatie- en referentiegegevens van de landbouwers en de bedrijven en van beslissingen inzake de rechtstreekse betalingen aan landbouwers;
2° het nemen van beslissingen tot ambtshalve samenvoeging op het vlak van identificatie in het GBCS als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid.
Op het domein van de maatregelen voor plattelandsontwikkeling omvat de delegatie, vermeld in artikel 21, ook:
1° de beoordeling en de rangschikking van de steunaanvragen;
2° het nemen van beslissingen om de subsidie voor de aanplant van boslandbouwsystemen te verminderen als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juli 2014 betreffende het verlenen van subsidies voor de aanplant van boslandbouwsystemen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de programmeringsperiode 2014-2020.
Op het domein van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten omvat de delegatie, vermeld in artikel 21, ook:
1° de inning van heffingen;
2° het nemen van beslissingen over de erkenning van begunstigden en van tussenpersonen.
Art. 23. De directeur van het Vlaams betaalorgaan heeft inzake het Vlaams betaalorgaan delegatie om:
1° de sancties, vermeld in Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 en de uitvoeringsbepalingen ervan, te bepalen;
2° de nodige maatregelen te treffen, overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om:
a) zich ervan te vergewissen dat de door het ELGF en het ELFPO gefinancierde maatregelen daadwerkelijk en op regelmatige wijze zijn uitgevoerd, met inbegrip van de interne controle of een gelijkwaardige procedure en de externe audit die nodig is voor de certificering van de jaarrekeningen;
b) onregelmatigheden te voorkomen en te laten vervolgen;
3° ten onrechte uitbetaalde steun en toebehoren in te vorderen;
4° in voorkomend geval conform de Europese regelgeving in gemotiveerde gevallen te besluiten dat een terugvordering niet dient voortgezet te worden;
5° goedkeuring te verlenen voor een gespreide terugbetaling van de teruggevorderde bedragen;
6° de Europese Commissie op de hoogte te brengen van de getroffen maatregelen en met name van de stand van de administratieve en gerechtelijke procedures.
Art. 24. De directeur van het Vlaams betaalorgaan heeft delegatie om het beheer en de controle te verzekeren van de verrichtingen in verband met de interventiemaatregelen inzake openbare opslag.
Art. 25. De directeur van het Vlaams betaalorgaan heeft voor het Vlaams betaalorgaan delegatie om overheidsopdrachten en raamovereenkomsten te plaatsen tot een bedrag van maximaal 85.000 euro.
Voor de toepassing van het eerste lid heeft het grensbedrag betrekking op:
1° het goed te keuren offertebedrag als het gaat om de beslissing tot gunning, plaatsing of niet-plaatsing;
2° de geraamde waarde van de opdracht voor alle voorbereidende beslissingen.
Art. 26. De directeur van het Vlaams betaalorgaan heeft voor het Vlaams betaalorgaan delegatie om beslissingen te nemen over de uitvoering van overheidsopdrachten. Voor beslissingen met een financiële weerslag geldt de delegatie alleen binnen het voorwerp van de opdracht en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 15 % van het oorspronkelijke opdrachtbedrag.
Art. 27. De directeur van het Vlaams betaalorgaan heeft voor het Vlaams betaalorgaan delegatie om opdrachten te plaatsen in het kader van een raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen ervan, tot een bedrag per opdracht van maximaal 85.000 euro.
Voor het plaatsten van opdrachten inzake openbare interventies in het kader van een raamovereenkomst, geldt de delegatie, vermeld in het eerste lid, tot een bedrag van maximaal 550.000 euro per opdracht.
Art. 28. De directeur van het Vlaams betaalorgaan heeft inzake het Vlaams betaalorgaan delegatie om:
1° bij het Vlaams betaalorgaan de bewijsstukken van de verrichte betalingen en de stukken over de uitvoering van de voorgeschreven administratieve en fysieke controles te bewaren, alsook de verslagen van de gedelegeerde instanties;
2° de Europese Commissie via de Vlaamse cel van de Coördinerende Instantie en het Landbouwbureau op gezette tijden de volgende gegevens over het Vlaams betaalorgaan en over de door het ELGF en het ELFPO gefinancierde maatregelen te verstrekken:
a) de aangiften van uitgaven en de ramingen van de financiële behoeften;
b) de jaarrekeningen, waarbij de gegevens gevoegd zijn die nodig zijn voor de goedkeuring daarvan, alsook een verklaring inzake de volledigheid, de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van de ingediende rekeningen;
3° de Europese Commissie op haar verzoek via de Vlaamse cel van de Coördinerende Instantie en het Landbouwbureau op de hoogte te brengen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die voor de tenuitvoerlegging van de rechtshandelingen van de Unie inzake het gemeenschappelijke landbouwbeleid zijn vastgesteld, voor zover die besluiten financiële gevolgen voor het ELGF of het ELFPO hebben;
4° de toegankelijkheid te verzekeren van alle documenten en elektronische bestanden die nodig zijn voor de audits inzake de overeenstemming van de uitgaven met de communautaire voorschriften en de eventuele verificaties en inspecties door personeelsleden van de Europese Commissie;
5° de voortgangscontrole te verzekeren, met inbegrip van de onderhandeling en de eventuele uitvoering van financiële correcties, die moet worden verbonden aan de uitkomsten van de audits inzake de conformiteitsgoedkeuring van de uitgaven;
6° als taken aan andere instanties worden gedelegeerd of door een andere instantie worden verricht in het kader van haar reguliere taken op basis van nationale wetgeving, protocollen te sluiten met die instanties;
7° de begunstigden van het ELGF en het ELFPO bekend te maken conform Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 en de uitvoeringsbepalingen ervan.
Art. 29. De directeur van het Vlaams betaalorgaan heeft delegatie om het beheer en de administratieve controle van de uit te betalen uitvoerrestituties en de terugvordering van ten onterechte betaalde bedragen te verzekeren.
HOOFDSTUK 5. - Delegatie aan het diensthoofd van de dienst Interne Audit
Art. 30. Het diensthoofd van de dienst Interne Audit staat het hoofd van het departement bij:
1° in het beheer van het erkenningsdossier van het Vlaams betaalorgaan;
2° in het laten uitvoeren van de certificeringsaudit op de jaarrekeningen van het Vlaams betaalorgaan door een onafhankelijke auditorganisatie als vermeld in artikel 9 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013.

HOOFDSTUK 6. - Delegatie aan het afdelingshoofd van de afdeling Digitalisering en Organisatie
Art. 31. Het afdelingshoofd van de afdeling Digitalisering en Organisatie heeft delegatie om op te treden als auditautoriteit voor het Europees Visserijfonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij.

HOOFDSTUK 7. - Delegatie aan het afdelingshoofd van de afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving
Afdeling 1. - Delegatie inzake rechtsgedingen
Art. 32. Het afdelingshoofd van de afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving heeft delegatie om alle noodzakelijke proceshandelingen te verrichten in de rechtsgedingen, vermeld in artikel 16, § 1, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015.
Afdeling 2. - Delegatie inzake Landbouwbureau en Coördinerende Instantie
Art. 33. Het afdelingshoofd van de afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving heeft delegatie om de briefwisseling van het Landbouwbureau en de Vlaamse cel van de Intergewestelijke Coördinerende Instantie te ondertekenen.
Afdeling 3. - Delegatie inzake advisering over omgevingsdossiers
Art. 34. Het afdelingshoofd van de afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving heeft delegatie om:
1° de adviezen over de aanvragen van een omgevingsvergunning, het voortzetten van de omgevingsvergunning op proef en het bijstellen van de omgevingsvergunning, op te stellen, te ondertekenen en in te dienen bij de adviesaanvrager;
2° de adviezen over de beroepsdossiers die bij de aanvragen van een omgevingsvergunning, het voortzetten van de omgevingsvergunning op proef en het bijstellen van de omgevingsvergunning horen, op te stellen, te ondertekenen en in te dienen bij de adviesaanvrager;
3° de adviezen over de aanvragen van planologische attesten en over de ruimtelijke structuurplannen, op te stellen, te ondertekenen en in te dienen bij de adviesaanvrager;
4° de adviezen over een programma- en project-MER, een verzoek tot ontheffing project-MER, een omgevingveiligheidsrapport en een ontwerp van milieubeleidsplan, op te stellen, te ondertekenen en in te dienen bij de adviesaanvrager;
5° de adviezen over de startnota's, voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen, ontwerpen van planmilieueffectrapporten, verzoeken tot raadpleging plan-MER, ruimtelijke veiligheidsrapporten en ander verplicht voorgeschreven of gemaakte effectbeoordelingsrapporten, op te stellen, te ondertekenen in te dienen bij de adviesaanvrager;
6° opmerkingen en suggesties over projectstudies ter voorbereiding van een vergunningsaanvraag op te stellen, te ondertekenen en in te dienen bij de bevoegde overheid en deel te nemen aan projectvergaderingen naar aanleiding hiervan.
Afdeling 4. - Delegatie inzake handhaving
Art. 35. Het afdelingshoofd van de afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving heeft inzake de toepassing van het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid delegatie om:
1° het voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie als vermeld in artikel 56 van het voormelde decreet, te formuleren;
2° een bestuurlijke sanctie als vermeld in artikel 56 van het voormelde decreet, op te leggen;
3° de exclusieve bestuurlijke geldboeten en de ten onrechte uitbetaalde steun en toebehoren inzake het Vlaams betaalorgaan in te vorderen, en bij gebrek aan voldoening ervan, dwangbevelen uit te vaardigen als vermeld in artikel 75 van het voormelde decreet.
Afdeling 5. - Delegatie inzake sierteelt
Art. 36. Het afdelingshoofd van de afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 betreffende de erkenning en subsidiëring van centra ter bevordering van meer duurzame landbouwproductiemethoden in de sierteelt delegatie om:
1° een advies over de erkenning van een centrum ter bevordering van meer duurzame landbouwproductiemethoden in de sierteelt te verlenen aan de minister;
2° de actieplanen ter goedkeuring aan de minister voor te leggen.
Afdeling 6. - Delegatie inzake geïntegreerde gewasbescherming
Art. 37. Het afdelingshoofd van de afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2014 houdende de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming door professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen delegatie om:
1° gewas- of sectorspecifieke richtsnoeren op te stellen;
2° beslissingen te nemen over het aanvaarden van waarschuwingsdiensten.

HOOFDSTUK 8. - Delegatie aan het afdelingshoofd van de afdeling Inkomenssteun
Afdeling 1. - Delegatie inzake rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid
Art. 38. Het afdelingshoofd van de afdeling Inkomenssteun heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 23 januari 2015 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, voor wat de rechtstreekse betalingen betreft, delegatie om teelttoestemming voor de teelt van hennep te verlenen.
Afdeling 2. - Delegatie inzake plattelandsontwikkeling
Art. 39. Het afdelingshoofd van de afdeling Inkomenssteun heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2014 tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieu- en klimaatmaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2014-2020 delegatie om te beslissen dat de verbintenis voor het jaar in kwestie helemaal niet of alleen gedeeltelijk hoeft te worden uitgevoerd in geval van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden.
Afdeling 3. - Delegatie inzake de biologische productie
Art. 40. Het afdelingshoofd van de afdeling Inkomenssteun heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten delegatie om:
1° beslissingen te nemen over misleidende bedrijfs-, handels- of productnamen;
2° specifieke en buitengewone productievoorschriften op individuele basis te bepalen;
3° procedures voor informatie-uitwisseling tussen controleorganen en informatie-uitwisseling met het Vlaams betaalorgaan vast te leggen;
4° een advies te verlenen aan de minister over een aanvraag tot erkenning als controleorgaan;
5° te beslissen welke correctieve acties een controleorgaan moet uitvoeren;
6° een voorstel aan de minister te doen tot opheffing van de erkenning van een controleorgaan;
7° het controleorgaan of de marktdeelnemer te horen in een beroepsprocedure tegen een opgelegde sanctie;
8° te beslissen over een beroep dat ingediend is door een marktdeelnemer tegen een opgelegde sanctie.
Art. 41. Het afdelingshoofd van de afdeling Inkomenssteun heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 27 mei 2011 tot vaststelling van productievoorschriften betreffende de biologische productie delegatie om:
1° beslissingen te nemen over de verhoging van de percentages van niet biologisch gehouden zoogdieren;
2° de toegelaten aantal vee-eenheden bekend te maken;
3° beslissingen te nemen over de uitvoering van ingrepen bij dieren;
4° beslissingen te nemen over het gebruik van natriumnitriet of kaliumnitraat;
5° beslissingen te nemen over het gebruik van een niet-biologisch voedselingrediënt;
6° beslissingen te nemen over de verkorte omschakeling;
7° beslissingen te nemen over de verlenging van de omschakelingsperiode;
8° beslissingen te nemen over gelijktijdige productie;
9° beslissingen te nemen over een gevraagde uitzondering bij een noodsituatie.
Art. 42. Het afdelingshoofd van de afdeling Inkomenssteun heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 22 juni 2009 tot uitvoering van artikelen 7, 9, 10, 11 en 48 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten delegatie om advies in te winnen bij de beroepsorganisaties over de tarieven van de controleorganen en de termijn vast te stellen waarbinnen dit advies moet verleend worden.
Art. 43. Het afdelingshoofd van de afdeling Inkomenssteun heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 20 april 2015 tot vaststelling van uitzonderlijke productievoorschriften voor het gebruik van niet-biologisch zaaizaad of niet-biologische pootaardappelen delegatie om:
1° per land- en tuinbouwsector de lijsten van niveau 1 en 2 van gewassen en gewassubgroepen vast te stellen en aan te passen;
2° te beslissen voor welke land- en tuinbouwsector een expertgroep wordt opgericht.
Afdeling 4. - Delegatie inzake bedrijfsadvisering in de biologische productie
Art. 44. Het afdelingshoofd van de afdeling Inkomenssteun heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw delegatie om:
1° toestemming te verlenen om af te wijken van de kennisgevingstermijn van bedrijfsbezoeken;
2° een voorstel over de erkenning van een centrum en een bedrijfsadviseur te doen aan de minister;
3° het centrum en de bedrijfsadviseur te horen bij een mogelijke opheffing van hun erkenning.
Art. 45. Het afdelingshoofd van de afdeling Inkomenssteun heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 22 november 2013 betreffende de voorwaarden tot het subsidiëren van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw delegatie om te beslissen over de toekenning van subsidies voor bedrijfsadvisering in de biologische landbouw.
HOOFDSTUK 9. - Delegatie aan het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen
Afdeling 1. - Delegatie inzake VLIF
Art. 46. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft inzake VLIF-steun conform de VLIF-regelgeving delegatie om:
1° beslissingen te nemen over de toekenning van VLIF-steun tot een verbintenis van 75.000 euro per dossier, met uitzondering van dossiers voor afzetcoöperaties en dossiers waarbij overheidswaarborg wordt toegekend;
2° de steunaanvragen te beoordelen en te rangschikken;
3° alle beslissingen tot toekenning van VLIF-steun te herzien als de nieuwe totale toegekende steun niet meer bedraagt dan 75.000 euro en als de toegekende waarborg niet stijgt;
4° alle beslissingen te nemen die noodzakelijk zijn in het kader van de voortgangscontrole van de VLIF-dossiers;
5° beslissingen te nemen over de onderhandse verkoop van onroerende goederen die als zekerheid zijn ingebracht voor kredieten met VLIF-waarborg, waarbij de prijs niet lager mag zijn dan de schatting door het Comité tot Aankoop van Onroerende Goederen;
6° goedkeuring te verlenen voor een gespreide terugbetaling van de teruggevorderde steun, met een maximum van 50.000 euro tot uiterlijk zestig maanden na de terugvorderingsdatum;
7° goedkeuring te verlenen voor de uitbetaling van verwijlinteresten op de VLIF-waarborg, uitbetalingen waarvoor de initiële afrekening al eerder is goedgekeurd door de minister.
Afdeling 2. - Delegatie inzake de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
Art. 47. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft inzake de toepassing van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten delegatie om:
1° in te staan voor de mededelingen aan de Europese Commissie via het Landbouwbureau;
2° te onderzoeken of de aanvragen tot erkenning van een producentenorganisatie, een brancheorganisatie of een unie van producentenorganisaties ontvankelijk zijn en deze aanvragen voor te leggen aan de minister.
Art. 48. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 22 november 2007 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toepassing van de heffing in de sector melk en zuivelproducten delegatie om een situatie te erkennen als overmacht.
Art. 49. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 mei 2009 betreffende de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit voor wat betreft de erkenning van producentenorganisaties, de actiefondsen, de operationele programma's en de toekenning van de financiële steun, delegatie om:
1° het gebruik van eigen middelen van de producentenorganisatie en van gedifferentieerde bijdragen van de telers voor de samenstelling van het actiefonds toe te staan;
2° de uitbesteding van de kerntaken toe te staan;
3° de uitbesteding van de uitvoering van acties uit het operationele programma aan leden van de producentenorganisatie toe te staan;
4° de termijn te verlengen voor het indienen van de wijze van financiering van het actiefonds, de geraamde bedragen van het actiefonds en het ontwerp van operationeel programma;
5° de voorwaarden te bepalen voor de betaling uit het actiefonds van de uit de markt genomen producten, groen geoogste of niet-geoogste producten;
6° een voorstel tot beslissing over de operationele programma's en de wijzigingen ervan voor te leggen aan de minister.
Afdeling 3. - Delegatie inzake naschoolse vorming
Art. 50. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector delegatie om:
1° de ingediende vormingsactiviteiten te beoordelen en te rangschikken;
2° binnen de door de minister, bevoegd voor de land- en tuinbouwvorming, jaarlijks goedgekeurde jaarprogramma's te beslissen over de toekenning van de subsidies naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;
3° een voorstel over de erkenning van een centrum te verlenen aan de minister, bevoegd voor de land- en tuinbouwvorming;
4° getuigschriften te viseren;
5° installatieproeven te organiseren.
Art. 51. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 26 november 2007 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector delegatie om:
1° te beslissen over de validatie van de aanvullende opleiding fyto;
2° te beslissen over de principiële goedkeuring van de vormingsactiviteiten.
Afdeling 4. - Delegatie inzake zorgboerderijen
Art. 52. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 tot toekenning van subsidies aan land- of tuinbouwers voor de diversificatie naar zorgboerderijactiviteiten en de uitvoeringsbepalingen ervan delegatie om te beslissen of de aanvrager voldoet aan de subsidievoorwaarden.
Afdeling 5. - Delegatie inzake landbouweducatie
Art. 53. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008 betreffende het erkennen van centra voor landbouweducatie en het subsidiëren van landbouweducatieve activiteiten delegatie om:
1° een advies te verlenen aan de minister over de erkenning van een centrum voor landbouweducatie;
2° de actieplannen te beoordelen en te rangschikken;
3° de projecten te beoordelen en te rangschikken.
Afdeling 6. - Delegatie inzake demo's
Art. 54. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 betreffende het erkennen van centra en subsidiëren van sensibiliseringsacties ter bevordering van een duurzame landbouw delegatie om een advies over de erkenning van een centrum voor sensibilisering van meer duurzame landbouw te verlenen aan de minister.
HOOFDSTUK 10. - Delegatie aan het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij
Afdeling 1. - Delegatie inzake plantaardige productie
Art. 55. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen delegatie om:
1° een keurings- en certificeringsreglement voor te stellen aan de minister;
2° beslissingen te nemen over de erkenningen;
3° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten.
Art. 56. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 betreffende de procedure tot erkenning van bosbouwkundig uitgangsmateriaal en het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal delegatie om:
1° een technisch controlereglement voor te stellen aan de minister;
2° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten.
Art. 57. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2003 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken delegatie om:
1° een technisch controlereglement voor te stellen aan de minister;
2° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten.
Art. 58. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2005 houdende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van groentezaad, delegatie om:
1° beslissingen te nemen over de erkenningen;
2° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
3° passende maatregelen te nemen en in te trekken;
4° communicatie te voeren met de Europese Commissie en de andere lidstaten en gewesten;
5° instemming te verlenen met het controlereglement als de technische controle gedelegeerd wordt.
Art. 59. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 2005 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van groenvoedergewassen delegatie om:
1° een keurings- en certificeringsreglement voor te stellen aan de minister;
2° beslissingen te nemen over de erkenningen;
3° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
4° beslissingen te nemen over het toelaten van zaden tot de handel.
Art. 60. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaigranen delegatie om:
1° een keurings- en certificeringsreglement voor te stellen aan de minister;
2° beslissingen te nemen over de erkenningen;
3° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
4° beslissingen te nemen over het toelaten van zaden tot de handel.
Art. 61. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende reglementering van de handel in en de keuring van groentezaad en zaad van cichorei voor de industrie delegatie om:
1° een keurings- en certificeringsreglement voor te stellen aan de minister;
2° beslissingen te nemen over de erkenningen;
3° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
4° beslissingen te nemen over het toelaten van zaden tot de handel.
Art. 62. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende reglementering van de handel in en de keuring van bietenzaad van landbouwrassen delegatie om:
1° een keurings- en certificeringsreglement voor te stellen aan de minister;
2° beslissingen te nemen over de erkenningen;
3° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
4° beslissingen te nemen over het toelaten van zaden tot de handel.
Art. 63. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2006 betreffende de loontriage van zaden van bepaalde soorten van landbouwgewassen die bestemd zijn om te worden ingezaaid, delegatie om:
1° beslissingen te nemen over de erkenning van loontrieerders en de toekenning van het registratienummer;
2° loontrieerders die erkend zijn door andere instanties, te registeren;
3° een model voor de aanvraag van de erkenning en een model van het begeleidende document op te stellen;
4° documentnummers en zelfklevende etiketten toe te kennen.
Art. 64. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van pootaardappelen delegatie om:
1° een keurings- en certificeringsreglement voor te stellen aan de minister;
2° erkenningen te verlenen;
3° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
4° beslissingen te nemen over het toelaten van pootgoed tot de handel.
Art. 65. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 2008 betreffende de toelating van de rassen van landbouwgewassen en groentegewassen tot en het behoud ervan op de rassenlijsten van landbouwgewassen en groentegewassen delegatie om:
1° de rassenlijsten officieel bekend te maken;
2° alle kennisgevingen te doen met betrekking tot de rassenlijsten;
3° het Comité voor het beheer van de rassenlijsten voor landbouwgewassen en groentegewassen voor te zitten.
Art. 66. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 januari 2010 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt, delegatie om:
1° machtigingen te verlenen of maatregelen te nemen om teeltmateriaal en fruitgewassen tot de handel toe te laten;
2° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
3° passende maatregelen te nemen;
4° beslissingen te nemen over de gelijkwaardigheid van teelmateriaal en fruitgewassen die in derde landen geproduceerd zijn;
5° taken aan derden te delegeren en de Europe Commissie daarvan op de hoogte te brengen.
Art. 67. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2010 houdende de vaststelling van algemene maatregelen voor de co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen delegatie om:
1° de wijziging te verifiëren en de opdracht te geven tot terugbetaling van het betaalde bedrag;
2° een elektronisch register van de teelt van genetisch gemodificeerde gewassen bij te houden.
Art. 68. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 december 2010 betreffende de certificering van hop en hopproducten delegatie om:
1° certificeringscentra te erkennen;
2° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten.
Art. 69. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 19 februari 2000 tot vaststelling van de schema's met de voorwaarden waaraan teeltmateriaal van siergewassen en siergewassen moeten voldoen, van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het toezicht op en de controle van leveranciers van deze materialen, van hun bedrijven en van de laboratoria, van de erkenning van de laboratoria en van aanvullende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de door leveranciers bij te houden lijsten van bovenvermelde gewassen delegatie om:
1° een technisch controlereglement op te stellen;
2° beslissingen te nemen over erkenningen;
3° een overeenkomst te sluiten met de referentielaboratoria voor het bepalen van de opsporingsmethoden en methoden van monstername, en om aanvragen voor vergelijkende ontledingen te doen bij de referentielaboratoria;
4° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten en op het in de handel brengen op de nationale markten.
Art. 70. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 19 februari 2000 tot vaststelling van de schema's met de voorwaarden waaraan teeltmateriaal en plantgoed van groenten, met uitzondering van zaad, moeten voldoen, van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het toezicht op en de controle van leveranciers van deze materialen, van hun bedrijven en van de laboratoria, en van de erkenning van de laboratoria delegatie om:
1° technische reglementen voor de kwaliteitscontrole op te stellen;
2° beslissingen te nemen over de erkenningen van laboratoria;
3° een overeenkomst te sluiten met de referentielaboratoria voor het bepalen van de opsporingsmethoden en methoden van monstername, en om aanvragen voor vergelijkende ontledingen te doen bij de referentielaboratoria;
4° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
Art. 71. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot vaststelling van een technisch controlereglement betreffende het bosbouwkundig teeltmateriaal delegatie om:
1° passende instructies op te maken;
2° het model van de documenten en de vormen van informatieoverdracht aan te passen;
3° beslissingen te nemen over erkenningen;
4° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
5° tussen te komen als het teeltmateriaal bestemd is voor derde landen, en een basiscertificaat op te maken en af te leveren voor bosbouwkundig teeltmateriaal uit derde landen.
Art. 72. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 2 juni 2009 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen in de landbouw die zich op natuurlijke wijze hebben aangepast aan de lokale en regionale omstandigheden en die door genetische erosie worden bedreigd, en voor het in de handel brengen van zaaizaad en pootaardappelen van die landrassen en rassen delegatie om:
1° afwijkingen toe te staan voor de benamingen van de instandhoudingsrassen;
2° het aangewezen gebied mee te delen aan de Europese Commissie;
3° de Europese Commissie, de andere lidstaten en de gewesten op de hoogte te brengen van de aanvullende gebieden die hij voor zaadteelt wil goedkeuren, en de aanvullende zaadteeltgebieden die hij gemeld heeft, goed te keuren en na de goedkeuring opnieuw de Europese Commissie, de andere lidstaten en de gewesten op de hoogte te brengen;
4° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
5° hoeveelheden zaaizaad toe te wijzen aan elke betrokken producent dat in de handel gebracht mag worden;
6° verslag uit te brengen aan de Europese Commissie, de andere lidstaten en de gewesten;
7° de Europese Commissie op de hoogte te brengen van de erkende organisaties.
Art. 73. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 20 januari 2010 tot vaststelling van de procedures voor de rassenlijsten van landbouw- en groentegewassen delegatie om gegevens bekend te maken.
Art. 74. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 21 juni 2010 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement van zaaizaden van landbouw- en groentegewassen delegatie om:
1° beslissingen te nemen over de erkenning en de intrekking van de erkenning van repelaars-stockeerders, handelaars-bereiders van zaaizaden, bereiders van mengsels, verdelers van zaaizaad in kleine verpakkingen, en verantwoordelijken voor de productie van standaardzaad;
2° instructies te geven aan repelaars-stockeerders, handelaars-bereiders van zaaizaden, bereiders van mengsels, verdelers van zaaizaad in kleine verpakkingen, verantwoordelijken voor de productie van standaardzaad, en eigenaars van een zaadpartij die onder dekking van OESO-certificaten is ingevoerd;
3° afwijkingen van het gebruik van lokalen en installaties toe te staan;
4° aanvullende gebieden voor instandhoudingsrassen aan te wijzen;
5° de hoeveelheden bekend te maken waarvoor per ras in de procedure van inschrijving voor opname in een rassenlijst toestemming wordt gegeven om in de handel te brengen;
6° toestemming te verlenen aan een kweker of zijn mandataris om een ras in de procedure van inschrijving voor opname in een rassenlijst te gebruiken in een ander gewest of in een andere lidstaat;
7° beslissingen te nemen over de erkenning van keurmeesters, monsternemers, laboratoria voor zaadontleding en zaadanalisten, en om officieel erkende leidinggevende zaadcontroleurs te erkennen;
8° studiedagen te organiseren;
9° een akkoord te sluiten met het zaadbedrijf en degene die de keuring heeft aangevraagd voor de percelen waarop de veldkeuringen uitgevoerd moeten worden;
10° opdracht te geven om een controleveld aan te leggen;
11° een operatornummer en een vermeerderingsperceelnummer toe te kennen;
12° een voorstel van inschrijvingsbulletin op te maken;
13° teelten van soorten aan te wijzen waarbij officieel erkende keurmeesters waarnemingen mogen vaststellen;
14° het gedeelte controlekeuringen vast te stellen;
15° vrijstelling te verlenen van het gebruik van kleefstroken;
16° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
17° afwijkingen van indieningsdata en -termijnen toe te staan;
18° certificaten goed te keuren;
19° een einde te maken aan een verbintenis in geval van herhaalde overtreding;
20° toelating te geven om de zaden onder te brengen in nieuwe kleine verpakkingen;
21° aanwijzingen te geven voor de vermeederingscontracten;
22° nadere instructies te geven over de uitvoering van de nieuwe sluiting;
23° afwijkingen toe te staan voor de bemonstering;
24° nadere bijzonderheden te verstrekken voor elk ras in verband met de waar te nemen kenmerken;
25° certificaten met een volgnummer te leveren;
26° een voorstel van inschrijving op te maken;
27° kenmerken van de planten te bepalen;
28° etiketten aan te leveren;
29° aanduidingen te geven over het magazijnboek.
Art. 75. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 2 december 2010 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen van groenten die van oudsher op bepaalde plaatsen en in bepaalde gebieden worden gekweekt en die door genetische erosie worden bedreigd, en van groenterassen die geen intrinsieke waarde hebben voor de commerciële productie van gewassen, maar die ontwikkeld zijn voor teelt onder bijzondere omstandigheden, en voor het in de handel brengen van zaaizaad van die landrassen en rassen delegatie om:
1° afwijkingen toe te staan voor de benaming van de instandhoudingsrassen en voor de voor teelt onder bijzondere omstandigheden ontwikkelde rassen;
2° het aangewezen gebied van oorsprong mee te delen aan de Europese Commissie;
3° de Europese Commissie, de andere lidstaten en de gewesten op de hoogte te brengen van de aanvullende gebieden die hij voor zaadteelt wil goedkeuren, en de aanvullende zaadteeltgebieden die hij gemeld heeft, goed te keuren en na de goedkeuring opnieuw de Europese Commissie, de andere lidstaten en de gewesten op de hoogte te brengen;
4° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
5° hoeveelheden zaaizaad toe te wijzen aan elke betrokken producent dat in de handel gebracht mag worden;
6° verslag uit te brengen aan de Europese Commissie, de andere lidstaten en de gewesten;
7° de Europese Commissie op de hoogte te brengen van de erkende organisaties.
Art. 76. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 5 november 2015 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van pootaardappelen delegatie om:
1° laboratoria aan te wijzen;
2° beslissingen te nemen over de erkenningen;
3° toestemming te geven om partijen van rassen waarvoor de procedure van inschrijving tot opname in de nationale rassenlijst van landbouwgewassen loopt, in de handel te brengen.
Art. 77. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 20 oktober 2011 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor het in de handel brengen van zaaizaadmengsels van groenvoedergewassen die bestemd zijn voor gebruik bij het behoud van de natuurlijke omgeving, delegatie om:
1° vergunningen te verlenen voor het in de handel brengen van instandhoudingsmengsels;
2° de regio van oorsprong van de instandhoudingsmengsels vast te stellen;
3° de hoeveelheid instandhoudingmengsels toe te wijzen aan elke betrokken producent die in de handel gebracht mag worden;
4° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
5° verslag uit te brengen aan de Europese Commissie en aan de andere lidstaten en gewesten;
6° de Europese Commissie op de hoogte te brengen van de erkende organisaties.
Art. 78. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 8 juli 2016 betreffende de voorschriften voor het etiketteren, plomberen en verpakken van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsook van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt delegatie om keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten en op het in de handel brengen op de nationale markten.
Art. 79. Het afdelingshoofd van de de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 25 juli 2016 betreffende de registratie van leveranciers en van rassen delegatie om:
1° beslissingen te nemen over de opname en het schrappen van natuurlijke of rechtspersonen uit het leveranciersregister;
2° een rassenregister bij te houden en bekend te maken;
3° beslissingen te nemen over de opname of het schrappen van rassen in het rassenregister;
4° opdracht te geven om een ras te laten onderzoeken;
5° beslissingen te nemen over de verlenging van de registratie van een ras.
Art. 80. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 25 augustus 2016 betreffende de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de voorschriften voor fruitgewassen, de specifieke voorschriften waaraan leveranciers moeten voldoen, en de nadere voorschriften voor officiële inspecties delegatie om:
1° keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten en op het in de handel brengen op de nationale markten;
2° beslissingen te nemen over de meest geschikte periode waarin de vruchtdragende planten visueel geïnspecteerd worden;
3° beslissingen te nemen over de erkenning van laboratoria;
4° de risico's op basis van de officiële inspecties te bepalen.
Afdeling 2. - Delegatie inzake FIVA en het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij
Art. 81. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft delegatie om inzake steunmaatregelen in uitvoering van het decreet van 13 mei 1997 houdende oprichting van een Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector:
1° beslissingen te nemen over de toekenning van steun tot een bedrag van 150.000 euro per dossier aan Vlaamse middelen met uitzondering van de dossiers waarbij overheidswaarborg wordt toegekend;
2° alle beslissingen tot toekenning van steun te herzien als de nieuwe totale toegekende steun niet meer bedraagt dan 150.000 euro en als de toegekende waarborg niet stijgt;
3° beslissingen te nemen over de onderhandse verkoop van onroerende goederen die als zekerheid zijn ingebracht voor kredieten met FIVA-waarborg waarbij de prijs niet lager mag zijn dan de schatting door het Comité tot Aankoop van Onroerende Goederen of door de Ontvanger Der Domeinen en Penale Boeten;
4° goedkeuring te verlenen voor een gespreide terugbetaling van de teruggevorderde steun, met een maximum van 50.000 euro tot uiterlijk zestig maanden na de terugvorderingsdatum;
5° goedkeuring te verlenen voor de uitbetaling van verwijlinteresten op de FIVA-waarborg, uitbetalingen waarvoor de initiële afrekening al eerder is goedgekeurd door de minister.
Art. 82. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft delegatie om voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds en Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad:
1° beslissingen te nemen tot toekenning van de aanvullende Europese steun voor de dossiers, vermeld in artikel 81, 1° ;
2° de opdracht te geven tot uitbetaling van de steun;
3° de beslissingen over de toegekende Europese steun te herzien zonder de toegekende steun te verhogen.
Afdeling 3. - Delegatie inzake visserij
Art. 83. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft delegatie om de besluiten over aanvullende nationale quotamaatregelen rechtstreeks aan de minister voor te leggen.
Art. 84. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden en het ministerieel besluit van 9 februari 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden met betrekking tot het kustvisserssegment, alsook tot de opheffing van drie ministeriële besluiten delegatie om:
1° visvergunningen uit te reiken;
2° te beslissen over de samenvoeging van motorvermogens;
3° een bijkomend motorvermogen toe te kennen;
4° te beslissen om een vissersvaartuig te laten opnemen in het kustvisserssegment;
5° te beslissen om de vangstrechtfactor aan te passen;
6° visvergunningen aan te passen;
7° visvergunningen uit te reiken en brutotonnenmaat toe te kennen.
Afdeling 4. - Delegatie inzake kwaliteit dier
Art. 85. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het Fokkerijbesluit van 19 maart 2010 delegatie om:
1° elementen van het activiteitenverslag van de erkende vereniging, organisatie of onderneming vast te leggen;
2° een advies tot opheffing van de erkenning van verenigingen, organisaties en ondernemingen aan de minister te verlenen;
3° de verenigingen of organisaties van fokkers en de onderneming te verplichten om de methode aan te passen voor de uitvoering van prestatieonderzoeken, de berekening van fokwaardeschattingen en de beoordeling van de fokwaarde;
4° genetische commissies op te richten met als doel de coördinatie van foktechnische materies, prestatieonderzoeken en de berekening van fokwaardeschattingen en de werking ervan te regelen;
5° certificaten bij de invoer van sperma af te leveren.
Art. 86. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 17 maart 2005 betreffende de erkenning van gespecialiseerde pluimveebedrijven delegatie om:
1° de zoötechnische erkenning van gespecialiseerde pluimveebedrijven te verlenen, te schorsen en op te heffen;
2° extra voorwaarden op te leggen aan de broederij;
3° de voorwaarden te bepalen van het onuitwisbare merk;
4° afwijkingen toe te staan van de verplichting om de broedeieren te stempelen;
5° de voorwaarden vast te stellen voor de identificatie van de broedeieren.
Art. 87. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2013 houdende vaststelling en organisatie van de indeling van geslachte runderen en van geslachte varkens delegatie om:
1° externe erkende classificeerders en onafhankelijke indelingsbureaus aan te wijzen;
2° het formaat en de vorm van de gegevens te bepalen en goed te keuren;
3° de procedure voor het meedelen van gegevens aan producenten goed te keuren;
4° een voorlopige erkenning te verlenen aan classificeerders;
5° de elementen van de rapportering van een erkende classificeerder vast te stellen;
6° de certificeringsproef uit te voeren en het rapport op te stellen over de erkenning van een indelingsmethode;
7° de conformiteit en betrouwbaarheid van de geïnstalleerde erkende indelingsmethode te testen en op basis daarvan te beslissen over de betrouwbaarheid en conformiteit van de geïnstalleerde erkende indelingsmethode;
8° akkoord te verlenen aan de IVB voor het bezorgen van overzichten van de kwaliteitsklassen;
9° de procedures voor de activiteiten van IVB goed te keuren;
10° de procedure voor de vorming, de begeleiding, de evaluatie en de beoordeling van de controleurs, en de procedures voor het verrichten van vaststellingen door de IVB goed te keuren;
11° de uitvoering van de activiteiten door de CBKc en de IVB te evalueren.
Art. 88. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 23 januari 2004 tot vaststelling van de toepassingsvoorwaarden voor de indeling van geslachte varkens, delegatie om aanvullende voorwaarden van het indelingssysteem en de testprocedure te bepalen.
Afdeling 5. - Delegatie inzake kwaliteitslabels
Art. 89. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2007 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen en de gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen delegatie om de aanvragen tot registratie van geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten in te dienen bij de Europese Commissie.
Art. 90. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen en traditionele aanduidingen van wijnbouwproducten en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken delegatie om de beschermingsaanvraag voor oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen in te dienen bij de Europese Commissie.
Afdeling 6. - Delegatie inzake het landbouwmonitoringsnetwerk
Art. 91. Het afdelingshoofd van de afdeling Kennis, Kwaliteit en Visserij heeft delegatie om namens het Vlaamse Gewest overeenkomsten over deelname aan het landbouwmonitoringsnetwerk met correspondenten en overeenkomsten met derden voor de terbeschikkingstelling van data en gegevens aan het landbouwmonitoringsnetwerk te sluiten, te wijzigen en op te zeggen.
HOOFDSTUK 11. - Aanwijzing van de vertegenwoordiging inzake wederzijdse bijstand bij de invordering van schuldvorderingen
Art. 92. De administrateur-generaal van het agentschap Vlaamse Belastingdienst of zijn gemachtigde is gemachtigd om het departement te vertegenwoordigen in het overlegorgaan, vermeld in artikel 11 van het samenwerkingsakkoord van 26 februari 2014 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest in het kader van de Richtlijn 2010/42/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen en in het kader van de gemengde bilaterale en multilaterale verdragen tussen het Koninkrijk België en een andere Staat of andere Staten die voorzien in een wederzijdse bijstand inzake de invordering van belastingvorderingen. Afhankelijk van de agenda zal de vertegenwoordiger zich laten bijstaan door een deskundige van het departement.
HOOFDSTUK 12. - Mogelijkheid tot subdelegatie
Art. 93. Met het oog op een efficiënte en resultaatgerichte interne organisatie kunnen de afdelingshoofden na akkoord van het hoofd van het departement een deel van de gedelegeerde aangelegenheden verder delegeren aan personeelsleden die onder hun hiërarchische gezag staan, tot op het meest functionele niveau.
De delegaties worden vastgelegd in een besluit van het afdelingshoofd. Dat besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en een afschrift ervan wordt bezorgd aan het hoofd van het departement.
Art. 94. Conform artikel 2, § 4, van het besluit van de Vlaamse regering van 28 maart 2003 tot oprichting van een Vlaams betaalorgaan voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Landbouwgarantiefonds kan de directeur van het Vlaams betaalorgaan de gedelegeerde bevoegdheden verder delegeren aan personeelsleden van het Vlaams betaalorgaan, tot op het meest functionele niveau.
De delegaties worden vastgelegd in een besluit van de directeur van het Vlaams betaalorgaan. Dat besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en een afschrift ervan wordt bezorgd aan het hoofd van het departement.

HOOFDSTUK 13. - Regeling bij vervanging
Art. 95. Het personeelslid dat door het hoofd van het departement tijdelijk wordt aangewezen als waarnemend afdelingshoofd of als afdelingshoofd ad interim, beschikt over dezelfde delegaties als het betrokken afdelingshoofd.
Art. 96. De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van het ambt van titularis is belast of dat hem vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid boven de vermelding van zijn graad en zijn handtekening de formule « Voor (graad van de titularis), afwezig, ».

HOOFDSTUK 14. - Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art. 97. De titularissen van de delegaties nemen de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende delegaties.
De titularissen van de delegaties organiseren het systeem van interne controle en functiescheiding op zodanige wijze dat de verleende delegaties op een doeltreffende en doelmatige wijze worden gebruikt en misbruiken worden vermeden.
Art. 98. Over het gebruik van de bevoegdheden, vermeld in dit besluit, wordt periodiek verantwoording afgelegd aan het hoofd van het departement door middel van rapporteringen.
Het hoofd van het departement kan nadere instructies geven over de inhoud en de periodiciteit van die rapporteringen.
Het hoofd van het departement kan bovendien op ieder ogenblik verantwoording vragen over het gebruik van de delegatie in een bepaalde aangelegenheid.
Art. 99. De volgende regelingen worden opgeheven:
1° het besluit van de secretaris-generaal van 31 maart 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van het Departement Landbouw en Visserij, gewijzigd bij de besluiten van de secretaris-generaal van 15 juli 2015, 3 december 2015, 29 maart 2016 en 23 juni 2016;
2° besluit van de directeur van het Vlaams betaalorgaan van 31 maart 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van het Vlaams betaalorgaan, gewijzigd bij de besluiten van de directeur van het Vlaams betaalorgaan van 5 april 2016 en 23 juni 2016;
3° besluit van het afdelingshoofd van 14 april 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Organisatiebeleid, Financiën en Communicatie, gewijzigd bij de besluiten van het afdelingshoofd van 5 april 2016 en 23 juni 2016;
4° besluit van het afdelingshoofd van 14 april 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen, gewijzigd bij het besluit van het afdelingshoofd van 27 juni 2016;
5° besluit van het afdelingshoofd van 15 april 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Voorlichting, Doelgroepenbeleid en Kwaliteit Plant, gewijzigd bij de besluiten van het afdelingshoofd van 7 december 2015 en 28 juni 2016;
6° besluit van het afdelingshoofd van 16 april 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Inkomenssteun, gewijzigd bij de besluiten van het afdelingshoofd van 5 december 2015 en 28 juni 2016;
7° besluit van het afdelingshoofd van 16 april 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Visserijbeleid en Kwaliteit Dier;
8° besluit van het afdelingshoofd van 23 april 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Monitoring en Studie, gewijzigd bij het besluit van het afdelingshoofd van 1 juli 2016;
9° besluit van het afdelingshoofd van 23 april 2015 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Digitale Ondersteuning, gewijzigd bij de besluiten van het afdelingshoofd van 2 juni 2015, 20 april 2016 en 30 juni 2016;
10° besluit van het afdelingshoofd van 1 april 2016 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van de afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving, gewijzigd bij de besluiten van het afdelingshoofd van 23 juni 2016 en 21 december 2016.
Art. 100. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2017.

Brussel, 24 maart 2017.
De secretaris-generaal van het Departement Landbouw en Visserij,
J. VAN LIEFFERINGE



  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer