Naast een uitbreiding van de jachtperiode, vraagt hij bijkomende maatregelen om contact te vermijden tussen wilde en gedomesticeerde dieren, om zo het risico op ziekteverspreiding te beperken.
Eind vorige week raakte bekend dat er in Vlaanderen vorig jaar 870 everzwijnen geschoten werden door jagers. In Wallonië is de everzwijnenpopulatie zo groot geworden dat er volgens federaal landbouwminister Willy Borsus dringend ingegrepen moet worden. "Ik ondersteun uiteraard de jacht, net als de belangrijke inspanningen die al geleverd zijn door jagers. Maar zonder bijkomende concrete acties om het aantal everzwijnen terug te dringen, zijn het nogmaals de landbouwers die de gevolgen dragen van een situatie die zij niet gewenst hebben", stelt de minister. "Op een moment dat de landbouw al een crisis doorgaat, is het compleet abnormaal om hen met bijkomende verliezen te confronteren."
Borsus rekent op zijn Waalse collega René Collin, bevoegd voor zowel landbouw als natuur, om het evenwicht op het terrein te herstellen. Collin laat - vanuit China - weten dat hij helemaal niet gewacht heeft om actie te ondernemen. Zo vroeg hij zijn administratie in januari al om zo snel mogelijk elke drijfjacht op everzwijnen goed te keuren. En komt het toch tot schade, dan kunnen landbouwers beroep doen op een wet uit 1961, verzekert hij. Zo werden in 2015 voor 337.000 euro vergoedingen uitgekeerd.
Een verlenging van het jachtseizoen lijkt Collin echter geen goed idee. Voor de veiligheid, maar ook gezien de complexe evenwichten in de wet. "Het hele jaar door bijvoorbeeld systematisch drijfjachten toelaten, gaat in tegen de elementaire voorzorgprincipes", besluit hij. Dat beide ministers botsen over de kwestie, is volgens persagentschap Belga geen toeval. Allebei hebben ze immers de ambitie om volgend jaar in de Luxemburgse stad Marche-en-Famenne naar de kiezer te trekken in de strijd om de burgemeestersjerp.