DE ADMINISTRATEUR-GENERAAL VAN HET AGENTSCHAP VOOR NATUUR EN BOS,
Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, laatst gewijzigd bij het decreet van 4 mei 2016;
Gelet op het decreet van 7 december 2007 houdende de wettelijke en decretale aanpassingen inzake leefmilieu, natuurbehoud en energie als gevolg van het bestuurlijk beleid;
Gelet op het besluit van Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Natuur en Bos, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 en 18 oktober 2013;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 tot operationalisering van het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 maart 2008 houdende de aanpassing van de regelgeving van het beleidsdomein leefmilieu, natuur en energie als gevolg van het bestuurlijk beleid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 houdende verdere aanpassing van de sectorale regelgeving leefmilieu, natuur en energie aan het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen, artikel 20;
Gelet op het ministerieel besluit van 13 november 2006 tot regeling van specifieke en aanvullende delegatie van beslissingsbevoegdheden aan het hoofd van het intern verzelfstandigd Agentschap voor Natuur en Bos, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 30 november 2009 en 26 mei 2015;
Gelet op het besluit van de administrateur-generaal van het Agentschap voor Natuur en Bos van 16 november 2015 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden;
Gelet op het besluit van de algemeen directeur van het Agentschap voor Natuur en Bos van 16 november 2015 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden;
Gelet op het besluit van het afdelingshoofd adviezen, vergunningen, erkenningen en subsidies van het Agentschap voor Natuur en Bos van 16 november 2015 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden;
Gelet op het besluit van de directeur strategie en innovatie van het Agentschap voor Natuur en Bos van 16 november 2015 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden;
Gelet op het besluit van de directeur gebiedsgerichte werking en relatiebeheer van het Agentschap voor Natuur en Bos van 16 november 2015 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden;
Gelet op het besluit van de directeur Staf en Ondersteunende Diensten van het Agentschap voor Natuur en Bos van 16 november 2015 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden;
Gelet op het besluit van de directeur Terreinbeheer Oost van het Agentschap voor Natuur en Bos van 16 november 2015 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden;
Gelet op het besluit van de directeur Terreinbeheer West van het Agentschap voor Natuur en Bos van 16 november 2015 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden,
BESLUIT :
Hoofdstuk 1. - Algemene bepalingen
Afdeling 1. Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° agentschap: het Agentschap voor Natuur en Bos opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid van 23 december 2005;
2° administrateur-generaal: de administrateur-generaal van het Agentschap voor Natuur en Bos;
3° entiteit: de volgende functioneel onderscheiden onderdelen van het Agentschap :
a) Communicatie;
b) Koepel Terreinbeheer;
c) Operationeel Terreinbeheer;
d) AVES;
e) Staf en Ondersteunende Diensten;
f) Gebiedsgerichte werking;
g) Strategische Beleid;
h) Natuurinspectie, Schelde- en IHD programma's;
4° algemeen directeur: het personeelslid, houder van een managementfunctie die zich organiek en functioneel situeert tussen het N-niveau en het niveau N-1, en die belast is met de leiding van een entiteit op laatstgenoemde niveau binnen het agentschap;
5° het betaalsysteem vereffenaar kort: het betaalsysteem zoals bepaald in het vigerende decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap;
6° decreet van 21 oktober 1997: het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.
Afdeling 2. Algemene regels inzake delegaties
Art. 2. De delegaties die bij dit besluit worden verleend, worden slechts toegekend binnen de perken van de algemene bevoegdheid van de administrateur-generaal die als eindverantwoordelijke bevoegd is voor de sturing en voor het geheel van de activiteiten van het agentschap.
Art. 3. De administrateur-generaal kan met betrekking tot het gebruik van de delegaties die bij dit besluit worden verleend nadere instructies geven met betrekking tot de toepassing ervan.
Art. 4. De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan de persoon die is belast met de waarneming van het ambt van een persoon die door dit besluit bepaalde delegaties krijgt, die een dergelijke persoon vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering, of die op enigerlei wijze voorzien in het toepasselijke personeelsstatuut het ambt van een dergelijke persoon daadwerkelijk uitoefent.
Voor de in het eerste lid vermelde gevallen worden de volgende ondertekenformules gebruikt :
1° in geval van waarneming van het ambt: "voor (de naam van de persoon in kwestie), waarnemend";
2° in geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering: "voor (de naam van de persoon in kwestie), afwezig".
Art. 5. § 1. De bij dit besluit verleende delegaties worden verleend met dien verstande dat zij ten allen tijde kunnen worden uitgeoefend door een hiërarchisch meerdere van de persoon aan wie de delegatie is verleend.
§ 2. De bij dit besluit verleende delegaties kunnen door de administrateur-generaal worden geschorst of ingetrokken.
Art. 6. De bij dit besluit verleende delegaties kunnen, in overleg met de administrateur-generaal, verder worden gedelegeerd aan personeelsleden van de entiteit in kwestie.
De verder gedelegeerde delegaties vermeld in het eerste lid worden vastgelegd in een besluit van het hoofd van de entiteit in kwestie, dat vervolgens ter kennis wordt gebracht van de administrateur-generaal.
Art. 7. In geval van twijfel over de toepassing van dit besluit moet overleg gepleegd worden in de directieraad van het agentschap.
Art. 8. Bij het uitoefenen van de bij dit besluit verleende delegaties wordt de nodige zorgvuldigheid in acht genomen.
Art. 9. § 1. De administrateur-generaal kan aan de personen die door dit besluit bepaalde delegaties krijgen vragen om driemaandelijks te rapporteren over het gebruik van de delegaties die hen door dit besluit verleend zijn.
De in het eerste lid vermelde rapportage gebeurt op een gestructureerde, exacte, toegankelijke, beknopte en ter zake doende wijze.
De in het eerste lid vermelde rapportage omvat zowel de beslissingen die werden genomen, de beslissingen die niet binnen de gestelde termijn worden genomen als de beslissingen die nog te nemen zijn.
§ 2. De administrateur-generaal kan nadere instructies geven betrekking tot de rapportage vermeld in paragraaf 1.
Art. 10. Alle bedragen vermeld in dit besluit zijn exclusief BTW.
Art. 11. In de mate dat door dit besluit verleende delegaties hun basis vinden in regelgeving, blijven zij overeenkomstig van kracht indien die regelgeving wordt gewijzigd, aangevuld of vervangen.
Art. 12. De functie van bos- en natuurwachter zoals bedoeld in de bijlage bij de wet van 3 februari 2003 houdende diverse wijzigingen aan de wetgeving betreffende de pensioenen van de openbare sector, die de functies vastlegt waar voor de pensioenberekening de preferentiële noemer van de "actieve diensten" wordt gebruikt, wordt in het Vlaams Gewest uitgeoefend door de boswachters, beleidsadviseurs en natuurinspecteurs.
Hoofdstuk 2. - Algemene delegaties en algemene beperkingen op delegaties
Art. 13. § 1. De algemeen directeur en de hoofden van de entiteiten hebben elk voor zich delegatie voor de volgende taken met betrekking tot de aangelegenheden die verband houden met hun opdracht en met de opdracht van de entiteit in kwestie :
1° beslissingen nemen die nodig zijn in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de gedelegeerde aangelegenheden;
2° beslissingen nemen die van ondergeschikt belang of van aanvullende aard zijn maar die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de gedelegeerde aangelegenheden;
3° uitgaven goedkeuren die dienen te worden verricht in het kader van de verleende delegaties;
4° dagdagelijkse correspondentie voeren die verband houdt met de opdracht van de persoon en de entiteit in kwestie;
5° beslissingen nemen over aanvragen tot openbaarmaking van bestuursdocumenten;
6° aangetekende zendingen in ontvangst nemen;
7° uittreksels en afschriften van documenten eensluidend verklaren en afleveren;
8° presentiegelden, binnenlandse reisvergoedingen, maaltijd- en dagvergoedingen voor binnenlandse dienstreizen goedkeuren van personeelsleden van zijn entiteit, alsook van de aan zijn bevoegdheden verbonden advies- en overlegorganen;
9° allerlei uitgaven goedkeuren andere dan deze die betrekking hebben op overheidsopdrachten of overeenkomsten. Het betreft uitgaven met betrekking tot retributies, heffingen of belastingen;
10° verloven en individuele dienstvrijstellingen toestaan;
11° beslissingen nemen inzake aangelegenheden met betrekking tot de arbeidsgeneeskunde;
12° contracten ondertekenen op basis waarvan personen tijdelijk een stage kunnen lopen;
13° de uitgave van werkingskosten en schuldvorderingen voortvloeiend uit overheidsopdrachten met betrekking tot het betaalsysteem vereffenaar kort tot een bedrag van 8.500 euro, exclusief BTW;
14° vertegenwoordigers aanduiden en voordragen voor deelname aan commissies, stuurgroepen of andere overlegfora, met uitzondering van voordrachten of afvaardigingen van vertegenwoordigers ten aanzien van parlementen, regeringen, ministers of kabinetten;
15° overeenkomsten afsluiten met een andere overheid, waarvan de financiële implicatie maximaal 7.000,00 EUR bedraagt.
Andere personen die door dit besluit bepaalde delegaties krijgen dan de algemeen directeur en de hoofden van de entiteiten, alsook voor de leidinggevende technische ondersteuning van de entiteit Operationeel Terreinbeheer, de adjunct-directeur Scheldeprogramma, de programmacoördinator IHD-programma, de entiteitscoördinatoren en de vormingsverantwoordelijke voor zover dit betrekking heeft op vorming, hebben elk voor zich delegatie voor de taken vermeld in het eerste lid, 1°, 2°, 4°, 5°, 6°, 7°, 8°, 10°, 11° en 13°, met betrekking tot de aangelegenheden die verband houden met hun opdracht.
Boswachters hebben elk voor zich delegatie voor de taken vermeld in het eerste lid, 1°, 2°, 4°, 5°, 6°, 7° en 8°, met betrekking tot de aangelegenheden die verband houden met hun opdracht.
§ 2. Personen die in dit besluit delegaties krijgen inzake overheidsopdrachten, kunnen medewerkers machtigen om bepaalde taken uit te oefenen.
De gemachtigde personeelsleden hebben delegatie om inzake overheidsopdrachten met betrekking tot de aangelegenheden die verband houden met zijn opdracht, binnen de goedgekeurde begroting, en die binnen de delegatie van de persoon vallen, alle documenten te ondertekenen in uitvoering van de gunningsbeslissing en de vastlegging.
Zij hebben verder delegatie om :
1° meerprestaties en verrekeningen, alsook de voorafgaande wijzigingsbevelen en bijaktes, inhoudelijk goed te keuren tot een gezamenlijke financiële weerslag van 5 % boven het initiële gunningsbedrag tot maximaal 8.500,00 EUR;
2° het beslissen tot het toekennen van een schadevergoeding in het kader van artikels 54, 55 en 56 het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels, tot maximaal 8.500,00 EUR;
3° het kwijtschelden of teruggave van boetes en straffen tot gezamenlijk maximaal 8.500,00 EUR;
4° het toekennen van een termijnverlenging;
5° het toepassen van een korting wegens minwaarden tot gezamenlijk maximaal 8.500,00 EUR.
Art. 14. De delegaties die bij dit besluit worden verleend zijn onderworpen aan de volgende algemene beperkingen :
1° ze kunnen uitsluitend worden uitgeoefend binnen de grenzen van de taakstelling van de entiteit waaraan de persoon leiding geeft;
2° zij worden uitsluitend verleend binnen de perken van de goedgekeurde begroting van het agentschap en binnen de begroting van de entiteit in kwestie;
3° ze houden geen delegatie in met betrekking tot :
a) principiële zaken die het agentschap als entiteit aanbelangen;
b) conflictueuze zaken waarin het agentschap als entiteit betrokken is;
c) zaken waarbij het imago van het agentschap in het gedrang komt;
d) het financieel beleid van het agentschap;
e) strategisch beleid en strategische initiatieven;
f) het opstellen en bijstellen van het ondernemingsplan;
4° ze houden geen delegatie in tot communicatie met de volgende instellingen en personen :
a) het Rekenhof;
b) de Vlaamse Regering, haar ministers of kabinetten;
c) parlementen;
d) de Europese Unie of haar vertegenwoordigers;
e) de N-functies van administraties;
5° ze houden geen delegatie in tot het in ontvangst nemen van de dagvaardingen, betekend aan de Vlaamse Gemeenschap en/of het Vlaamse Gewest.
Hoofdstuk 3. - Delegaties inzake overheidsopdrachten en financiële aspecten
Afdeling 1. Delegaties aan de algemeen directeur
Art. 15. § 1. De algemeen directeur heeft inzake overheidsopdrachten met betrekking tot de aangelegenheden die verband houdt met zijn opdracht, binnen de goedgekeurde begroting, delegatie voor de keuze van de gunningswijze, de goedkeuring van het bestek, het gunnen van overheidsopdrachten en de uitvoering ervan, voor zover de opdrachten zijn opgenomen in het goedgekeurd ondernemingsplan en, voor zover relevant, het ondernemingsplan van het komend jaar, of voorzien zijn op het budget van het agentschap.
De in het eerste lid vermelde delegatie aan de algemeen directeur is onderworpen aan de volgende algemene begrenzingen :
1° indien het een open aanbesteding of een open offerteaanvraag voor werken betreft mag het bedrag, geraamd in het ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger zijn dan 500.000 euro; in het geval van leveringen wordt dit bedrag verhoogd tot 600.000 euro; in geval van diensten wordt dit bedrag verlaagd tot 400.000 euro;
2° indien het een beperkte aanbesteding of een beperkte offerteaanvraag voor werken betreft mag het bedrag, geraamd in het ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger zijn dan 150.000 euro; in het geval van leveringen wordt dit bedrag verhoogd tot 200.000 euro; in geval van diensten wordt dit bedrag verlaagd tot 100.000 euro;
3° indien het een onderhandelingsprocedure met bekendmaking voor werken en leveringen betreft mag het bedrag, geraamd in het ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger zijn dan 150.000 euro; in geval van diensten wordt dit bedrag verhoogd tot 250.000 euro;
4° indien het een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking voor werken betreft mag het bedrag, geraamd in het ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger zijn dan 85.000 euro; voor leveringen en diensten geldt hetzelfde bedrag;
5° indien het een verrekening of een bijakte betreft mag het gecumuleerd bedrag in min of in meer afzonderlijk niet hoger zijn dan 15 % van het bedrag waartegen de opdracht werd gegund.
§ 2. De delegaties bepaald in paragraaf 1 zijn alleen van toepassing in de mate dat :
1° voor wat de goedkeuring van de aanbestedingsbescheiden betreft het bedrag van de raming niet hoger is dan het geprogrammeerde bedrag plus maximaal 10 %;
2° voor wat de gunning van opdrachten betreft het bedrag van de inschrijving niet hoger is dan het bedrag van de raming plus maximaal 10 % en het bedrag van de inschrijving niet hoger is dan het geprogrammeerde bedrag plus maximaal 15 %.
§ 3. De delegaties bepaald in paragraaf 1 zijn van toepassing op gezamenlijke opdrachten als vermeld in artikel 38 van de wet Overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, indien het aandeel van het agentschap in de gezamenlijke opdracht niet hoger is dan de in paragraaf 1 respectievelijk bepaalde bedragen.
§ 4. De delegaties bepaald in paragraaf 1 strekt zich niet uit tot het nemen van maatregelen van ambtswege overeenkomstig de onderscheiden bepalingen van het koninklijk besluit tot bepalingen van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van 14 januari 2013.
§ 5. De algemeen directeur heeft delegatie om, binnen de perken van de geopende kredieten, opdrachten te gunnen volgens een onderhandelingsprocedure, die niet zijn opgenomen in een goedgekeurd inhoudelijk programma op voorwaarde dat het handelt om hoogdringende opdrachten waarbij er een reëel gevaar dreigt voor personen en/of goederen, en voor zover het bedrag van de opdracht niet hoger is dan de volgende bedragen :
1° 30.000 euro voor werken;
2° 18.500 euro voor leveringen;
3° 7.500 euro voor diensten.
Een afschrift van de betekening van de in het eerste lid vermelde gunning wordt binnen de 24 uur meegedeeld aan de administrateur-generaal.
§ 6. De algemeen directeur heeft delegatie om inzake overheidsopdrachten met betrekking tot de aangelegenheden die verband houden met zijn opdracht, binnen de goedgekeurde begroting, en die binnen de delegatie van de administrateur-generaal vallen, alle documenten te ondertekenen in uitvoering van de gunningsbeslissing en de vastlegging, onverminderd paragraaf 4.
Art. 16. Onverminderd artikel 15, met name wat betreft het sluiten van overeenkomsten in het kader van overheidsopdrachten, heeft de algemeen directeur delegatie voor het afsluiten van overeenkomsten, behalve in de volgende gevallen :
1° als de jaarlijkse financiële implicatie van de overeenkomst in uitgave groter is dan 18.500 euro;
2° als de overeenkomst de toekenning van een zakelijk recht, een huur of een concessie inhoudt, waarvan de totale inkomst over de duurtijd van de overeenkomst groter is dan of gelijk is aan 18.500 euro.
Art. 17. De algemeen directeur heeft delegatie voor het goedkeuren van allerlei uitgaven andere dan deze die betrekking hebben op overheidsopdrachten of overeenkomsten tot een bedrag van 7.500 euro.
De delegatie in het eerste lid betreft uitgaven met betrekking tot retributies, heffingen of belastingen.
Afdeling 2. Delegaties aan de hoofden van de entiteiten
Art. 18. § 1. De hoofden van de entiteiten hebben inzake overheidsopdrachten, met betrekking tot de aangelegenheden die verband houdt met hun opdracht, binnen de goedgekeurde begroting, delegatie voor de keuze van de gunningswijze, de goedkeuring van het bestek, het gunnen van overheidsopdrachten en de uitvoering ervan, voor zover de opdrachten zijn opgenomen in het goedgekeurd ondernemingsplan en, voor zover relevant, het ondernemingsplan van het komend jaar, of voorzien zijn op het budget van het agentschap.
De in het eerste lid vermelde delegatie is onderworpen aan de volgende begrenzingen :
1° indien het een open aanbesteding of een open offerteaanvraag voor werken betreft mag het bedrag, geraamd in het ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger zijn dan 500.000 euro; in het geval van leveringen wordt dit bedrag verhoogd tot 600.000 euro; in geval van diensten wordt dit bedrag verlaagd tot 250.000 euro;
2° indien het een beperkte aanbesteding of een beperkte offerteaanvraag voor werken en leveringen betreft mag het bedrag, geraamd in het ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger zijn dan 150.000 euro; in geval van diensten wordt dit bedrag verlaagd tot 75.000 euro;
3° indien het een onderhandelingsprocedure met bekendmaking voor werken of leveringen betreft mag het bedrag, geraamd in het ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger zijn dan 150.000 euro; in geval van diensten wordt dit bedrag verhoogd tot 250.000 euro;
4° indien het een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking voor werken betreft mag het bedrag, geraamd in het ondernemingsplan, respectievelijk het budget, niet hoger zijn dan 85.000 euro; voor leveringen en diensten geldt hetzelfde bedrag;
5° indien het, onverminderd punt 4° van dit artikel, een ramingsstaat, een verrekening of een bijakte betreft mag het gecumuleerd bedrag in min of in meer afzonderlijk niet hoger zijn dan 15 % van het bedrag waarvoor de opdracht werd gegund.
§ 2. De delegaties bepaald in paragraaf 1 zijn slechts van toepassing in de mate :
1° voor wat de goedkeuring van de aanbestedingsbescheiden betreft, het bedrag van de raming niet hoger is dan het geprogrammeerde bedrag plus maximaal 10 %;
2° voor wat de gunning van de opdrachten betreft, het bedrag van de inschrijving niet hoger is dan het bedrag van de raming plus maximaal 10 %, en het bedrag van de inschrijving niet hoger is dan het geprogrammeerde bedrag plus maximaal 15 % .
§ 3. De delegaties bepaald in paragraaf 1 zijn van toepassing op gezamenlijke opdrachten als vermeld in artikel 38 van de wet Overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, indien het aandeel van het agentschap in de gezamenlijke opdracht niet hoger is dan de in paragraaf 1 en paragraaf 2 respectievelijk bepaalde bedragen.
§ 4. De delegaties bepaald in paragraaf 1 strekt zich niet uit tot het nemen van maatregelen van ambtswege overeenkomstig de onderscheiden bepalingen van het koninklijk besluit tot bepalingen van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van 14 januari 2013.
§ 5. De hoofden van de entiteiten hebben, ieder voor zich, delegatie om, binnen de perken van de geopende kredieten, opdrachten te gunnen volgens een onderhandelingsprocedure, die niet zijn opgenomen in het goedgekeurd ondernemingsplan op voorwaarde dat het handelt om hoogdringende opdrachten waarbij er een reëel gevaar dreigt voor personen en/of goederen, en voor zover het bedrag van de opdracht niet hoger is dan 15.000,00 euro, ongeacht of het werken, leveringen of diensten betreft.
Een afschrift van de betekening van de in het eerste lid vermelde gunning wordt binnen de 24 uur meegedeeld aan het hoofd van het agentschap.
§ 6. De hoofden van de entiteiten hebben delegatie om inzake overheidsopdrachten met betrekking tot de aangelegenheden die verband houden met hun opdracht, binnen de goedgekeurde begroting, en die binnen de delegatie van de administrateur-generaal vallen, alle documenten te ondertekenen in uitvoering van de gunningsbeslissing en de vastlegging, onverminderd paragraaf 4.
Art. 19. Onverminderd artikel 18, met name wat betreft het sluiten van overeenkomsten in het kader van overheidsopdrachten, hebben de hoofden van de entiteiten, ieder voor zich, delegatie voor het afsluiten van overeenkomsten, behalve wanneer de financiële implicatie van de overeenkomst in uitgave groter is dan 5.000 euro.
Hoofdstuk 4. - Specifieke delegaties verleend aan de entiteit Natuurinspectie, Schelde- en IHD-programma's
Art. 20. § 1. De algemeen directeur heeft delegatie voor de volgende taken :
1° de opvolging, aansturing en/of coördinatie van specifieke door de administrateur-generaal aangeduide projecten. Per project worden specifieke afspraken gemaakt;
2° het nemen van beslissingen in verband met het verlenen van toegang tot of verbinding met het Rijksregister, in verband met aanvragen van machtigingen bij de Privacycommissie en bij de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen;
§ 2. De algemeen directeur heeft delegatie voor de activiteiten van het agentschap met betrekking tot natuurinspectie. Daaronder moeten onder meer de volgende taak worden begrepen :
1° in uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 11 oktober 2002 tot bepaling van de wapens die tot de reglementaire uitrusting behoren van sommige ambtenaren van het Agentschap voor Natuur en Bos en tot vaststelling van de bijzonder bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren en het dragen van wapens, de personeelsleden van de natuurinspectie aan te wijzen die gerechtigd zijn om een geweer met gladde loop of met getrokken loop te dragen tijdens faunabeheeractiviteiten in dienstopdracht onder de volgende voorwaarden :
a) in het bezit zijn van een geldig jachtverlof;
b) daartoe aangewezen zijn door de algemeen directeur of bij delegatie door het celhoofd natuurinspectie.
Art. 21. De celhoofden natuurinspectie hebben delegatie voor volgende taken :
1° advies verlenen betreffende de aanduiding van wachters van bossen van bijzondere personen als vermeld in artikel 177 van het Boswetboek van 19 december 1854 en artikel 61 Veldwetboek van 7 oktober 1886;
2° jachtwapens inspecteren en opbergen als vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2002 tot bepaling van de wapens die tot de reglementaire uitrusting behoren van sommige ambtenaren van het Agentschap voor Natuur en Bos en tot vaststelling van de bijzondere bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren en het dragen van wapens;
3° munitie bestellen voor handhavingswapens en jachtwapens als vermeld in artikel 2, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2002 tot bepaling van de wapens die tot de reglementaire uitrusting behoren van sommige ambtenaren van het Agentschap voor Natuur en Bos en tot vaststelling van de bijzondere bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren en het dragen van wapens;
4° de functie van gemachtigde ambtenaar uitoefenen als vermeld in artikel 5, § 1, en 6, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2002 tot bepaling van de wapens die tot de reglementaire uitrusting behoren van sommige ambtenaren van het Agentschap voor Natuur en Bos en tot vaststelling van de bijzondere bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren en het dragen van wapens.
Art. 22. De celhoofden natuurinspectie en de natuurinspecteurs hebben delegatie voor volgende taken :
1° overtredingen op het Veldwetboek van 7 oktober 1886 opsporen en vaststellen door middel van proces-verbaal;
2° in uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 11 oktober 2002 tot bepaling van de wapens die tot de reglementaire uitrusting behoren van sommige ambtenaren van het Agentschap voor Natuur en Bos en tot vaststelling van de bijzonder bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren en het dragen van wapens, om volgende wapens onder zich te hebben en te dragen tijdens operationele natuurinspectie-opdrachten, voor zover zij voldoen aan de gestelde voorwaarden :
a) een dienstpistool;
b) een busje anti-agressiegas;
c) een telescopische wapenstok;
Hoofdstuk 5. - Specifieke delegaties verleend aan de entiteit Gebiedsgerichte Werking
Art. 23. § 1. Het hoofd van de entiteit Gebiedsgerichte Werking heeft delegatie voor de volgende taken in uitvoering van het Bosdecreet van 13 juni 1990 en zijn uitvoeringsbesluiten :
1° overeenkomsten sluiten ter bevordering van de gebiedsgerichte uitbreiding van het bosareaal die gericht is op duurzaam bosbeheer, zoals voorzien in artikel 6bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990, behoudens wanneer de jaarlijkse kost voor het agentschap meer dan 7.000 euro bedraagt;
2° een vertegenwoordiger van het agentschap aanduiden om te zetelen in de adviescommissie als vermeld in artikel 16 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 januari 1993 betreffende de aanwijzing of erkenning en het beheer van bosreservaten.
§ 2. Het hoofd van de entiteit Gebiedsgerichte Werking heeft delegatie voor de opvolging, aansturing en coördinatie van projecten binnen het kader van het Europese Life-programma.
Art. 24. De adjunct-directeur relatiebeheer heeft delegatie om deel te nemen aan algemene vergaderingen van verenigingen van wildbeheereenheden als vermeld in artikel 26 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014.
Hoofdstuk 6. - Specifieke delegaties aan de entiteit AVES
Art. 25. § 1. Het hoofd van de entiteit AVES heeft delegatie voor de volgende taken in uitvoering van het Bosdecreet van 13 juni 1990 en zijn uitvoeringsbesluiten :
1° machtigingen verlenen om af te wijken van een goedgekeurd beheerplan als vermeld in artikel 44, 50, 81, 96 en 97 van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
2° het beheerplan goedkeuren voor bosreservaten als vermeld in artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 1993 tot vaststellen van de regelen betreffende de aanwijzing of erkenning en het beheer van bosreservaten;
3° aanvragen in ontvangst nemen als vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 1993 tot vaststelling van regelen betreffende de aanwijzing of erkenning en het beheer van bosreservaten;
4° beheerplannen goedkeuren van domeinbossen als vermeld in artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 2003 betreffende de beheerplannen van de bossen.
§ 2. Het hoofd van de entiteit AVES om het beroep behandelen tegen de beslissing van een arrondissementscommissaris over een jachtverlof of een jachtvergunning als vermeld in artikel 16 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014.
§ 3. Het hoofd van de entiteit AVES heeft delegatie voor de volgende taken in uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 en zijn uitvoeringsbesluiten :
1° het beheerplan goedkeuren voor Vlaamse natuurreservaten als vermeld in artikel 34, § 2, van het decreet van 21 oktober 1997;
2° advies verlenen als vermeld in artikel 36ter, § 3, van het decreet van 21 oktober 1997;
3° een monitoringsrapport goedkeuren als vermeld in artikel 19 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 juni 2003 houdende de vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van natuurreservaten en van terreinbeherende verenigingen en houdende toekenning van subsidies;
4° nadere regels vaststellen over de te leveren monitoringgegevens en de vorm en modaliteiten van de rapporten als vermeld in artikel 19, § 4, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 2003 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van natuurreservaten en van terreinbeherende natuurverenigingen en houdende toekenning van subsidies.
Art. 26. § 1. De adjunct-directeurs AVES Oost- & West-Vlaanderen, Antwerpen en Vlaams-Brabant & Limburg hebben delegatie voor de volgende taken in uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij en zijn uitvoeringsbesluiten :
1° het vissen, het toepassen van sommige wijzen van vissen, het vangen van sommige vissoorten of categorieën evenals het gebruik van bijzonder lokazen of tuigen tijdelijk toestaan of verbieden als vermeld in artikel 14 van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, met het oog op proefnemingen of op het gewestelijk of plaatselijk nut;
2° machtigingen verlenen voor het vangen of vervoeren van vissen of kreeften als vermeld in artikel 17 van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij;
3° machtigingen verlenen om vis uit te storten in de wateren waarop de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij van toepassing is als vermeld in artikel 25 van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij;
4° hengelwedstrijden toelaten als vermeld in artikel 9 en 16 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013 tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij.
§ 2. De adjunct-directeurs AVES Oost- & West-Vlaanderen, Antwerpen en Vlaams-Brabant & Limburg hebben delegatie voor de volgende taken in uitvoering van het Bosdecreet van 13 juni 1990 en zijn uitvoeringsbesluiten :
1° machtigingen verlenen als vermeld in artikel 20, 30, 50, 81, vierde lid, 90, tweede lid, 96, 97, § 1 en § 2, en 99, van het Bosdecreet van 13 juni 1990, in het geval er geen goedgekeurd beheerplan is;
2° factoren vaststellen die een noodgedwongen kapping tot opruiming, voortvloeiend uit gehele of gedeeltelijke bestandsvernietiging verantwoorden als vermeld in artikel 94 van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
3° beheerplannen goedkeuren van openbare bossen of privé-bossen als vermeld in artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 2003 betreffende de beheerplannen van de bossen;
4° machtigingen verlenen voor het uitoefenen van risicovolle activiteiten als vermeld in artikel 2, § 3, van het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2008 betreffende de toegankelijkheid van de bossen en de natuurreservaten.
§ 3. De adjunct-directeurs AVES Oost- & West-Vlaanderen, Antwerpen en Vlaams-Brabant & Limburg hebben delegatie voor de volgende taken in uitvoering van het Jachtdecreet van 24 juli 1991 en zijn uitvoeringsbesluiten :
1° machtigingen verlenen voor het uitzetten, verkopen, kopen, te koop te stellen, vervoeren of venten met welk middel ook van levende konijnen of vossen als vermeld in artikel 23, vijfde lid, van het Jachtdecreet van 24 juli 1991;
2° alle taken waarnemen die zijn toegewezen aan de ambtenaar als vermeld in het Soortenschadebesluit van 3 juli 2009, ongeacht het bedrag;
3° de documenten in ontvangst nemen met betrekking tot een aanvraag tot erkenning of tot verlenging van een erkenning van een wildbeheereenheid als vermeld in artikel 24, § 1, van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014;
4° de taak uitvoeren van aangewezen personeelslid als vermeld in artikel 24, § 1, 28, 37, 44, § 2 en 47, § 2 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014;
5° afwijkingen verlenen als vermeld in artikel 60 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014;
6° de bijzondere jacht beperken of verbieden als vermeld in artikel 30 van het Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014;
7° afwijkingen verlenen als vermeld in artikel 59 van het Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014;
8° afwijkingen verlenen voor het vervoer van levend wild of eieren van wild buiten de openingstijden van de soort in kwestie als vermeld in artikel 64 van het Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014.
§ 4. De adjunct-directeurs AVES Oost- & West-Vlaanderen, Antwerpen en Vlaams-Brabant & Limburg hebben delegatie voor de volgende taken in uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 en zijn uitvoeringsbesluiten:
1° individuele ontheffingen verlenen van de verbodsbepalingen in artikel 25, § 3, 2°, van het decreet van 21 oktober 1997 als vermeld in artikel 28, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 november 2003 houdende maatregelen ter uitvoering van het gebiedsgericht natuurbeleid;
2° ontheffingen toestaan van de verbodsbepalingen in artikel 35, § 2, van het decreet van 21 oktober 1997;
3° individuele ontheffingen verlenen als vermeld in artikel 28, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 november 2003 houdende maatregelen ter uitvoering van het gebiedsgericht natuurbeleid;
4° afwijkingen verlenen als vermeld in artikel 19 van het Soortenbesluit van 15 mei 2009.
§ 5. De adjunct-directeurs AVES Oost- & West-Vlaanderen, Antwerpen en Vlaams-Brabant & Limburg hebben delegatie voor de volgende overige taken:
1° adviezen verlenen die in regelgeving voorzien zijn in hoofde van het agentschap, met uitzondering van het advies dat wordt gevraagd in het kader van het recht van voorkoop vermeld in artikel 6 van het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;
2° afwijkingen toe te staan met betrekking tot het maaitijdstip en het verwijderen van het maaisel op de bermen als vermeld artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1984 houdende maatregelen inzake natuurbehoud op de bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen.
Voor de delegatie als vermeld in het eerste lid, 1°, kunnen de adjunct-directeurs AVES Oost- & West-Vlaanderen, Antwerpen en Vlaams-Brabant & Limburg, in functie van een efficiënte dossierbehandeling, werkafspraken maken met de dossierbehandelaars AVES. Conform die werkafspraken wordt de delegatie voor het verlenen van de betrokken adviezen toegekend aan de dossierbehandelaars. De werkafspraken moeten worden meegedeeld aan het hoofd van de entiteit AVES, die er mee instemt.
Hoofdstuk 7. - Specifieke delegaties aan de entiteit Terreinbeheer Koepel
Art. 27. § 1. Het hoofd van de entiteit Terreinbeheer Koepel heeft delegatie voor de volgende taken in uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij en zijn uitvoeringsbesluiten :
1° vergaderingen bijwonen als vermeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 13 december 1954 betreffende de provinciale visserijcommissie en het Centraal Comité van het Visserijfonds;
2° de inhoudelijke ordonnantiën van het Centraal Comité van het Visserijfonds afleveren en invulling geven aan artikel 7 van het ministerieel besluit van 13 december 1954 houdende de inrichtingen van de boekhouding van het Visserijfonds.
§ 2. Het hoofd van de entiteit Terreinbeheer Koepel heeft delegatie om advies te verlenen dat wordt gevraagd in het kader van het recht van voorkoop, vermeld in artikel 6 van het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997.
§ 3. Het hoofd van de entiteit Terreinbeheer Koepel heeft delegatie voor de volgende overige taken :
1° beslissingen nemen over het al dan niet uitoefenen van het recht van voorkoop als vermeld in artikel 2.4.1 en 2.4.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
2° machtiging te verlenen voor de vervreemding van onroerende goederen die onder de toepassing van het Bosdecreet van 13 juni 1990 vallen, als vermeld in artikel 90 van het voormeld Decreet;
3° het afsluiten van concessies waarbij het Agentschap gronden van derden in beheer neemt,
4°° gebruiksovereenkomsten om niet te sluiten met een maximale duur van een jaar voor terreinen in eigen beheer.
Art. 28. De adjunct-directeur Patrimonium en Ondersteuning Terreinbeheer en de adjunct-directeur Inventarisatie, Monitoring en Beheerplanning hebben delegatie voor de volgende overige taken :
1° vrijstelling vragen met betrekking tot onroerende voorheffing en belastingen;
2° het ondertekenen van technische plannen, opgemaakt door landmeters;
3° het ondertekenen van authentieke aktes, zowel aankoopaktes als aktes houdende pachtopzeg, in het kader van goedgekeurde aankoopdossiers;
4° het ondertekenen van brevetten en attesten van door medewerkers van de Koepel terreinbeheer gevolgde opleidingen.
Hoofdstuk 8. - Specifieke delegaties aan de entiteit Operationeel Terreinbeheer
Afdeling 1. Delegaties aan het hoofd van de entiteit
Art. 29. § 1. Het hoofd van de entiteit Operationeel Terreinbeheer heeft delegatie voor de volgende taken in uitvoering van het Bosdecreet van 13 juni 1990 en zijn uitvoeringsbesluiten :
1° beslissen over het laten uitvoeren van beheersmaatregelen in domeinbossen door een natuurvereniging in uitvoering van artikel 45, § 2, van het Bosdecreet van 13 juni 1990, voor zover deze werken voorzien zijn in een goedgekeurd beheerplan of wanneer zij gemachtigd zijn door het agentschap;
2° voor domeinbossen de verkoopsvoorwaarden en de verkoopwaarden bij een verkoop uit de hand vaststellen als vermeld in artikel 55, § 2, van het Bosdecreet van 13 juni 1990 en als vermeld in artikel 2, 3, 4 en 5 het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2002 betreffende de verkoop uit de hand van hout en andere bosproducten afkomstig uit openbare bossen;
3° voor domeinbossen de bijzondere voorwaarden voor de verkoop vaststellen als vermeld in artikel 2, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2002 houdende de werkwijze en de voorwaarden inzake de openbare verkopingen van hout en andere bosproducten afkomstig uit openbare bossen;
4° afwijkende bepalingen vaststellen indien andere bosproducten dan hout openbaar worden verkocht als vermeld in artikel 16 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2002 houdende de werkwijze en de voorwaarden inzake de openbare verkopingen van hout en andere bosproducten afkomstig van openbare bossen.
§ 2. Het hoofd van de entiteit Operationeel Terreinbeheer heeft delegatie om in uitvoering van het Jachtdecreet van 24 juli 1991 en zijn uitvoeringsbesluiten de verpachtingsvoorwaarden vaststellen van de jacht in de domeinen van het agentschap op grond van artikel 11 van het Jachtdecreet van 24 juli 1991.
§ 3. Het hoofd van de entiteit Operationeel Terreinbeheer heeft delegatie om personeelsleden van zijn entiteit die in het bezit zijn van een geldig jachtverlof aan te wijzen om exoten te bestrijden volgens de richtlijnen van hun leidinggevende.
Afdeling 2. Delegaties aan de regiobeheerders
Art. 30. De regiobeheerders hebben, elk binnen hun territoriale bevoegdheid, delegatie voor de volgende taken in uitvoering van het Bosdecreet van 13 juni 1990 en zijn uitvoeringsbesluiten :
1° het boswegennet van openbare bossen tijdelijk afsluiten als vermeld in artikel 10, § 2, van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
2° voorafgaande schriftelijke kapvergunning verlenen als vermeld in artikel 62 van Bosdecreet van 13 juni 1990 en artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2002 betreffende de vorm van de kapvergunning voor houtkavels in openbare bossen en de wijze waarop die wordt afgeleverd;
3° machtigingen verlenen als vermeld in artikel 64 en 65 van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
4° plaatsen aanwijzen als vermeld in artikel 68 van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
5° afwijkingen toestaan op de verkoopsvoorwaarden in het kader van exploitatie van openbare bossen als vermeld in artikel 71 van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
6° de schouwing uit te voeren als vermeld in artikel 76 van het Bosdecreet van 13 juni 1990 en artikel 31 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2002 houdende de werkwijze en de voorwaarden inzake de openbare verkopingen van hout en andere bosproducten afkomstig uit openbare bossen;
7° machtigingen verlenen tot aanleg van een tegenvuur in geval van bosbrand of acute dreiging van bosbrand in het openbaar bos als vermeld in artikel 102 van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
8° brandgevoelige gebieden aanwijzen als vermeld in artikel 105 Bosdecreet van 13 juni 1990 en het verplichten van bosbeheerders om het publiek hiervan in kennis te stellen, evenals het ontoegankelijk verklaren van deze gebieden als vermeld in artikel 106 Bosdecreet van 13 juni 1990;
9° het beheer van bosreservaten waarnemen, daarbij inbegrepen het opstellen van ontwerpen van beheerplannen en beheerovereenkomsten voor deze reservaten, het zetelen in de bevoegde adviescommissie en het in gebreke stellen van de eigenaars van de bosreservaten in geval van niet naleving van de erkenningsvoorwaarden als vermeld in artikel 9 en 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 1993 tot vaststelling van regelen betreffende de aanwijzing of erkenning en het beheer van de bosreservaten;
10° verkoopsvoorwaarden voorstellen aan de eigenaar in geval van windworp, delicthout, bomen die om sanitaire of veiligheidsredenen dringend moeten worden gekapt en andere producten dan hout afkomstig uit openbare bossen als vermeld in artikel 2, 3, 4 en 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2002 betreffende de verkoop uit de hand van hout en andere bosproducten afkomstig uit openbare bossen;
11° verkoopsvoorwaarden voorstellen en een definitieve toewijzing doen van bomen die om sanitaire of veiligheidsredenen moeten gekapt worden, van delicthout en alle anderen gevallen van windworp en voor andere producten dan hout afkomstig uit domeinbossen, evenals de minimale verkoopsvoorwaarden voorstellen van kappingen van gering belang als vermeld in artikel 2, 3, 4 en 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2002 betreffende de verkoop uit de hand van hout en andere bosproducten afkomstig uit openbare bossen;
12° beslissen tot het al dan niet aanrekenen van de vastgestelde vergoeding voor uitstel van exploitatie bij overmacht of uitzonderlijke omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 23, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2002 houdende de werkwijze en de voorwaarden inzake de openbare verkopingen van hout en andere bosproducten afkomstig van openbare bossen;
13° de aanvraag tot uitstel met mogelijkheid tot opleggen van aanvullende voorwaarden behandelen als vermeld in artikel 23, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2002 houdende de werkwijze en de voorwaarden inzake de openbare verkopingen van hout en andere bosproducten afkomstig uit openbare bossen;
14° de exploitatie op een bepaalde plaats verbieden in geval van waardevolle wetenschappelijke waarnemingen als vermeld in artikel 24, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2002 houdende de werkwijze en de voorwaarden inzake de openbare verkopingen van hout en andere bosproducten afkomstig uit openbare bossen;
15° tuigen en tractoren van de koper of exploitant goed te keuren als vermeld in artikel 33 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2002 houdende de werkwijze en de voorwaarden inzake de openbare verkopingen van hout en andere bosproducten afkomstig uit openbare bossen;
16° het bevel geven om handelingen stop te zetten die strijdig zijn met de algemene of bijzondere verkoopsvoorwaarden als vermeld in artikel 40 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2002 houdende de werkwijze en de voorwaarden inzake de openbare verkopingen van hout en andere bosproducten afkomstig uit openbare bossen;
17° de schade ramen die is toegebracht aan voorbehouden bomen, alsook de wijze van herstel in natura bepalen als vermeld in artikel 41 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2002 houdende de werkwijze en de voorwaarden inzake de openbare verkopingen van hout en andere bosproducten afkomstig uit openbare bossen;
18° afwijkingen verlenen als vermeld in artikel 47, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2002 houdende de werkwijze en de voorwaarden inzake de openbare verkopingen van hout en andere bosproducten afkomstig uit openbare bossen;
19° een met redenen omklede klacht indienen bij het secretariaat van het erkenningscomité als vermeld in artikel 25, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2002 houdende de erkenning van kopers en exploitanten van hout;
20° machtigingen verlenen voor het uitoefenen van occasionele activiteiten als vermeld in artikel 2, § 2, van het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2008 betreffende de toegankelijkheid van de bossen en de natuurreservaten voor de openbare bossen in beheer van het agentschap en voor de Vlaamse natuurreservaten.
§ 2. De regiobeheerders hebben, elk binnen hun territoriale bevoegdheid, delegatie om :
1° percelen laten registreren of aangeven in het kader van het Mestdecreet van 23 januari 1991 en zijn uitvoeringsbesluiten, van het decreet van 21 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen en van het decreet van 21 december 2006 houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid;
§ 3. De regiobeheerders hebben, elk binnen hun territoriale bevoegdheid, delegatie om het beheer van Vlaamse natuurreservaten waar te nemen, daarbij inbegrepen het opstellen van beheerplannen die ter goedkeuring dienen voorgelegd aan de Vlaamse Regering, als vermeld in artikel 34, § 2 en 35 van het decreet van 21 oktober 1997.
Afdeling 3. Delegaties aan de boswachters
Art. 31. § 1. De boswachters hebben, elk binnen hun territoriale bevoegdheid, delegatie voor de volgende taken in uitvoering van het Bosdecreet van 13 juni 1990 en zijn uitvoeringsbesluiten :
1° vuurplaatsen toelaten in openbare bossen tijdens de werkzaamheden als vermeld in artikel 69 van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
2° de wijze bepalen waarop hout wordt vervoerd als vermeld in artikel 70 van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
3° kennis nemen van schade veroorzaakt door bosmisdrijven in kavels, ambtshalve of op aangifte van de kopers van die kavels of hun borgen als vermeld in artikel 73, 75 en 77 van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
4° toezicht houden op de exploitatie als vermeld in artikel 19, 20, 21, 26, 34, 37 en 38 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2002 houdende de werkwijze en de voorwaarden inzake de openbare verkopingen van hout en andere bosproducten afkomstig uit openbare bossen;
5° ruimen of de toegang tot bepaalde bestanden en wegen tijdelijk verbieden ingevolge weersomstandigheden of andere uitzonderlijke activiteiten of omstandigheden als vermeld in 24, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2002 houdende de werkwijze en de voorwaarden inzake de openbare verkopingen van hout en andere bosproducten afkomstig uit openbare bossen.
§ 2. De boswachters hebben, elk binnen hun territoriale bevoegdheid, delegatie voor de volgende taken specifiek wat betreft wapendracht :
1° in uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 11 oktober 2002 tot bepaling van de wapens die tot de reglementaire uitrusting behoren van sommige ambtenaren van het Agentschap voor Natuur en Bos en tot vaststelling van de bijzonder bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren en het dragen van wapens is de boswachter gerechtigd volgende wapens onder zich te hebben en te dragen tijdens beheeractiviteiten, voor zover zij voldoen aan de gestelde voorwaarden :
a) een geweer met gladde loop;
b) een busje anti-agressiegas;
c) een telescopische wapenstok;
2° in uitvoering van hetzelfde besluit is de boswachter gerechtigd een geweer met getrokken loop te dragen tijdens faunabeheersactiviteiten. Daarbuiten worden geweren met getrokken loop in bewaring gehouden onder de verantwoordelijkheid van de celverantwoordelijke natuurinspectie.
Afdeling 4. Delegaties aan de regiocoördinatoren
Art. 32. § 1. De regiocoördinatoren hebben, elk binnen hun territoriale bevoegdheid, delegatie om brandgevoelige gebieden aan te wijzen als vermeld in artikel 105 Bosdecreet van 13 juni 1990 en het verplichten van bosbeheerders om het publiek hiervan in kennis te stellen, evenals het ontoegankelijk verklaren van deze gebieden als vermeld in artikel 106 Bosdecreet van 13 juni 1990.
§ 2. De regiocoördinatoren hebben, elk binnen hun territoriale bevoegdheid, delegatie voor de volgende overige taken:
1° het afsluiten van concessies met nutsmaatschappijen en met derden voor terreinen in eigen beheer;
2° de opdracht tot onderhandelen geven aan de dienst vastgoedtransacties, evenals het ondertekenen van authentieke aktes, zowel aankoopaktes als aktes houdende pachtopzeg, in het kader van goedgekeurde aankoopdossiers;
3° percelen laten registreren of aangeven in het kader van het Mestdecreet van 23 januari 1991 en zijn uitvoeringsbesluiten, van het decreet van 21 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen en van het decreet van 21 december 2006 houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid;
4° het ondertekenen van brevetten en attesten van door medewerkers gevolgde opleidingen.
Hoofdstuk 9. - Specifieke delegaties aan de entiteit staf en ondersteunende diensten
Art. 33. Het hoofd van de entiteit staf en ondersteunende diensten heeft delegatie voor de volgende taken :
1° ICT;
2° facility management inzake de interne organisatie;
Art. 34. De directeur HR en de adjunct-directeur HR hebben delegatie voor volgende taken :
1° de activiteiten van het agentschap met betrekking tot de personeelsvorming en -aanwerving;
2° arbeidsongevallen en ongevallen op de weg van en naar het werk erkennen;
3° schadevergoeding toekennen voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, conform artikel 23, § 3, van het Vlaams Personeelsstatuut van 13 januari 2006.
Art. 35. De financieel directeur heeft delegatie voor de volgende taken specifiek wat betreft financiële aspecten :
1° facturen goedkeuren voor apparaats- en werkingskredieten;
2° een visum verlenen voor interne controle met het inhoudelijk, procedureel en boekhoudkundig nazicht van vastleggings- en ordonnanceringsdossiers;
3° een visum verlenen voor vastleggingswijzigingen;
4° documenten ondertekenen als ordonnateur voor het boeken van een vastrecht en een contantrecht;
5° een visum verlenen tot schrapping van encours;
6° betalingsborderellen ondertekenen;
7° uitbetaling van verwijlintresten goedkeuren;
8° inhoudelijk besliste dossiers budgetteren, vastleggen en ordonnanceren;
9° als inhoudelijk ordonnateur optreden voor het MINA-fonds.
De in het eerste lid vermelde delegaties worden verleend mits toepassing van de scheiding der functies inzake ordonnateurschap en interne controle.
Hoofdstuk 10. - Opheffingsbepaling
Art. 36. De volgende besluiten worden opgeheven :
1° het besluit van de administrateur-generaal van het Agentschap voor Natuur en Bos van 16 november 2015 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden;
2° het besluit van de algemeen directeur van het Agentschap voor Natuur en Bos van 16 november 2015 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden;
3° het besluit van het afdelingshoofd adviezen, vergunningen, erkenningen en subsidies van het Agentschap voor Natuur en Bos van 16 november 2015 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden;
4° het besluit van de directeur strategie en innovatie van het Agentschap voor Natuur en Bos van 16 november 2015 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden;
5° het besluit van de directeur gebiedsgerichte werking en relatiebeheer van het Agentschap voor Natuur en Bos van 16 november 2015 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden;
6° het besluit van de directeur Staf en Ondersteunende Diensten van het Agentschap voor Natuur en Bos van 16 november 2015 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden;
7° het besluit van de directeur Terreinbeheer Oost van het Agentschap voor Natuur en Bos van 16 november 2015 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden;
8° het besluit van de directeur Terreinbeheer West van het Agentschap voor Natuur en Bos van 16 november 2015 houdende delegatie en toewijzing van bevoegdheden.
Hoofdstuk 11. - Slotbepaling
Art. 37. Dit besluit treedt in werking op de datum van ondertekening van dit besluit.
Brussel, 2 mei 2017.
De administrateur-generaal van het Agentschap voor Natuur en Bos,
Marleen EVENEPOEL