Met het oog op een verdere verduurzaming van de agrovoedingsketen wil de minister de samenwerking binnen deze keten een duw in de rug geven. Daarom stelt zij, aanvullend op de ondersteuning voor investeringen op land- en tuinbouwbedrijven en de ondersteuning van producentenorganisaties, via het Vlaams landbouwinvesteringsfonds 3,5 miljoen euro ter beschikking van de agrovoedingssector.
De oproep voor investeringsprojecten voorziet in steun voor investeringen in het vermarktingsproces, de verwerking van landbouwproducten, die in hoofdzaak betrekking hebben op de voorbereiding of de eerste fase van het verwerkings- of vermarktingsproces, én investeringen die de beperking of revalorisatie van afval, restfracties of reststromen ten gevolge van de aanvoer, de verwerking of de afzet van de landbouwproducten, tot doel hebben.
Dergelijke investeringen komen in aanmerking voor 30% ondersteuning.
De selectie van de projecten gebeurt op basis van de meerwaarde voor de landbouwsector, de duurzaamheid van het project en de mate van samenwerking binnen de keten.
De doelgroep van de oproep is breed: het gaat zowel om bedrijven actief in de primaire verwerking en de afzet van land- en tuinbouwproducten, als om coöperatieve groepen van landbouwers die investeringsprojecten kunnen indienen. Daarnaast komen producentenorganisaties in aanmerking, kleine groepen van land- en tuinbouwbedrijven, een verwerker in coöperatie met enkele land- en tuinbouwbedrijven, en zelfs een coöperatie van een supermarktketen met enkele land- en tuinbouwbedrijven.
De aanvragen kunnen van 1 juni 2017 tot 31 augustus 2017 worden ingediend via het e-loket van het departement Landbouw en Visserij.
Joke Schauvliege: “Het streven naar een duurzame landbouw als hoeksteen voor de Flanders Agrofood Valley wordt niet enkel gerealiseerd door de land- en tuinbouwer, maar eveneens door andere schakels in de keten. Omdat agrovoedingsbedrijven in Vlaanderen een belangrijke schakel vormen in die waardeketen, wil ik hen ondersteunen in de investeringen die duurzaamheid beogen en waarbij ook samenwerking met andere spelers in de keten wordt nagestreefd.”