In Flevoland (95 procent) en de Noordoostpolder (60 procent) is het bietengewas gemiddeld het meest gesloten. Op de Zeeuwse eilanden (55 procent), in Zeeuws Vlaanderen (41 procent), West-Brabant (41 procent) en Holland (40 procent) is min of meer de helft van de percelen gesloten.
Nog niet een kwart is gesloten in Oost-Brabant (16 procent) en Limburg (12 procent). In Gelderland (6 procent) en de daarboven gelegen regio’s noordelijke klei (10 procent), noordelijk zand (8 procent) en noordelijk dal- en veengrond (4 procent) laten volledige gesloten bietenpercelen op zich wachten.
Aanpak late kiemers
De groei zit er goed in, maar de onkruidbestrijding vergt nog wel aandacht. Een aantal telers heeft de laatste geplande onkruidbestrijding amper kunnen uitvoeren omdat de bieten zo snel ontwikkelen. Vooral de zogenaamde late kiemers moeten worden aangepakt. Cosun krijgt meldingen van hardnekkig te bestrijden varkensgras en melden. In de afgelopen droge periode zijn er om die reden nogal wat percelen geschoffeld.
Lage pH, trage groei
Opvallend is, dat vanuit diverse regio’s problemen worden gemeld met trage groei van de bieten als gevolg van een te lage pH. Volgens Cosun is het belangrijk regelmatig een bodemonderzoek uit te voeren om dergelijke tekortkomingen tijdig te signaleren en op te heffen.
Hetzelfde geldt voor het voorkomen van bietencysteaaltjes. Hier laat zich de rassenkeuze gelden. Op percelen waar het bietencysteaaltje opduikt, is het effect goed te zien bij de niet-resistente rassen.