p diverse bietenpercelen zijn beginnende verschijnselen van magnesiumgebrek zichtbaar. Magnesiumgebrek is te herkennen aan vergeling van de bladeren tussen de nerven, beginnend aan de toppen van de oudere bladeren. Vanuit de randen dringt vaak de secundaire schimmel Alternaria alternata bladeren binnen, waardoor zwarte randen en/of kringen ontstaan. Het IRS adviseert om het bietenblad gezond te houden en te spuiten met magnesium zodra de eerste gebreksverschijnselen verschijnen. Vaak is het nodig om de bespuiting drie tot vier weken later te herhalen.
stemphylium en cercospora
Nadat afgelopen weekend op bietenpercelen op de Noordelijke klei stemphylium werd aangetroffen en in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland stemphylium en cercospora, is volgens het IRS nu ook op verschillende bietenpercelen in Gelderland en Limburg stemphylium en cercospora gevonden.De bladschimmelwaarschuwingsdienst adviseert telers in deze gebieden alert te zijn en hun bietenpercelen wekelijks te controleren. Vanwege resistentiemanagement is het belangrijk alleen te spuiten als de teler vlekjes door een van de vijf bladschimmels heeft gevonden en dus niet eerder. Bij twijfel adviseert het IRS om contact op te nemen met de teeltadviseur. Voor de overige gebieden is nog geen waarschuwing van kracht. Daar zijn op dit moment nog geen bladschimmels gevonden. Het advies is om in deze regio’s regelmatig te controleren op bladschimmels.
Bestrijdingsadvies stemphylium
Het IRS adviseert een fungicidenbespuiting uit te voeren zodra de eerste symptomen van stemphylium (kleine gele vlekjes) in het perceel zichtbaar zijn. Dit kan door een bespuiting met Retengo Plust, Spyrale, Sphere of Difure Pro. Deze middelen hebben een nevenwerking tegen stemphylium. Score 250EC/Borgi heeft een vergelijkbare nevenwerking als Spyrale tegen stemphylium, maar is op veel minder proefvelden onderzocht op effectiviteit tegen stemphylium. In het IRS-onderzoek van de afgelopen jaren had Retengo Plust de beste werking tegen stemphylium.
Bestrijdingsadvies cercospora
Telers krijgen het advies om een fungicidenbespuiting uit zodra de eerste symptomen van cercospora (ronde vlekjes met een donker rode/bruine rand met daarin witte sporen op zwarte bolletjes) in het perceel zichtbaar zijn. Voor de bestrijding van cercospora kan de teler volgens het IRS kiezen uit alle beschikbare middelen. Bij cercospora is resistentie-ontwikkeling een reëel gevaar. Gebruik daarom altijd zoveel mogelijk verschillende middelen met verschillende werkzame stoffen. Vanwege resistentie-ontwikkeling mag er maar bij 50 procent van de bespuitingen (met een maximum van 2 bespuitingen) een middel met strobilurine (Sphere en Retengo Plust) worden ingezet in geval van cercospora aantasting. Voor een goede beheersing van cercospora is het verstandig om ook na een bespuiting te blijven controleren op uitbreiding van de aantasting. Dan is er in een vroeg stadium nog te corrigeren met een ander middel wanneer blijkt dat de eerste bespuiting onvoldoende effect heeft.