Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten

 18 jul 2017 10:10 

Oorsprongsetikettering: België maakt zich zorgen om de impact op zijn landbouwers


Tijdens de vergadering van de Europese ministers van Landbouw vandaag in Brussel, heeft minister van Landbouw Willy Borsus zich uitgesproken over de gevolgen voor de interne markt van de verplichte oorsprongsetikettering.

Voor de minister: “Wij staan gunstig tegenover de bevordering van de nabijheid van volledige informatie voor de consument. De vrijwillige etikettering is een zeer goed antwoord op deze vereisten, terwijl de verplichte etikettering een belemmering zal zijn voor exporterende landen zoals België.”

Een paar maand geleden ontstond het debat binnen de Europese Unie over het al dan niet verplichte karakter van de oorsprongsetikettering. Sommige lidstaten, waaronder Frankrijk, hebben beslist een verplichte etikettering in te voeren. Dit type van maatregelen is natuurlijk schadelijk voor exporterende landen zoals het onze. Daarom heeft België zich uitgesproken in het voordeel van een vrijwillig mechanisme voor oorsprongsetikettering, door de verplichte etikettering voor nationale producenten uit te sluiten. “Op de interne markt bestaat de doelstelling er immers in om de barrières te doen verdwijnen en er geen nieuwe te maken”, preciseerde Willy Borsus.

In dit opzicht beschikt België over eerste cijfers: de Nationale Bank heeft een aanzienlijke daling vastgesteld van de export van bepaalde producten naar Frankrijk sinds afgelopen zomer. De contracten voor melk en zuivelproducten worden immers steeds minder vernieuwd sinds de Franse maatregel voor het eerst werd aangekondigd in de zomer van 2016. Ook kende de Belgische melksector een daling van zijn handelstransacties gaande tot 17% tussen het tweede semester en dezelfde periode vorig jaar. De maatregel is uiteindelijk in werking getreden op 1 januari 2017 en er werd sindsdien een nieuwe daling van de export vastgesteld. De handel in sommige producten zoals melkpoeder is bovendien quasi volledig stilgevallen. “Met andere woorden, terwijl de doelstelling van de Franse overheid erin bestond de informatie aan de consument te verbeteren, stel ik vast dat onder de druk uitgeoefend door sommige grote distributiegroepen, het de keuze is van de consument die kleiner is geworden”, lichtte België toe aan de Commissie en aan de lidstaten. Dit voorbeeld illustreert de nefaste gevolgen van deze nationale maatregelen voor de goede werking van de interne markt.

Ter herinnering, de Belgische agrovoedingssector is een belangrijke sector die rechtstreeks 89.043 mensen tewerkstelt en onrechtstreeks 138.017 (verslag van FEVIA uit juni 2017) waar nog eens 70.000 personen in de landbouwsector bijkomen. Het gaat dus om een strategische sector waarvan de totale omzet geraamd werd op 49,9 miljard € in 2016. Onze agrovoedingssector hangt ook sterk af van zijn export, die geraamd werd op meer dan 24,3 miljard € voor dezelfde periode.
Ter informatie, de vlees- en melksectoren vertegenwoordigden meer dan 1/4 van het totaal van de Belgische export van agrovoedingsproducten (6,5 miljard € / 23,9 miljard € in 2015).

Anderzijds is Frankrijk een belangrijke exportmarkt voor ons land: de totale export van agrovoedingsproducten wordt geraamd op 5 miljard € in 2015, terwijl de export van Belgisch vlees en zuivelproducten naar Frankrijk goed was voor 1,3 miljard € over dezelfde periode.

Concreet heeft de minister aan de Commissie, die waakt over de gemeenschappelijke markt, gevraagd om de evaluatie aan te vatten van deze nationale maatregelen zodat er al een tussentijds rapport kan worden uitgewerkt een jaar na de inwerkingtreding van de eerste nationale maatregel.

België heeft eveneens opgemerkt dat dit debat ook gedeeltelijk gekoppeld is aan de conclusies van de taskforce “Landbouwmarkten”, voorgezeten door Cees Veerman, die van mening was dat de handelspraktijken tussen de operatoren in de voedselketen van nabij gevolgd zouden moeten worden. Ons land heeft dus voorgesteld dat in deze evaluatie een monitoring wordt geïntegreerd van de impact op de twee uiteinden van de agrovoedingsketen, te weten enerzijds op de prijzen betaald aan de landbouwers en anderzijds op de prijzen betaald door de consument.

De vraag van België werd gesteund door 5 lidstaten (Nederland, Luxemburg, Duitsland, de Tsjechische Republiek en Denemarken).

De Commissie heeft gezegd open te staan voor deze evaluatie, maar wenste te wachten tot alle nationale decreten ingevoerd zijn door de lidstaten die hun ontwerp al genotificeerd hebben, om een globale evaluatie uit te kunnen voeren. Zij heeft bovendien gevraagd aan de betrokken lidstaten om alle beschikbare elementen aan haar te bezorgen.
 

 



  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO²Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer