|
28 jul 2017 |
15:11 |
|
Tarwe, uien en wortelen reageren erg wisselend op de droogte
De wintergerst ondervond weinig last van de april--mei-juni droogte.
Op het scherpst van de snede was de wintergerst al ver gevorderd en de toenemende droogte had nauwelijks of geen negatief effect op de gewichtsopbrengsten.
|
Bij tarwe worden de laatste dagen grote verschillen vastgesteld. De droogste gebieden, m.n. de polder en de Westhoek, laten opbrengsten noteren van 6 tot 12 ton/ha.
Gronden met een goede structuur en diep wortelende gewassen tonen duidelijk hogere opbrengsten dan bij snelle noodrijpheid.
Dit veruitwendigt zich niet alleen in de schommelende gewichtsopbrengsten, maar ook in het hl-gewicht en in de bakwaarde die beide aanzienlijk lager uitvallen.
In de kuststreek is nog altijd een deel van de tarwe te oogsten. Voor een eerste inschatting van de droogteschade zullen alle percelen individueel moeten beoordeeld worden. Op het zicht was een extra snelle afrijping bijna overal het symbool van lage opbrengsten.
Een tekort aan neerslag zorgt ervoor dat uien- en wortelpercelen er dit seizoen eveneens wisselend voor staan. Telers die kunnen beregenen, hebben duidelijk een plus. Ook het karakter van de percelen heeft invloed op de stand van het gewas.
Daar waar de teelt van wortelen onder druk staat, is die van uien juist in opkomst.
De aardappelen-hoofdoogst geven in de meeste streken een wat positievere indruk. Bij beoordeling vanaf de straat is het loof groener en vitaler. Omgekeerd is het opvallend dat de knollen zeer traag evolueren. Een groei met meer loof stelt de knolontwikkeling uit.
Bovendien komt nu op de meeste rassen de doorwas meer op de voorgrond. Daar waar bijvoorbeeld bij Challenger tot verleden week maar weinig doorwas werd vastgesteld is de explosie tot in de polder deze week aanzienlijk.
Teelttechnisch kunnen we deze doorwas moeilijk volledig voorkomen.
Raymond, Louis en Luc
|
|
|
|