Subsidiebedrag
Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 80% van de aanplantkosten (exclusief BTW). Hieronder vallen de aankoopkosten van de bomen, de kosten voor de arbeid en het machinale werk voor het planten, het verstevigen en beschermen van de bomen, en de aankoopkosten voor het verstevigings- en beschermingsmateriaal voor de bomen. De kosten komen enkel in aanmerking als de landbouwer deze aantoont met factuur en betaalbewijs, en als ze betrekking hebben op het planten van bomen uitgevoerd na de goedkeuring van de inschrijving. Als de landbouwer zelf de bomen plant, wordt daarvoor een forfaitair bedrag van 200 euro per hectare uitbetaald.
Subsidievoorwaarden
Om in aanmerking te komen voor de subsidie, moet de landbouwer eigenaar of gebruiker zijn van het boslandbouwperceel. Het perceel moet gelegen zijn in het Vlaamse Gewest, tijdens het huidige en voorafgaande jaar in landbouwgebruik geweest zijn en moet ten minste een halve hectare groot zijn. Het boslandbouwperceel moet ook een plantdichtheid hebben tussen de 30 en 200 bomen per hectare. De bomen moeten homogeen verspreid zijn over het perceel.
Laag- en halfstamfruitbomen, naaldbomen, Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik en Valse acacia komen niet in aanmerking voor subsidie. Ook erfbeplanting komt niet in aanmerking. De subsidie is niet combineerbaar met steun voor bebossing van landbouwgrond.
De landbouwer kan de subsidie pas als definitief verworven beschouwen als hij de bomen gedurende tien opeenvolgende jaren na het planten behoudt en tussen de bomen een landbouwteelt toepast die jaarlijks in de verzamelaanvraag als hoofdteelt wordt aangegeven.
Voor meer info kunt u terecht op www.vlaanderen.be/landbouw/boslandbouwsystemen
Vergroening
Percelen waarop een boslandbouwsysteem wordt aangeplant in het kader van deze aanplantsubsidie, zijn subsidiabel voor de betalingsrechten (directe inkomenssteun) als er niet meer dan 100 bomen per hectare op het perceel staan. Deze percelen kunnen ook in rekening gebracht worden als ecologisch aandachtsgebied (EAG) voor de vergroeningsvereisten van de directe inkomenssteun als het boslandbouwsysteem wordt aangelegd op (akker)bouwland (en dus niet op blijvend grasland). Dit geldt ook voor boslandbouwsystemen die vóór 2014 werden aangelegd met PDPO II-steun.
Subsidieaanvraag in twee stappen
De subsidieaanvraag gebeurt in twee stappen. Vóór de aanplant gebeurt de inschrijving, na de aanplant volgt een betalingsaanvraag.
Landbouwers die een subsidie voor de aanplant van een boslandbouwsystemen wensen te ontvangen, moeten zich voorafgaand aan de aanplant inschrijven bij het Departement Landbouw en Visserij. De inschrijving voor de aanplant in het najaar 2017 – voorjaar 2018 verloopt uitsluitend via het e-loket van het Departement Landbouw en Visserij op www.landbouwvlaanderen.be en enkel van 20 juli 2017 tot en met 15 september 2017.
Alle inschrijvingen worden gerangschikt op basis van de variatie aan boomsoorten op het perceel en het type bomen, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan inheemse en multifunctionele bomen. Alleen steunaanvragen die de minimale doelmatigheidsscore behalen, komen in aanmerking voor de subsidie. Op basis van alle ontvangen inschrijvingen en het beschikbare budget bepaalt het Departement Landbouw en Visserij het subsidiepercentage en stelt het de landbouwer daarvan uiterlijk op 15 oktober 2017 op de hoogte.
Na goedkeuring van de inschrijving en na de aanplant van het boslandbouwsysteem kan de landbouwer een betalingsaanvraag indienen via de verzamelaanvraag 2018. De bijhorende facturen en betaalbewijzen moet de landbouwer bezorgen vóór 30 juni 2018.
Het Departement Landbouw en Visserij betaalt de subsidie in één keer uit nadat het alle controles heeft uitgevoerd.
Meer informatie over deze aanvraag vindt u in de fiche: PDFAanplantsubsie voor boslandbouwsystemen (versie 02.02.2017)
Bijlagen
Zie ook: Filmpje over boslandbouwsystemen (YouTube)