Deze verschillen naargelang de landbouwstreek waarin het betrokken perceel gelegen is:
• Polders en Duinen: inzaaien vóór 1 september en minstens aanhouden tot en met 14 oktober;
• Leemstreek: inzaaien vóór 1 oktober en minstens aanhouden tot en met 30 november;
• Zandleem- en andere streken: inzaaien vóór 1 oktober en minstens aanhouden tot en met 31 januari.
Let op! Ondanks eerdere officieuze berichten, zijn de regels voor groenbedekking voor het aangiftejaar 2017 niet gewijzigd. De huidige regelgeving geldt dus nog steeds.
Wijzigingen van de verzamelaanvraag voor 16 september/16 oktober
Wisselen van percelen waarop groenbedekker werd ingezaaid voor ecologisch aandachtsgebied is nog toegelaten. De landbouwer wijzigt hiervoor de nateelten van de betrokken percelen en mag bij het wisselen van percelen niet vergeten om de groenbedekker op het nieuw-ingezaaide perceel te activeren als ecologisch aandachtsgebied.
Deze wijzigingen van de verzamelaanvraag kunnen op het e-loket (www.landbouwvlaanderen.be) worden ingediend tot 16 oktober 2017, of tot 16 september 2017 voor percelen gelegen in de landbouwstreken Polders en Duinen.
De totaal aangegeven oppervlakte ecologisch aandachtsgebied zoals geregistreerd in de verzamelaanvraag op 31 mei 2017, blijft voor de berekening van de vergroeningspremie wel gelden als de maximaal in rekening te brengen aangegeven oppervlakte.
Voor ecologisch aandachtsgebied zijn enkel nog wijzigingen van groenbedekker toegelaten, wijzigingen aan andere types ecologisch aandachtsgebied zijn niet meer toegelaten.
Let op! Het e-loket geeft na 31 mei geen melding meer of de landbouwer al dan niet voldoet aan de minimaal vereiste oppervlakte ecologisch aandachtsgebied. Het al dan niet aanvaarden van het aangegeven ecologisch aandachtsgebied wordt pas bepaald bij de definitieve berekening van de betalingsrechten, na eventuele controles, wijzigingen, … Dit is bijvoorbeeld het geval indien de landbouwer op 31 mei 2017 niet voldoende ecologisch aandachtsgebied had aangegeven. Nu nog extra percelen toevoegen zal het vastgestelde tekort (op 31 mei) niet compenseren. Het e-loket zal daarover ook geen specifieke waarschuwing geven.
Oogsten van groenbedekker tijdens de aanhoudingsperiode
Een groenbedekker mag na de uiterste datum van de minimale aanhoudingsperiode steeds geoogst, gemaaid of begraasd worden. Onder strikte voorwaarden kan een groenbedekker ook geoogst, gemaaid of begraasd worden tijdens de aanhoudingsperiode. Deze voorwaarden zijn de volgende:
· de groenbedekker kan voldoende vroeg ingezaaid worden, namelijk na een vroege oogst van de hoofdteelt. Op die manier kan de groenbedekker zich bij gunstige klimatologische en agronomische voldoende ontwikkelen;
· na het oogsten van de groenbedekker moet er wel nog voldoende gewas aanwezig blijven zodat de groenbedekker in staat blijft zijn functies te vervullen, namelijk zorgen voor:
o de opname van nutriënten uit het bodemprofiel;
o het bedekken van de bodem.
Om de zaadvorming te voorkomen, mogen groenbedekkers die niet aan de bovenstaande voorwaarden kunnen voldoen, enkel gemaaid of geklepeld worden tijdens de aanhoudingsperiode voor zover de gehele plant niet vernietigd wordt. De groenbedekker mag in elk geval niet als hoofdteelt voor de volgende campagne gebruikt worden.
Overzicht voorwaarden voor de groenbedekker
De andere voorwaarden waaraan de groenbedekker als ecologisch aandachtsgebied in het kader van de vergroening moet voldoen, zijn hieronder weergegeven:
· de groenbedekker is aangelegd door een mengsel in te zaaien of door gras onder het hoofdgewas in te zaaien;
· het mengsel moet bestaan uit minstens twee gewassoorten uit de lijst van mogelijke groenbedekkers en er geldt een minimale zaaidichtheid;
· gebruik van gecertificeerd zaaizaad of handelszaaizaad (als er geen gecertificeerd zaaizaad bestaat) is verplicht;
· wanneer gras ingezaaid wordt onder het hoofdgewas, mag het gras niet vernield worden bij de oogstwerkzaamheden;
· er mogen geen gewasbeschermingsmiddelen/herbiciden toegepast worden;
• er geldt een uitzondering voor grassen: indien gras een hoofdcomponent is in het mengsel, dan is behandeling toegestaan vóór het inwerken van de groenbedekker, na de minimale aanhoudingsperiode;
· een groenbedekker kan niet worden aangegeven na gras als hoofdteelt;
· de uiterste inzaaidata en minimale aanhoudingsperiodes moeten worden gerespecteerd;
· de groenbedekker mag niet als hoofdteelt voor de volgende campagne gebruikt worden.
Aan de hand van de checklist op de pagina http://lv.vlaanderen.be/nl/subsidies/perceelsgebonden/vergroeningspremie/ecologisch-aandachtsgebied kan nagegaan worden of aan al de voorwaarden voldaan is. Indien niet moet de activering van de EAG verwijderd worden op het e-loket. Meer uitleg over de verschillende voorwaarden waaraan een groenbedekker moet voldoen, alsook de lijst met toegelaten soorten, zijn opgenomen in de informatiefiche ‘Groenbedekking’ op dezelfde webpagina.
Inzaai van een vanggewas in het kader van het Mestdecreet
Focus- en derogatiebedrijven die in het kader van de mestwetgeving verplicht zijn vanggewassen in te zaaien, om zo het risico op verlies van nutriënten door uitspoeling te beperken, kunnen deze vanggewassen laten meetellen als ecologisch aandachtsgebied wanneer deze eveneens aan de bovenstaande voorwaarden voor groenbedekking voldoen. Informatie over de verplichtingen en de voorwaarden volgens de mestwetgeving is terug te vinden in de brochure op de website van de VLM “Vanggewassen en nateelten volgens het Mestdecreet”. Landbouwers kunnen ook contact opnemen met de Mestbank.