|
09 sep 2017 |
11:27 |
|
Termijnmarkt aardappelen stabiel, fysieke noteringen uitzonderlijk laag van start
Telers hebben momenteel minder interesse in randinformatie aangaande het veld en het gewas, er wordt vooral gelet op de gepubliceerde noteringen en op de reële prijzen die bij verkoop van vrije aardappelen kunnen binnengehaald worden.
|
Het april contract daalde gisteren van € 790 naar € 770. De ganse week was er een jojo-effect waarbij de variatie vooral in relatie stond tot de weersomstandigheden.
De vraag vanuit de industrie naar vrije aardappelen wordt afgebouwd tot een laag niveau. De contracten, importpartijen en resterende primeurs krijgen voorrang.
Gesprekken met de industrie laten vermoeden dat het verbruik op het meerjaarse- of iets hogere niveau uitkomt.
De internationale concurrentie bij de afzet van eindproucten is evenwel niet afgenomen.
De noteringen voor deze week:
- Nederland: € 4-5 voor frietaardappelen in Emmeloord en € 3,5-5,5 in Goes
- België: Belgapom spreekt van € 3 voor de resterende primeurs en € 4 voor Bintje; PCA noteert eveneens op € 3 voor de resterende vroege.
De conclusie is dat in Nederland € 1,5 meer gerealiseerd wordt (50%) door de telers dan in België.
Een eerste zware dobber, zeker bij verkopen met verliessaldi.
De industrie verklaart hierbij 'dat de aanvoer van primeurs nog altijd boven de vraag uitsteekt en dat ook het aanbod van halfvroege/halflate/late rassen nog best zal meevallen'.
Er wordt daarbij maar al te veel vergeten dat in ons land nog altijd veel Bintje in het veld staat en dat de opbrengsten van dit ras eerder wisselvallig zijn en zullen blijven.
Een teler uit midden Oost-Vlaanderen: "tegen de huidige prijzen en rekening houdende met mijn ha-opbrengst tot nu toe, verlies ik gewoon geld.”
Komt daarbij dat het owg blijkbaar sterk uiteenloopt.
Farm Frites publiceerde eergisteren tijdens de akkerbouwdag in Nederlands Limburg de jongste resultaten. Niettegenstaande het gemiddeld owg als behoorlijk kon bestempeld worden, waren de grote variaties een belangrijk gegeven. Doorwas en droogte speelden daarbij de hoofdrol.
Innovator, een ras dat in Nederland en ook bij ons veel gevraagd wordt door de industrie, toonde de meeste schommelingen.
Weliswaar was sprake van hoge opbrengsten, maar daartegenover stond voor hetzelfde ras regelmatig een laag owg-gewicht.
De industrie vraagt veelal een minmaal owg van 360g. Bij voldoende aanbod worden lage owg-vaststellingen gewoon afgekeurd. De bestemming van Innovator is dikwijls fastfoodketens en daarvoor is men zeer streng op de basisgrondstof.
Farm Frites is van mening dat op zoek dient gegaan te worden naar nieuwe rassen met een betere droogteresistentie (diepe wortels en met meer stabiliteit in de kwaliteit).
Het ras Dakota Trailblazer werd met stip vermeld.
De verschillen door droogte en doorwas zijn in ons land nog groter dan bij onze noorderburen.
Het goede nieuws is wel dat door de optimalisatie van de groeiomstandigheden, de opbrengst de laatste weken nog een flinke duw kreeg in de opwaartse richting.
Bij de inschattingen aangaande de Vlaamse landbouwdroogteramp herhaalden de grote verschillen zich vooral in West- en Oost-Vlaanderen. Bruikbare informatie wijst op hetzelfde gegeven aan de franstalige westkant van België en met name in Henegouwen. Tussen Luik en Leuven worden in doorsnee bij late rassen behoorlijke opbrengsten verwacht.
Prognose: de schommelingen op de termijnmarkt kregen geen vat op de fysieke noteringen, zeker niet in België.
De industrie meent te weten dat nog steeds grote voorraden aanwezig zijn in bepaalde Duitse gebieden. Vergeten wordt maar al te veel dat de prijzen geleverd fabriek alzo veel hoger uitvallen dan de huidige in België gepubliceerde fysieke noteringen.
De industrie blijkt niet van plan om de prijs gedurende de oogstperiode naar boven te halen.
Een aspect dat nauwelijks of niet ter sprake komt, is dat de productie in Noord-Frankrijk (veelal bestemd voor de Belgische industrie) tegenvalt door de droogte.
Productiegebieden meer ten noorden van onze streken verwachten meer uniforme en gemiddeld hogere opbrengsten dan België.
Belangrijk is de owg-waarden van de verschillende percelen goed op te volgen en er desgewenst een aardappelspecialist erbij te halen.
Luc Busschaert - Landbouwexpert
|
|
|
|