Duurzaam groeien op maat van kmo’s
Vooral dankzij een succesvolle exportstrategie kende de Belgische voedingsindustrie de voorbije jaren een opmerkelijke groei. De sector maakt er geen geheim van dat ze die groei wil verderzetten maar ze moet kaderen in een weldoordachte, coherente en brede duurzaamheidsstrategie. Met dit derde duurzaamheidsverslag toont FEVIA hoe de sector die duurzame ontwikkeling concreet in de praktijk omzet.
“Als sector gaan we constant de dialoog aan met onze stakeholders. Het is vanuit die dialoog dat we 19 uitdagingen identificeerden waaraan we nu ook concrete ambities koppelen voor de gehele sector. Uiteraard legt elk bedrijf daarbij eigen accenten. We mogen niet uit het oog verliezen dat de voedingssector in België voor 95% bestaat uit kmo's met minder dan 50 werknemers. We helpen met zeer concrete initiatieven ook die kleinere bedrijven om duurzame ontwikkeling in hun beleid te integreren”, aldus Guido Vanherpe, voorzitter van het Comité Duurzame Ontwikkeling van FEVIA.
76 concrete initiatieven
Aan elk van de 19 uitdagingen in het verslag koppelt FEVIA niet alleen een ambitie maar ook 76 concrete initiatieven waarmee de sector bijdraagt aan de « Sustainable Development Goals » van de Verenigde Naties. Het duurzaamheidsverslag van de Belgische voedingsindustrie vat die samen in 4 pijlers:
1. Welvaart: een welvarende voedingsindustrie kan blijven investeren en jobs creëren. Export en innovatie, gestimuleerd door de 87 projecten van innovatiepolen Flanders’ FOOD en Wagralim, zijn daarbij belangrijke hefbomen. Als middelste schakel van de keten laat de voedingsindustrie ook de andere schakels toe om zich te ontwikkelen. Zo komt 61% van alle grondstoffen die in de Belgische voedingsbedrijven worden verwerkt, uit eigen land. Met de “Gedragscode voor faire handelspraktijken tussen leveranciers en kopers”, dat dit jaar nog een onafhankelijke voorzitter kreeg toegewezen, proberen de ketenpartners de samenwerking tussen leveranciers en klanten verder te verbeteren.
2. Personen: de voedingsindustrie wil een stabiele werkgever blijven. Jaarlijks is de sector op zoek naar 8.000 medewerkers en vooral het aantrekken van technische profielen is daarbij een uitdaging. Voedingsbedrijven investeren daarom ook in opleidingen voor medewerkers. Voor bedrijven die grondstoffen aankopen buiten onze grenzen staat ook daar het verbeteren van de werkomstandigheden van de landbouwers en werknemers hoog op de agenda. Via de Belgian Alliance for Sustainable Palmoil neemt de sector bijvoorbeeld het voortouw om enkel duurzame palmolie aan te kopen.
3. Maatschappij: de voedingsindustrie heeft een rol te spelen bij het bevorderen van het algemene welzijn van de bevolking. Met initiatieven als het Convenant Evenwichtige Voeding of de Belgian Pledge helpen voedingsbedrijven de gezonde keuze de gemakkelijke keuze te maken. Voedingsbedrijven hebben ook een verantwoordelijkheid binnen hun lokale gemeenschap, bijvoorbeeld in de strijd tegen zwerfvuil. Daarom engageerde de verpakkende industrie zich om jaarlijks 17 miljoen euro bij te dragen aan De Mooimakers in Vlaanderen en BeWapp in Wallonië.
4. Planeet: de Belgische voedingsindustrie wil evolueren naar een milieu-neutrale sector. Daarvoor beperkt ze in de eerste plaats de impact van haar eigen activiteiten op het milieu. Zo reduceerde de sector in 15 jaar haar CO2-uitstoot met 64%. Naar de toekomst toe wil de sector de milieu-impact van de voedingsmiddelen in heel de keten verminderen.
Ontdek hier het online duurzaamheidsverslag: www.fevia-duurzaamheid.be
Bekijk ook de samenvatting van het duurzaamheidsverslag in deze animatievideo.