Mestbankaangifte: praktisch
De aangifte is vanaf 8 januari 2018 beschikbaar op het Mestbankloket (www.mestbankloket.be) en kan tot en met 15 maart 2018 ingediend worden.
Voor de erkende mestvoerders, uitbaters van een mestverzamelpunt, producenten of verdelers van andere meststoffen en producenten en invoerders of verkopers van diervoeders, is geen aangifte op het Mestbankloket beschikbaar. Zij ontvangen half december papieren aangifteformulieren en kunnen die indienen tot en met 15 februari 2018.
Nieuw in de Mestbankaangifte voor land- en tuinbouwers 2017
Toevoeging opvolgstalsystemen slachtkuikens
De volgende opvolgstalsystemen voor slachtkuikens werden toegevoegd:
- P6.6. staat voor ‘uitbroeden eieren en opfokken tot 13 dagen in etagestal’
- P6.7. staat voor ‘uitbroeden eieren en opfokken tot 19 dagen in etagestal’
De opvolgstalsystemen worden gevolgd door een emissiearme vervolghuisvesting (P6.1, P6.2, P6.3, P6.4 of P6.5). Er zijn daarom nieuwe combinaties toegevoegd in de keuzelijst bij staltype van slachtkuikens.
De N-verliescijfers van de emissiearme systemen P-6.1, P-6.2, P6.3, P-6.4 en P-6.5, al dan niet in combinatie met P-6.6 of P-6.7, blijven dezelfde.
Opvraging kunstmest in 2 vragen
- Vraag 3.3: heeft u in 2017 kunstmest gebruikt op uw landbouwgronden in het Vlaamse Gewest?
- Vraag 3.4: heeft een derde (bv. seizoenspachter, …) kunstmest gebruikt op uw landbouwgronden in het Vlaamse Gewest?
Mesttransporten van en naar Wallonië moeten niet meer aangegeven worden
Als een grensboer eigen dierlijke mest wil spreiden op zijn percelen in het andere gewest, moeten de vervoerde hoeveelheden niet meer via de aangifte aangegeven worden.
De grensboer moet vanaf 1 januari 2017 wel transportdocumenten opmaken, en die transporten voor- en namelden. Dat moet hij doen via het ter beschikking gestelde loket in het gewest waar de gronden zich bevinden. De totale hoeveelheid dierlijke mest die een individueel bedrijf via deze weg transporteert, mag niet groter zijn dan de eigen dierlijke mestproductie.
Begrazing in het andere gewest, moet nog steeds aangegeven worden op de aangifte.
Vraag 4 (wassers) is herwerkt
Vraag 4 was ‘Heeft u een biologische of zure wasser of verwerkt u exploitatie-eigen mest?’. Die vraag is nu opgesplitst in 2 vragen:
- Vraag 4: ‘Heeft u een luchtwasser?’
De landbouwer kan hier:
o een combiwasser aangeven
o aangeven hoe het spuiwater van een biologische wasser wordt opgeslagen (apart of samen met mest)
- Vraag 5: ‘Heeft u gebruik gemaakt van een bewerkingstechniek om op uw eigen bedrijf uw exploitatie-eigen mest te bewerken?’ De pocketvergister moet hier worden vermeld, en niet meer bij de vraag over de runderen. De landbouwer moet hier ook opgeven of er mest gescheiden werd op het bedrijf en of een andere be- of verwerkingstechniek toegepast werd.
Bijlagen bij de Mestbankaangifte
Formulieren zoals ‘aanvraag vrijstelling aangifteplicht’, ‘globale mestbalans’, ‘wijziging transportdocumenten’ en ‘register klein laadvermogen’, moeten de landbouwers rechtstreeks sturen naar de specifieke e-mailadressen die op de formulieren worden vermeld. Zo kunnen de formulieren sneller worden behandeld.
Volmachten op het Mestbankloket
Op het Mestbankloket, kan een landbouwer of uitbater aan andere personen of een onderneming (landbouwconsulent, adviesbureau, …), een volmacht verlenen om gegevens te raadplegen of bepaalde handelingen op het Mestbankloket uit te voeren. In de rubriek Volmachten > Volmachten beheren, kan een landbouwer of uitbater de al toegekende volmachten bekijken, nieuwe volmachten toekennen of bestaande volmachten stopzetten.
VMM-aangifte
Net zoals vorig jaar, moet de heffingenaangifte van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) ingediend worden via het heffingenloket van de VMM. De landbouwers die een VMM-aangifte heffingsjaar 2018 moeten indienen, krijgen op 22 januari een brief van de VMM. De VMM-aangifte moet voor 15 maart 2018 ingediend worden.