1/ Zal de zwakke notering voor vrije aardappelen tot het einde van het seizoen aanhouden?
De voorgaande jaren met lage winterprijzen leerden ons dat 2 op de 3 jaar vanaf april (opvallende) prijsstijgingen plaatsvonden. Het gegeven dat veel loodsen last hadden met de bewaring, heeft gezorgd voor een overaanbod en de kwikslag om (bij gebrek aan transacties) wekenlang geen marktprijzen te publiceren.
Wanneer de stijging komt hangt niet alleen af van de Belgische voorraad, maar ook van de Franse, Duitse en Nederlandse kwantums die zich nog bij de telers bevinden.
De voorraden in de bewaarschuren zouden, over de periode december/januari, wel eens meer kunnen gedaald zijn dan normaal rond de jaarwissel.
2/ De kwakkelende opbrengsten en lage prijzen bij Bintje laten veel telers besluiten om dit ras aan de kant te zetten. Een juiste beslissing?
Rassenkeuze is, vooral bij aardappelen, een punt met veel facetten. Wetende dat in België al 100 jaar Bintje verbouwd wordt en dat het ras voor sommige industriële bewerkingen nog altijd vooraan staat, is het niet denkbaar dat in één seizoen deze variëteit compleet van de kaart zou geveegd worden.
Toch mag gesteld dat het financieel saldo de laatste drie jaar voor Bintje aan de staart hangt binnen het rassenassortiment.
Het zal dan ook voor grote aardappeltelers geen enkele zin meer hebben om dit ras het meest uit te planten.
Fontane zal waarschijnlijk de hoofdrol spelen. Vergeten we de vaste waarden Challenger en Innovator niet. Bovendien bestaat de neiging om veel splinternieuwe rassen uit te testen.
Nieuwe rassen, vooral van Nederlandse origine, gaan dikwijls gepaard met dure pootgoedprijzen. Alle aspecten dienen geëvalueerd te worden en bij contract is het absoluut nodig de productiekostprijsoefening grondig in beschouwing te nemen.
3/ De productiekosten voor aardappelen zijn de laatste jaren aanzienlijk gestegen. Kan daaraan verholpen worden?
De verschillende componenten van de productiekostprijs hebben een schommelend gedrag van seizoen tot seizoen. Toch zijn er enkele deelkostprijzen die vooraan blijven staan en waarop nauwlettend dient toegezien te worden.
Naast de prijs van het pootgoed, zoals hierboven vermeld, zijn er de seizoenpachten en de prijs voor pesticiden.
Wat het pootgoed betreft, zal het misschien noodzakelijk worden de origines en pootgoedproductie uit de monopoliepositie van Nederland te wringen. De saldoresultaten van de pootgoedtelers zijn de laatste jaren erg positief bij onze noorderburen.
Deze monopoliepositie drukt bovendien de mogelijkheden voor de Belgische pootgoedtelers.
De seizoenpachten zijn de laatste jaren zeker niet gedaald. Grond verhuren brengt dit seizoen meer geld in het bakje dan daarop aardappelen verbouwen. Uiteraard is en blijft het een kwestie van vraag en aanbod. Een publicatie van richtprijzen zou hier meer stabiliteit kunnen brengen.
De stijging van het budget voor pesticiden zal in een verhouding teler/multinational weinig kunnen veranderd worden. De prijzen voor diverse middelen stijgen van jaar tot jaar.
De selectie en het gebruik van rassen met duurzame resistenties zal de komende tien jaar veel aan belang winnen en kan het middelenbudget drukken.
4/ Is het mogelijk om de gepubliceerde marktprijzen in België op hetzelfde gemiddeld niveau van de buurlanden te brengen?
Het is inderdaad zo dat de publicaties de laatste drie jaar dikwijls aan de staart bengelen voor Noord-West-Europa. Zoals de vorige weken al aangekaart is er maar één mogelijkheid, nl. een medezeggingschap van de productiesector in de wekelijkse prijspublicaties. Nederland heeft de laatste jaren daarin concrete stappen gezet.
Nergens in de ons omringende landen zien we gepubliceerde prijzen die van het enkelvoudige tot het driedubbele gaan, behalve in België.
Of het de moeite loont voor een teler om op de termijnmarkt te handelen is een lastige vraag. Kennis, voorzichtigheid en een strakke werkmethode zijn nodig.
5/ Moeten we in 2018 naar een grotere oppervlakte aardappelen in België? De industrie meent te weten dat de productiecapaciteit stijgt en dat meer aardappelen zullen nodig zijn?
Meer of minder aardappelen heeft een voor- en een achterkant. Minder betekent meer kansen op hoge marktprijzen, meer aardappelen kan de markt destabiliseren.
In het afgelopen najaar was sprake van een grote behoefte.
Vanaf het primeurseizoen werd de poort met Duitsland open gehouden; een handige methode om de marktprijzen in ons land te drukken.
De laatste dagen blijkt dat meerdere frietfabrieken een verlofperiode inzetten rond deze jaarwissel. Dit zou niet alleen te maken hebben met de feestviering voor Nieuwjaar, maar ook met een gebrek aan voldoende leveringscontracten voor de komende weken en maanden.
De markt kampt al vanaf november met een lusteloosheid. Voor de campagne 2018/2019 zijn weinig prijzen bekend van contracten voor en na de verwerking.
Het ware goed dat de verwerkers de eerste weken van het nieuwe jaar met voorstellen komen. De producenten van veldgewas die mikken op contracten zouden zich aldus terdege kunnen informeren, en niet alleen de prijs maar ook de randvoorwaarden uitvoerig bespreken.
Bedankt voor alles, Zalig Kerstfeest, Gelukkig Nieuwjaar
Luc Busschaert - Landbouwexpert