Op 1 januari wijzigt één en ander wat ons als land- en tuinbouwsector aanbelangt: zo treedt de eerder onbekende “omnibus-regeling” van de Europese Commissie, beslist half december ‘17, in werking. Daarin zitten enkele zaken die de Commissie als “verbeteringen” omschrijft. Er komt meer steun voor de positie van landbouwers in de voedselketen, ons stokpaardje.
De nieuwe regels voorzien in de mogelijkheid om binnen elke productsector clausules over waardedeling overeen te komen en ze geven landbouwers voor het eerst het recht een schriftelijke overeenkomst te vragen (tenzij het gaat om handel met kleine en middelgrote ondernemingen). Niet onbelangrijk voor Vlaanderen: de mogelijkheid wordt gecreëerd om met eenvoudiger risicobeheersinstrumenten landbouwers te helpen, met inbegrip van een sectorspecifiek inkomensstabiliseringsinstrument en verbeteringen aan verzekeringsregelingen die compensatie tot 70 % mogelijk maken voor landbouwers van wie de productie of het inkomen met ten minste 20 % is gedaald. Duidelijker regels inzake marktinterventie, die de Commissie in staat stellen snel op te treden om een slechte marktwerking aan te pakken zonder dat zij maatregelen inzake publieke interventie of particuliere opslag hoeft toe te passen, is een andere aanpassing.
De ervaring die we hebben met private opslag van varkensvlees en melkpoeder van de voorbije jaren leert ons dat deze nieuwe regel zeker niet te vroeg komt. Als laatste komt daar ook nog bij dat er duidelijker regels zijn inzake de steun voor landbouwers, met name dankzij meer flexibiliteit voor de lidstaten op het gebied van de definitie van actieve landbouwers en sterkere stimulansen voor jonge landbouwers. Behoorlijk goed nieuws dus deze keer vanuit Europa. We wachten uiteraard ook af of de teneur dezelfde zal zijn wanneer het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid vol op de agenda komt naar de zomer toe, bij de communicatie van de wetgevende voorstellen over het GLB na 2020.
Op 1 januari wijzigt ook één en ander op het vlak van de mestwetgeving en dat zal je (vooral) als landbouwer in focusgebied geweten hebben. De gebieds- en bedrijfsgerichte aanpak van de Mestbank wordt nog wat verscherpt. In een vorig nummer van De Drietand hebben we reeds gecommuniceerd over de te verwachten scherpere controles langs waterlopen, op het respecteren van (de reeds langs op papier bestaande) 1 meter-zone in focus-gebied, over het kiezen voor een forfaitaire mestsamenstelling of een analyse en de gewijzigde normen voor varkensmest. De Mestbank komt volgende week reeds op de proppen met de aangiftedocumenten voor het productiejaar 2017. Digitaal weliswaar en via een persoonlijke e-mail met de melding dat je dossier werd “klaargezet” op het mestbankloket.
Steeds meer communicatie gebeurt immers via de digitale weg. Op zich is daar niets verkeerd mee, maar in heel wat plattelandsgemeenten vinden de intercommunale nutsvoorzieners met hun leidingen niet of nauwelijks de weg tot op de boerderij en is een snelle internetverbinding er één waar alleen maar kan van gedroomd worden. Misschien moet dit nu eens een thema zijn bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen: “snel en stabiel internet voor iedereen, binnen én buiten de stad”. We zijn benieuwd of dit opgepikt en gerealiseerd wordt in ons sterk verstedelijkt Vlaanderen, waar het platteland maar al te vaak stiefmoederlijk behandeld wordt. Het openbaar vervoer, het drinkwaterleidingsnet en snel internet. Het is maar een greepje uit de lijst van aandachtspunten voor elke lokale en Vlaamse overheid.
Benieuwd of het er van komt in 2018 en de volgende jaren.
Hendrik Vandamme, voorzitter ABS