DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,
Gelet op verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad, het laatst gewijzigd bij verordening (EU) nr. 2016/791 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016;
Gelet op verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad, het laatst gewijzigd bij gedelegeerde verordening (EU) 2017/1155 van de Commissie van 15 februari 2017;
Gelet op gedelegeerde verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot wijziging van bijlage X bij die verordening, het laatst gewijzigd bij gedelegeerde verordening (EU) 2017/1155 van de Commissie van 15 februari 2017;
Gelet op gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden, het laatst gewijzigd bij gedelegeerde verordening (EU) 2017/723 van de Commissie van 16 februari 2017;
Gelet op uitvoeringsverordening (EU) nr. 641/2014 van de Commissie van 16 juni 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;
Gelet op uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden, het laatst gewijzigd bij uitvoeringsverordening (EU) 2017/1242 van de Commissie van 10 juli 2017;
Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 1° ;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, artikel 21, § 1, tweede lid, 1° en 2°, en derde lid, en § 2, tweede lid, artikel 26, 3°, en artikel 41, tweede lid;
Gelet op het ministerieel besluit van 23 januari 2015 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, voor wat de rechtstreekse betalingen betreft;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 december 2017;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 27 december 2017 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,
Besluit :
Artikel 1. In artikel 1, 2°, van het ministerieel besluit van 23 januari 2015 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, voor wat de rechtstreekse betalingen betreft, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 19 mei 2016, wordt de zin "Om daadwerkelijke en langdurige zeggenschap aan te tonen, kunnen onder andere facturen, statuten, het aandelenregister, investeringen in roerende of onroerende goederen of contracten, met inbegrip van eigendomscontracten, worden voorgelegd;" opgeheven.
Art. 2. In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt punt 3° opgeheven.
Art. 3. In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 mei 2016 en 23 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, 1°, worden de woorden "voor andere industriële doeleinden" opgeheven;
2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt het woord "hennep" vervangen door de woorden "een hennepras";
3° in paragraaf 2, tweede lid, worden tussen het woord "aanvraag" en het woord "bevat" de woorden "tot teelttoestemming" ingevoegd;
4° in paragraaf 2, tweede lid, wordt punt 3° vervangen door wat volgt:
"3° het hennepras dat wordt ingezaaid;";
5° in paragraaf 2, tweede lid, 4°, worden de woorden "voor ieder gebruikt ras" opgeheven;
6° in paragraaf 2, tweede lid, wordt punt 6° vervangen door wat volgt:
"6° de vermelding dat de bevoegde entiteit de gegevens van de aanvraag doorgeeft aan de bevoegde politiediensten.";
7° in paragraaf 2, derde lid, wordt het woord "indieningsdatum" vervangen door het woord "wijzigingsdatum";
8° in paragraaf 2, vierde lid, worden de woorden "het vergunningsdocument" vervangen door de woorden "de teelttoestemming";
9° er wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"In afwijking van het vierde lid, bezorgt de landbouwer, als hij een hennepras inzaait als nateelt conform artikel 9, lid 6 en 7, van gedelegeerde verordening (EU) nr. 639/2014, onmiddellijk na inzaai en uiterlijk op 31 augustus van het kalenderjaar in kwestie aan de bevoegde entiteit de officiële etiketten van de zaaizaden die gebruikt zijn voor de uitgezaaide percelen. Die etiketten maken integraal deel uit van de verzamelaanvraag.".
Art. 4. Aan artikel 13 van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd:
"Die toestemming om hennep vroeger te oogsten kan alleen gegeven worden als hennep niet geteeld wordt als vanggewas conform artikel 9, lid 6 en 7, van gedelegeerde verordening (EU) nr. 639/2014.".
Art. 5. In artikel 18/1 van het zelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 19 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, 2°, b), worden tussen het woord "verklaring" en het woord "van" de woorden "en bewijsstukken" ingevoegd;
2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"De stukken, vermeld in het eerste lid, 2°, b), zijn verschillend naargelang de rechtsvorm van het bedrijf. Uit de stukken blijkt de werkelijke financiële inbreng of het werkelijke financiële risico van de jonge zaakvoerder in het bedrijf waarvoor de aanvraag wordt ingediend alsook dat hij het dagdagelijks bestuur van het bedrijf werkelijk opneemt. De stukken kunnen vergunningen, jaarrekeningen, facturen, statuten, het aandelenregister, een samenuitbatingscontract, investeringen in roerende of onroerende goederen of contracten, met inbegrip van eigendomscontracten zijn.".
Art. 6. In artikel 20, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 19 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 2°, b), worden tussen het woord "verklaring" en het woord "van" de woorden "en bewijsstukken" ingevoegd;
2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"De stukken, vermeld in het eerste lid, 2°, b) zijn verschillend naargelang de rechtsvorm van het bedrijf. Uit de stukken blijkt de werkelijke financiële inbreng of het werkelijke financiële risico van de jonge zaakvoerder in het bedrijf waarvoor de aanvraag wordt ingediend alsook dat hij het dagdagelijks bestuur van het bedrijf werkelijk opneemt. De stukken kunnen vergunningen, jaarrekeningen, facturen, statuten, het aandelenregister, een samenuitbatingscontract, investeringen in roerende of onroerende goederen of contracten, met inbegrip van eigendomscontracten zijn.".
Art. 7. In artikel 22/2, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 19 mei 2016, wordt de zinsnede ", als het zijn eerste vestiging is" opgeheven.
Art. 8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018.
Brussel, 8 februari 2018.
De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw,
J. SCHAUVLIEGE