Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 21 mrt 2018 15:48 

Parlementaire vragen over het dossier vleesfraude en het FAVV


Vraag om uitleg over de inbreng van de minister in de aangekondigde hervormingen van de controlemechanismen voor de voedselketen van Stefaan Sintobin aan minister Joke Schauvliege

Vraag om uitleg over het herstel van het vertrouwen in de vleessector van Jos De Meyer aan minister Joke Schauvliege

Vraag om uitleg over nieuwe maatregelen voor kwaliteit en respect in vleesbedrijven en slachthuizen van Peter Wouters aan minister Joke Schauvliege

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Voorzitter, minister, we hebben vorige week in de plenaire vergadering al een stukje van het debat gevoerd naar aanleiding van een actuele vraag over de kippenkwekerijen. Maar het lijkt mij goed om ook in deze commissie nog even dit dossier van de vleesfraude te behandelen.

Net zoals de collega’s weet ik ook wel dat een groot luik van dit dossier niet uw bevoegdheid is, omdat het voor een groot stuk een federale bevoegdheid is. En zoals u vorige week terecht stelde, behoort dierenwelzijn niet tot uw bevoegdheden.

We moeten in dit parlement, in deze commissie, een beetje opletten, omdat er ook nog de juridische afwikkeling van dit dossier is. We moeten ervoor zorgen dat er politiek geen stappen worden ondernomen waardoor de juridische afwikkeling in het gedrang zou komen. Maar ook een luik van het Vlaamse landbouwbeleid is aan de orde.

Het dossier van de vleesfraude is breed uitgesmeerd in de media. Dat is niet altijd even goed. Ik heb de indruk dat er niet altijd met de nodige kennis van zaken over dergelijke dossiers wordt gesproken.

De vragen zijn ingediend op 13 maart. Ondertussen is er al heel wat geëvolueerd in dit dossier. Maar dat hebben we allemaal van nabij kunnen volgen.

Vooreerst wil ik – en volgens mij ook alle collega’s – met mijn betoog de fraude met vlees en voedsel in het algemeen ten strengste afkeuren. Het kan niet dat er met voedsel wordt gesjoemeld. En het gevolg is dat het vertrouwen van de consument opnieuw geschonden is.

Maar ik blijf erbij – misschien in tegenstelling tot andere collega’s – dat het gaat om enkelingen die telkens opnieuw het imago van een hele sector besmeuren. En keer op keer worden hardwerkende landbouwers, hardwerkende vleesveehouders in een negatieve spiraal meegesleurd. Ik ben dan ook bijzonder blij met de afkeuring in de meest strenge bewoordingen die door de landbouworganisaties in Vlaanderen werd uitgesproken.

Minister, collega’s, ik vind het jammer dat bepaalde mensen, bepaalde collega’s of bepaalde verenigingen, misbruik maken van dit dossier om een hele industrie, een hele sector in een slecht daglicht te stellen.

Vooraleer ik tot mijn vragen kom, wil ik graag verwijzen naar enkele sporen die de landbouworganisaties prioritair willen inzetten.

Zo willen zij betere controlemechanismen in de voedselketen en een strikte toepassing van de regels. Blijkbaar is er te veel versnippering. Er is natuurlijk ook de vraag naar een grondige hervorming van het FAVV en volledige transparantie binnen de vleesketen. Zoals vorige week al werd gezegd, moet bij de distributie de ‘race to the bottom’ worden gestopt, dat is prioritair. Tot slot moeten de consumenten worden gesensibiliseerd en bewust worden gemaakt van het feit dat zij bereid moeten zijn om de juiste prijs te betalen voor goed en veilig voedsel.

Minister, wat het dossier op het federale niveau betreft, hoe werd u als Vlaams minister van Landbouw betrokken bij de besprekingen daarvan? Werden de gewestelijke ministers van Landbouw daar überhaupt bij betrokken? Het zou me logisch lijken dat bij een dergelijke crisis alle landbouwministers worden betrokken.

Welke rol kunt u binnen uw bevoegdheid spelen in dit dossier? Wat is uw mening over de prioritaire voorstellen van de landbouworganisaties die ik daarnet heb geschetst? Hoe kunt u binnen uw bevoegdheid het vertrouwen in de sector herstellen?

Kunt u stappen ondernemen in de richting van de grootdistributie om die ‘race to the bottom’ te stoppen? Hoe kunnen we meer aandacht besteden aan sensibilisering van de consumenten om hen bewust te maken van het feit dat ze bereid moeten zijn om de juiste prijs te betalen voor correct, veilig en goed voedsel?

De voorzitter

De heer De Meyer heeft het woord.

Jos De Meyer (CD&V)

Van heel deze crisis zijn de correct werkende vleesveehouders, en dat is het overgrote aantal, het slachtoffer. Het is evident dat frauduleuze praktijken moeten worden aangepakt, niet alleen vanwege de fraude op zich maar ook omdat dit een afschrikeffect kan hebben voor soortgelijke praktijken.

Het proces van het FAVV moeten we hier niet voeren, dat is een federale aangelegenheid. Ik herinner me wel dat ik bij de bespreking van de fipronilcrisis ook heb gepleit voor meer transparantie bij het FAVV.

Er is natuurlijk ook een Vlaams luik aan deze probleemsituatie en daar wil ik even dieper op ingaan. Intussen hebben we ook vernomen dat de sector niet bij de pakken blijft zitten en zich wenst te engageren om de auto-controlemechanismen en de private lastenboeken te versterken en bijkomend de gepaste controlepunten in te bouwen. Verder tracht de sector om de gemaakte afspraken over transparantie in de rundvleesketen versneld uit te voeren. De sector kan dit echter niet alleen en vraagt ook van het beleid een aantal maatregelen. Zij doen voorstellen over een doorlichting van de bestaande controlemechanismen of over een gecoördineerde aanpak inzake transparantere communicatie en promotie samen met de nodige structurele middelen.

Minister, ik weet dat in dit dossier uiteraard nog een aantal andere bevoegdheden spelen, zowel verticaal als horizontaal, maar toch wil ik u al een aantal vragen voorleggen.

Hebt u al overleg gehad met uw federale collega’s over de situatie in de vleessector? Zo ja, wat was het resultaat van dit overleg? Zo neen, komt er nog een dergelijk overleg of beschouwt u dat niet als noodzakelijk?

Is er al gekeken naar mogelijke maatregelen om dergelijke situaties in de toekomst te vermijden? Ik denk aan een hogere frequentie van de ijking van weegtoestellen, meer onaangekondigde controles of een betere samenwerking tussen alle controle-instanties?

Zult u actie ondernemen om het geschonden vertrouwen in de vleessector opnieuw te herstellen? Komen er promotiecampagnes voor de consument maar ook voor andere afnemers zoals de horeca, de export enzovoort?

De voorzitter

De heer Wouters heeft het woord.

Peter Wouters (N-VA)

Ik sluit me aan bij de collega’s in die zin dat het hier over enkelingen gaat die de reputatie van een mooie sector bezoedelen. Dat hardwerkende mensen in deze sector daarvan het slachtoffer zijn, is een spijtige zaak.

Het fraudedossier in het slachthuis Veviba in Bastenaken roept heel wat vragen op over de controlemechanismen. Bij een huiszoeking in het slachthuis bleek dat meer dan de helft van de gecontroleerde producten niet in orde was met de regels op het vlak van voedselveiligheid. Zo zou de vermelde invriesdatum van het vlees vervalst zijn. Daarop trokken de federale Landbouwminister Ducarme en het FAVV donderdag de erkenning van het vleesbedrijf in.

Op 11 maart kondigde minister Ducarme aan dat hij een congres wil organiseren over kwaliteit en respect, dat moet leiden tot extra maatregelen om het vertrouwen van de consument in de vleessector terug te winnen. Die maatregelen wil hij uitwerken in samenwerking met de sector en de gewesten.

De BB dringt alvast aan op betere controlemechanismen. Het FAVV, de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid en de Federale Overheidsdienst Economie voeren controles uit vanop het federale niveau, het Departement Landbouw en Visserij vanuit Vlaanderen. De BB zegt dat fraudeurs gemakkelijk onder de radar kunnen blijven omdat de controles zo versnipperd zijn en er geen overkoepelende eindcontrole is.

Daarnaast wordt er meer transparantie gevraagd binnen de vleessector zelf. Daar zouden al afspraken over gemaakt zijn via het interprofessioneel akkoord transparantie, maar er zouden nog discussiepunten zijn.

Minister, werd u al gecontacteerd door uw federale collega over bijkomende maatregelen? Kunt u hier meer toelichting over geven? Hebt u zelf overleg gehad met de veesector na het schandaal bij Veviba? Bent u van mening dat er intussen acties of maatregelen moeten worden genomen? Kunt u meer toelichting geven over de discussiepunten binnen het interprofessioneel akkoord transparantie?

De voorzitter

Minister Schauvliege heeft het woord.

Minister Joke Schauvliege

We hebben van iedereen gehoord, en ik kan het nog eens heel duidelijk herhalen, dat we fraude scherp veroordelen. Dit is onaanvaardbaar en daar moet hard tegen worden opgetreden.

Het erge aan fraude is dat het drie keer slachtoffers maakt. Een: je zorgt voor oneerlijke concurrentie zodat men onder de prijs kan verkopen omdat concurrenten die zich wel aan de regels houden, dat niet kunnen doen. Twee: het imago van de volledige sector wordt meegesleurd in een negatief daglicht. Drie: de primaire producenten, onze boeren, onze landbouwers lijden daar veel schade door, ook imagoschade. Ze worden daarin meegesleurd zonder dat ze er ook maar iets mee te maken hebben. Dat is het cynische aan fraude, dus ik kan dat niet scherp genoeg veroordelen.

We hebben hier inderdaad te maken met een dossier voedselveiligheid. Dat is een bevoegdheid van het FAVV en niet van Landbouw. Er is overleg, alle informatie wordt uitgewisseld met onze diensten. Dat gebeurt uiteraard via Landbouw, maar er zijn natuurlijk ook contacten op kabinetsniveau. Dat gebeurt op dezelfde manier als dat in eerdere dossiers is gebeurd.

Federaal minister Ducarme heeft een audit aangekondigd om de administratie door te lichten. We hopen dat daar conclusies uitkomen waar gevolg aan wordt gegeven. Uiteraard zullen we dat verder opvolgen. De enige manier om de mazen van het net verder te sluiten, is dat er goede, performante beheers- en controlesystemen zijn. Dat is een systeem waarin administratieve controle en plaatscontrole worden gecombineerd. Het gaat dan ook over onaangekondigde controles, geselecteerd op basis van risicoanalyse, maar ook op basis van toeval. Dat is de enige manier waarop we dat kunnen tegengaan. Dit is ook de manier waarop Landbouw zelf bedrijven en diensten controleert voor de aspecten die onder haar bevoegdheid vallen. Dat is de enige juiste manier.

In zijn eisenbundel heeft het Agrofront zich niet enkel beperkt tot de fraudegevoeligheid op het vlak van voedselveiligheid, ook de economische fraudegevoeligheid komt aan bod. Dat is ook terecht. Iedereen erkent trouwens dat wij aan Vlaamse kant sinds het begin van deze legislatuur al grote stappen vooruit hebben gezet. We hebben de black box geïnstalleerd, een afgeschermd registratiesysteem voor de karkasgewichten. We hebben dat verplicht in elk slachthuis. En we hebben de controles op de correcte indeling van de karkassen in het kader van de Europese SEUROP-regeling opgedreven. Die karkasindelingsregels zijn er gekomen om de transparantie te verhogen en de belangen van de landbouwers te beschermen. Ik kan en zal niet aanvaarden dat slachthuizen die regels met de voeten treden om economische redenen ten nadele van onze boeren.

We hebben dus al veel stappen gezet. Ik merk dat Brussel en Wallonië die maatregelen nu ook kopiëren. Ze nemen nu diezelfde maatregelen, wat toch wel aantoont dat we een voortrekker zijn op dat vlak.

Op de vraag over de interprofessionele onderhandelingen tussen de primaire en de verwerkende sector kan ik niet ingaan. Bij interprofessionele onderhandelingen zit de overheid niet mee aan tafel en is het niet aan een minister om daarover te communiceren. Het is belangrijk dat we de ketenspelers zelf hun rol laten spelen.

Inzake het vertrouwen van de consumenten en de campagnes om mensen te informeren neemt het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) al maatregelen om ons vlees te promoten en in de kijker te zetten. Ik ben ervan overtuigd dat we na het wegebben van deze crisis – we hebben dat ook gedaan met de Fipronil-crisis – bijkomende acties moeten ondernemen om het vertrouwen te herstellen, zowel in het binnenland als in het buitenland. Dat is heel belangrijk. Het heeft geen zin om dat nu te doen, op het moment dat die problemen nog opborrelen, maar we moeten klaarstaan om een tandje bij te steken op het moment dat de heisa is gaan liggen. We moeten het vertrouwen opnieuw herstellen.

Ik blijf erbij dat we voedsel hebben dat streng wordt gecontroleerd. We hebben boeren die op een heel verantwoorde manier produceren. We mogen dat zeggen en we mogen daar ook trots op zijn en dat uitdragen zoveel als we kunnen.

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

De eigenaar van Veviba ontkent nog steeds dat er fraude is gepleegd. Vandaar dat ik daarnet vertelde dat we de juridische afwikkeling – zonder de man en het bedrijf te willen verdedigen – moeten afwachten. Ondertussen is natuurlijk alles breed uitgesmeerd in de media en is de hele sector meegesleurd in een neerwaartse spiraal, bovenop alle schandalen rond dierenwelzijn van de afgelopen maanden.

Ik ben in ieder geval tevreden dat u deze fraude veroordeelt, wat natuurlijk logisch is. Ik ben ook blij dat er overleg is met de kabinetten en de federale minister van Landbouw. Minister Ducarme heeft een audit aangekondigd. Kunt u mij zeggen wanneer die audit klaar zal zijn? Er zijn al een paar documenten vrijgegeven. Voorzitter, het is misschien interessant om alle documenten hieromtrent ook aan de Vlaamse parlementsleden via een of ander kanaal te bezorgen.

Ik ben ook voorstander van onaangekondigde controles. Dat lijkt mij de meest logische zaak. Ik ga met u akkoord dat er al stappen genomen zijn door de Vlaamse overheid. Inderdaad, consumenten sensibiliseren heeft nu geen enkele zin. We moeten wachten tot de heisa een beetje is weggeëbd. Ik heb u wel weinig of niets horen zeggen. Ik weet wel dat dit niet zo evident is en misschien ook een federale bevoegdheid is, maar ik denk dat u naar de buitenwereld via persberichten of interviews ook stappen kunt ondernemen, en ook naar de grootdistributie om die ‘race to the bottom’ te stoppen. Daar knelt immers het schoentje. We kunnen de mensen wel bewust maken van veilig en kwaliteitsvol voedsel in Vlaanderen, maar dan speelt de prijs nog altijd een rol. We moeten zeker iets kunnen doen aan het feit dat de grootdistributie verder gaat en met schandalig lage prijzen de mensen naar de supermarkten lokt, waardoor de landbouwer niets verdient.

De voorzitter

De heer De Meyer heeft het woord.

Jos De Meyer (CD&V)

Voorzitter, minister, collega's, enerzijds moeten er natuurlijk maatregelen worden genomen om het vertrouwen te herstellen, zoals de minister heeft gesteld. Anderzijds moeten we ons ook de vraag stellen of er al of niet bijkomende structurele maatregelen op termijn nodig zijn. Hoe dan ook, de consument heeft recht op kwaliteitsvolle producten. Laat dat een prioritaire doelstelling zijn voor iedereen. Daarnaast heeft de producent recht op een faire prijs.

Het is vandaag en ook vorige week al door meerdere collega's gezegd dat de race naar de laagste prijs hoe dan ook dodelijk is, niet alleen voor de producent. Op termijn heeft die ook zeer negatieve gevolgen voor de consument, want die zal alleen maar meer afhankelijk worden van geïmporteerd vlees. De vraag is wat de kwaliteit is van dit vlees en wat de transparantie is.

Minister, het is een goede zaak dat er een overleg is met de federale minister Ducarme. Uiteraard is het FAVV een louter federale aangelegenheid. Maar als het gaat over maatregelen naar de sector toe, dan hoop ik dat die in overleg worden genomen met de gewestelijke ministers van Landbouw. Zijn daar al concrete gesprekken over geweest of is dat nu nog te vroeg?

De voorzitter

De heer Wouters heeft het woord.

Peter Wouters (N-VA)

Minister, dank u wel voor uw antwoorden. Ik volg een beetje het pleidooi van de BB om de versnippering van al die controlemechanismen tegen te gaan en we misschien met één overkoepelend Vlaams controlemechanisme veel meer kunnen bereiken. U hebt zelf aangehaald wat we op Vlaams niveau doen. Wij zijn voortrekker. Ik denk dat we dat ook bij die andere zaken kunnen zijn. U hebt zelf de ‘black box’ aangehaald.

Voor het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) ligt er nu een taak om het imago van heel de sector binnenkort weer naar boven te trekken. Op deze manier is het voor die mensen vechten tegen de bierkaai, want telkens als een malafide paljas dergelijke trucs uithaalt, moeten ze opnieuw van onder nul beginnen om het imago van de hele sector weer op te bouwen. Dat is echt spijtig van de energie en het werk dat die mensen erin steken.

De voorzitter

De heer Vanderjeugd heeft het woord.

Francesco Vanderjeugd (Open Vld)

Vanuit Open Vld betreuren en veroordelen wij zeer sterk het hele voorval en de fraude. Voor de hele sector en de hele keten is het een zeer slechte zaak dat er bij enkelingen telkens weer op een korte periode fraude aan het licht komt. Ik hoor dikwijls over de prijs spreken. Ik denk dat de prijs geen argument en geen excuus is om te gaan sjoemelen of frauderen. De prijs is één zaak, maar is geen vrijgeleide om te kunnen frauderen. Het zijn twee zaken die we uit elkaar moeten houden.

Sommigen maken natuurlijk van heel dit voorval het proces van het eten van vlees, en dat betreuren wij ook zeer sterk. Het is heel belangrijk dat we het hoofd koel houden. In het kader van de volksgezondheid schuift onze federale minister De Block mee aan de tafel, net om aan te tonen dat onze volksgezondheid niet in gevaar is. Dat is een heel belangrijke zaak.

Sommigen aan de overkant van de straat pleiten ervoor om zaken te regionaliseren. Wat we in Vlaanderen doen, zouden we zogezegd beter moeten doen. Wij zijn daar niet zo van overtuigd. Sommigen pleiten voor het weghalen van het FAVV bij minister van Landbouw Ducarme. Ik weet niet of dat een goed idee is, ik denk het zelfs niet. Dat geeft een beetje de indruk dat bepaalde collega's aan de overkant zeggen dat het onder Landbouw dus niet goed zit, dat het daar te dicht bij elkaar zit, terwijl dat controlemechanisme wel werkt.

Ik denk dat we nu de commissie en het gerechtelijk onderzoek hun werk moeten laten doen, om te laten zien wat er effectief is misgelopen, en dan uit onze fouten leren. Maar ik denk niet dat we ver vooruit raken met op de instantie op zich te schieten. Onze reputatie in het buitenland maakt daarmee ook absoluut geen goede beurt. Ik ben blij dat we vanuit deze commissie een rustige insteek hebben gegeven op heel het voorval en dat we hier niet met getoeter en getier de zaak gaan opkloppen. Daar ben ik dankbaar voor.

Zoals u zelf aangeeft, minister, moeten VLAM en ook andere landbouworganisaties als de federatie van de Belgische voedingsindustrie (Fevia), de Federatie van het Belgische Vlees (FEBEV), de Belgian Feed Association (BFA) en dergelijke, een sterk signaal geven. Zult u ook betrokken worden bij de versnelde brancheorganisatie, Belbeef, waarvan sprake is? Dat kan ook een belangrijk gegeven zijn, om daar de krachten de bundelen. Hoe ziet u zich daar een rol in spelen?

De voorzitter

De heer Caron heeft het woord.

Bart Caron (Groen)

Voorzitter, minister, collega’s, ik ben blij dat het woord ‘volksgezondheid’ al is gevallen, want het valt mij op dat in de vraagstelling merkwaardig genoeg – ik viseer niemand – de aandacht voor de consument een beetje ondergesneeuwd raakt door het belang van de andere actoren in dit verhaal. Laat ons zeggen dat de hele thematiek van voedselveiligheid en het FAVV vooral over de consument gaat. We willen allemaal gezond en veilig voedsel. Dat moet op de beste manier gegarandeerd worden.

Laat het ons zeggen zoals het is: het grootste slachtoffer van fraude is de consument – natuurlijk ook de reputatie en de sector, maar de consument op de eerste plaats. Ik denk dat we dat moeten garanderen. Dat is de beste basis om geen schade aan te brengen in de brede sector van de landbouw, bij vleesproducerende bedrijven, bij boeren die vee of varkens of kippen houden, dat zij op die manier niet het slachtoffer worden. Als de consument ontmoedigd wordt of het beeld krijgt dat er langs alle kanten gefraudeerd wordt, met bijvoorbeeld houdbaarheidsdata, dan is die daar wel degelijk het slachtoffer van.

Ik ben het eens met wat vele bronnen zeggen, niet het minst de BB dat controles beter op elkaar moeten worden afgestemd. Maar ik denk dat hier ook nog een aantal Vlaamse aspecten spelen, minister. Alleen zie ik niet helemaal goed in hoe we dat beter kunnen doen. Misschien kunt u dat nog iets meer verduidelijken. Hoe kunnen we de afstemming van controlemechanismen, maar ook de veiligheid en de wegenclassificatie, versterken, zodat de transparantie groter wordt?

Er is wel degelijk een ‘race to the bottom’ in de prijsvorming van vlees. Ook de slachthuizen zelf zijn mee dader van die ‘race to the bottom’. Ik heb een voor mezelf historisch debat mogen doen in De Zevende Dag, met onder meer een slachthuisexploitant. Ik heb daar goede contacten aan overgehouden, vreemd genoeg. Je bent opposant, en toch blijft er nadien met een aantal mensen uit die sector wel een goede band, omdat er een zeker begrip ontstaat. En zij zeggen ook dat de manier waarop er druk gezet wordt op de prijs om te slachten, mee aan de basis ligt van een aantal problemen die er zijn. Het kan ook in de versnijderijen gebeuren. Dat moet dan uitgezocht worden. Maar er is duidelijk een probleem met de prijsvorming, niet alleen voor de landbouwer, maar ook in die fase van de keten. Zoals u onlangs nog zei, minister, heeft het ook te maken met de grootdistributie, die in grote mate de prijsdruk altijd maar verder naar beneden zet en domineert.

Ik denk dat het ketenoverleg een veel grotere moed moet hebben en verantwoordelijkheid moet opnemen om rond die prijsvorming een aantal zaken uit te klaren. Willen we gezond vlees, dan moeten we die dieren de tijd laten om ook gezond te groeien. Ze moeten in goede voorwaarden geslacht en versneden worden. Er moet een veiligheid zijn voor de consument die dat vlees graag wil verorberen. Dat heeft een prijs. We mogen dat hardop zeggen: de prijs van dat vlees mag best wat hoger zijn, als die voorwaarden vervuld zijn. Als dat ook vereist dat we in een aantal lagen van de controle van het FAVV, maar ook van Dierenwelzijn, wat meer middelen mogen investeren om die controles te versterken, en dat heeft een klein effect op de prijs, laat het dan zo zijn. Ik denk dat we allemaal belang hebben bij het stoppen van die ‘race to the bottom’.

Er is blijkbaar een zeer merkwaardige Kosovaarse connectie in dit verhaal. U moet ondertussen al voor uw leven vrezen, minister. Ik zou mij niet te veel in die omgeving vertonen. De eigenaar van dat vleesbedrijf aldaar dreigt met moordaanslagen en zo van die dingen. Maar als dat in Kosovo gebeurt, toont dat volgens mij twee dingen. Er is toch een vorm van dumping op een aantal zwakkere markten op het vlak van controle. Er is een zekere dumping van vervallen vlees op markten waar de controle zwakker is. Ik kan mij niets anders inbeelden. Er wordt daar blijkbaar ook onder één hoedje gespeeld met een aantal bedrijven. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat de Vlaamse of de Belgische consument daar niet mee het slachtoffer van is. Ik hoop ook dat Justitie – dat is natuurlijk uw verantwoordelijkheid niet – dat soort connectie ook uitfiltert, want dit is echt niet aanvaardbaar.

De voorzitter

De heer De Croo heeft het woord.

Herman De Croo (Open Vld)

Voorzitter, ik herinner mij de dioxinecrisis van twintig jaar geleden zeer goed. Zij die toen de markten deden in kiescampagnes, zagen toen tot hun uitdaging de lege stallingen en kramen, die ontruimd waren van alle kippen en dies meer.

Voorzitter, ik herinner mij de dioxinecrisis van twintig jaar geleden zeer goed. Degenen die toen de markten deden in kiescampagnes zagen tot hun uitdaging de lege stallingen, de lege kramen die ontruimd waren van alle kippen en dies meer. Wij hadden toen geen instrument om daar meteen op te reageren.

Het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) werd geboren uit die crisis. Dat agentschap heeft een grote credibiliteit opgebouwd in Europa. Het werd nagebootst in verschillende landen, omdat dat systeem waterdicht bleek te zijn. We zullen zien hoe het loopt, maar het blijkt nu toch her en der vragen op te roepen.

Wat mij hier echt diep raakt, zijn twee dingen. Eén, de voorzitter verwees er al naar, de correctheid van de vele, vele goed werkende bonafide producenten die hier, terecht verdedigd door de minister, in een verkeerd daglicht worden gesteld.

Twee, minister, is er een uitdagende vraag voor ons allemaal: hoe kan men out of the box denken? Wat kan men doen om het onmisbare vertrouwen te herstellen? Ik doel dan op ‘confidence-building measures’. Zo heeft de dioxinecrisis de uitvoer van Belgische chocolade doen stilleggen. Dat is een voorbeeld van de onbeperktheid van de angst die er kan leven. Daarom is het nodig om samen met de collega’s van de andere regio’s en gemeenschappen, bijvoorbeeld federaal, out of the box te denken, zodat het vertrouwen zo vlug mogelijk op een duurzame, betrouwbare wijze wordt hersteld. Zonder vertrouwen is er geen toekomst in die sector.

De voorzitter

Mevrouw Joosen heeft het woord.

Sofie Joosen (N-VA)

Ik wil kort reageren op het betoog van de heer Caron. Ik volg hem wat het belang van de consument en het belang van dat veilige voedsel betreft. Maar het lijkt mij een taak van de overheid om de consument te wijzen op zijn verantwoordelijkheid. Een prijzenslag kent nu eenmaal zijn limieten. Het is echt onze taak om de consument ervan bewust te maken dat die prijzenslag zijn gevolgen heeft in dit verhaal.

Bart Dochy (CD&V)

Ik sluit zelf graag aan bij de bekommernissen en de tweeledigheid van de problematiek. Enerzijds is er de ‘race to the bottom’ met de prijsvorming die een nieuwe formule, nieuwe systemen vraagt in de toekomst. We hopen dat het gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB) daar ook iets mee zal aanvangen, want het is niet zo evident binnen een wereldmarktcontext.

Anderzijds is er het verhaal van de controles. Ik vind het zeer belangrijk dat er een voedselautoriteit is die buiten alle discussie staat. Ik denk dat we vandaag kunnen vaststellen dat het FAVV op zich niet zo slecht heeft gewerkt. We hebben gezien dat ze in de Fipronil-crisis de problematiek hebben bovengehaald, terwijl het in oorsprong een Nederlands probleem was. We zien dat er controles zijn gebeurd die het probleem hebben blootgelegd. Maar ik denk dat ze zich een beetje vastrijden in procedures. En wat mij dan bijzonder verrast, is dat de relatie met dat parket zo onduidelijk is. En of men zich daar dan al dan niet achter verschuilt, het is in ieder geval zo dat het verder afhandelen van een vastgesteld probleem eigenlijk toch een groter probleem is dan de vaststelling op zich. Het systeem om de vaststelling te kunnen doen, werkt wel. Maar ik denk dat er nog heel wat werk is om er dan op een efficiëntere manier verder iets aan te doen. Minister, in welke mate kan Vlaanderen daaraan een bijdrage leveren?

De voorzitter

Minister Schauvliege heeft het woord.

Minister Joke Schauvliege

Collega’s, ik dank jullie voor de bijkomende reflecties en vragen. Ik ga er graag op in.

Mijnheer Sintobin, u vraagt om de audit die werd bevolen door het FAVV te bezorgen. We hebben die op dit moment nog niet. We hebben daar ook nog geen timing van. Maar uiteraard zal die beschikbaar zijn en federaal worden overgemaakt aan parlementsleden. Als wij die hebben, zullen wij die uiteraard graag met jullie delen.

Wat u zegt over de ‘race to the bottom’ bij de distributie klopt. Er is het ketenoverleg, maar ook dat kan natuurlijk geen wonderen doen. Wij hopen – en dat was ook zo aangekondigd, want zij willen daar ingrijpen – dat Europa snel komt met zijn nieuwe visie. Zij wilden nog voor of rond de zomer komen met een nieuwe visie op de ketenwerking en hoe die meer zou kunnen sturen in de prijzen. We moeten dat goed opvolgen en bekijken wat daar op tafel komt.

Ik ben een grote voorstander van zo’n brancheorganisatie, producentenorganisatie, mijnheer Vanderjeugd, dat weet u. Ik promoot dat ook overal. De brancheorganisatie Belbeef waarnaar u verwijst, heeft haar zetel in Wallonië en moet dus daar haar erkenning krijgen. Zodra ze die erkenning daar heeft, wordt ze uiteraard ook bij ons erkend. Daarover bestaan er afspraken. Dat kunnen we alleen maar toejuichen.

Mijnheer De Meyer, wat de concrete afspraken voor de sector zelf betreft, zijn er op het federale niveau een aantal zaken beslist. Er werden een aantal maatregelen genomen rond de sociale lasten. Dat is voorlopig het enige. Vanuit Vlaanderen is het op dit moment volgens mij nog niet aan de orde om bijkomende maatregelen te nemen richting die vleesproducenten. Ik vind het vooral belangrijk dat wij inzetten op die promotie en het vertrouwen waarnaar de heer De Croo verwijst. We moeten daar een goede actie uitbouwen op het moment dat de storm is gaan liggen. We moeten heel offensief tonen wat we waard zijn.

Eén controledienst, zal dat alles oplossen? Dat weet ik niet, collega. U loopt wat vooruit op de conclusies van de audit en de conclusies die nu in het onderzoek zitten. De heer Dochy heeft daarnet een aantal zaken aangehaald. We moeten nu eerst kijken waar de knelpunten zitten en wat daarvoor een oplossing is.

Het is wel belangrijk dat er goede afspraken zijn rond de uitwisseling van gegevens. Wij zijn uiteraard bereid om te bekijken hoe we dat nog beter kunnen doen. Moeten we misschien nog zorgen voor een uitwisselingsplatform? Ik denk dat we daarover betere en duidelijkere afspraken kunnen maken. Dat gebeurt al. Het is niet zo dat dat niet gebeurt. Dat gebeurt uiteraard, maar we kunnen in dat verband ook afspraken maken over hoe dat misschien nog sneller en efficiënter kan gebeuren.

Mijnheer Caron, wat de controle en de prijs betreft, heb ik daarnet al een aanzet gegeven. Voor mij is het belangrijk dat er een goede uitwisseling van gegevens is. Ook de primaire producenten moeten goed geïnformeerd zijn. Onze diensten doen er alles aan om op maat heel snel de juiste prijzen overal mee te delen, zodat men niet tegen elkaar wordt uitgespeeld en tegen elkaar wordt opgezet.

De black box heeft natuurlijk ook gezorgd voor meer transparantie, duidelijkere afspraken en betere controles. Daar kunnen interprofessioneel ook afspraken over worden gemaakt. Intussen is ook een actie ontstaan van consumenten die ik binnenkort zal ontmoeten. Bedoeling is na te gaan wat de concrete voorstellen zijn van de consumenten zelf die de zaken in eigen handen willen nemen en hoe we daarmee aan de slag kunnen gaan. Ik vind dat een zeer goed initiatief.

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Mijnheer Caron, ik heb in mijn vraag, net als alle andere collega’s, ook het belang van de consument vooropgesteld. Ik heb dat in het verleden trouwens ook altijd gedaan in deze commissie.

Ik blijf erbij dat we de juridische afwikkeling van dit dossier moeten afwachten. De voorzitter heeft gelijk dat er een probleem is tussen het FAVV en het parket.

Mijnheer De Croo, ik zou toch voorzichtig zijn om dit dossier te vergelijken met de dioxinecrisis. We moeten niet onnodig paniek zaaien. De dioxinecrisis was volgens mij toch van een andere grootteorde dan wat we vandaag meemaken.

Minister, ik stel voor dat we inderdaad de audit afwachten en die in deze commissie bespreken om te zien of er effectief een versnippering is van bevoegdheden. Het zal u uiteraard niet verbazen dat wij voorstander zijn om de voedselveiligheid en de controlemechanismen naar Vlaanderen over te hevelen.

De voorzitter

De heer De Meyer heeft het woord.

Jos De Meyer (CD&V)

Minister, het is evident dat volksgezondheid voor alle collega’s vooropstaat in dit dossier, maar uiteraard ondervragen we in de commissie Landbouw van het Vlaams Parlement u over uw bevoegdheden.

Prioritair is een operatie om het vertrouwen van de consument te herstellen, daar zijn we het allemaal over eens.

Mijnheer Caron, ik deel niet uw gecamoufleerd intentieproces ten aanzien van de sector, ik deel wel uw bezorgdheid voor de volksgezondheid. Ik ben het eens met mevrouw Joosen en andere collega’s dat de prijzenslag hoe dan ook gevolgen heeft, voor de producent en op termijn ook voor de consument.

Als we op termijn een gezonde, leefbare vleessector in Vlaanderen willen behouden, zullen nog bijkomende maatregelen nodig zijn.

De voorzitter

De heer Wouters heeft het woord.

Peter Wouters (N-VA)

Minister, ik dank u voor uw bijkomende antwoorden. De consequenties zijn een belangrijk woord in deze materie. De consument mag niet alleen kijken naar de wedstrijd om de bodemprijs, maar hetzelfde geldt voor ons in dit huis. We hebben een fijne catering, we kunnen nu zelf broodjes maken, onder meer met schouderham. Schouderham is vooral een product met een lage prijs. Ik begrijp dat de cateringmaatschappij een euro moet kunnen overhouden aan het systeem, maar wij hebben eigenlijk een fantastische ham, de meesterlijke ham, die gegarandeerd met Certus-varkens is gemaakt. Het is een korteketenproduct van hoogstaande kwaliteit. Ik wil iedereen oproepen om voor eigen deur te vegen en zelf kleine bijdrages te doen zodat we op den duur in een ideale wereld kunnen leven.

De voorzitter

De vragen om uitleg zijn afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer