Hoge C/N-verhouding
Groenbedekkers zoals haverstro laten een nogal strorijke massa achter op het veld. Wanneer we deze massa inwerken, dan zal er voor de vertering eerst wat stikstof worden vastgelegd. Hou hiermee rekening als je een snelgroeiend gewas zoals spinazie met korte groeiduur en hogere N-behoefte kort erna inzaait. De teelt kan immers met een N-gebrek te kampen hebben omdat de vertering van het stro redelijk wat N gaat vastleggen.
Bij het inwerken van deze grote massa, zorg er dan voor dat deze massa eerst goed gemengd wordt door de bouwvoor voordat deze wordt ondergeploegd. De massa direct onderploegen zou kunnen voor zorgen dat er een compacte, zure en anaerobe laag gevormd wordt.
Lage C/N-verhouding
Groenbedekkers zoals vlinderbloemigen hebben een vooral groenachtige massa na de winter. De N-vrijstelling zal ook vlugger verlopen ten opzichte van onze strorijke groenbedekkers. Vanaf het vernietigen wordt er al N vrijgesteld.
Manieren van inwerken
Afhankelijk van je teeltrotatie en beschikbare machinerie, bestaan meerdere mogelijkheden om je groenbedekkers te behandelen: doodspuiten, klepelen, frezen, stoppelploegen, schijveneg, kneuzen en ploegen. Zorg in het voorjaar dat je bodem niet te fijn verkruimelt (bv. via frezen), een schijveneg laat in dit geval een grovere structuur na. Bewerk je bodem pas als deze voldoende is opgedroogd, ook in de diepere lagen. Door het uitvoeren van een bodembewerking verbreek je immers de capillariteit en zal je bodem daarna minder snel opdrogen (in de ondergrond) ten opzichte van een ongestoorde bodem.
Gratis bodemadvies
Wens je met hulp van een expert dit ook eens toe te passen op jouw perceel? Je kan beroep doen op een gratis begeleiding op jouw bedrijf. Ontdek onze kennispendelaars in het intereg project Leve(n)de Bodem!