De Commissie stelt vandaag een verbod op de schadelijkste oneerlijke handelspraktijken in de voedselvoorzieningsketen voor om een eerlijker behandeling van kleine en middelgrote voedings- en landbouwbedrijven te waarborgen. Daarnaast voorziet het voorstel in doeltreffende handhaving: de nationale autoriteiten kunnen sancties opleggen wanneer inbreuken worden vastgesteld.
Kleinere marktdeelnemers in de voedselvoorzieningsketen, met inbegrip van landbouwers, zijn kwetsbaar voor oneerlijke handelspraktijken door partners in de keten. Zij hebben vaak niet voldoende onderhandelingsmacht en te weinig alternatieven om hun producten aan de man te brengen.
Vicevoorzitter Jyrki Katainen, belast met Banen, Groei, Investeringen en Concurrentievermogen: "De onderhandelingsposities in de voedselvoorzieningsketen zijn ongelijk. Met dit voorstel pakt de Commissie oneerlijke handelspraktijken stevig aan omdat oneerlijk zakendoen de economische levensvatbaarheid van de marktdeelnemers in de keten ondergraaft. Door minimumnormen vast te stellen en de handhaving te versterken, zorgt het voorstel ervoor dat deze marktdeelnemers onder eerlijke voorwaarden kunnen concurreren. Zo draagt het bij tot de algehele efficiëntie van de keten. Dit is een duidelijk statement voor eerlijker zakendoen."
Commissaris voor Landbouw en Plattelandsontwikkeling, Phil Hogan: "Een keten is maar zo sterk als haar zwakste schakel. Om efficiënt en doeltreffend te zijn, moet een voedselvoorzieningsketen eerlijk zijn. Het voorstel van vandaag gaat in wezen over eerlijkheid, over een stem geven aan de stemlozen, over rechtvaardigheid voor wie, buiten zijn schuld, het slachtoffer is van een zwakke onderhandelingspositie. Het verbod op oneerlijke handelspraktijken waartoe vandaag het initiatief is genomen, heeft tot doel de positie van producenten en kleine en middelgrote ondernemingen in de voedselvoorzieningsketen te versterken. Evenzeer wordt met het initiatief beoogd voor krachtige en doeltreffende handhaving te zorgen. Door middel van een vertrouwelijke klachtenprocedure willen we de "angstfactor" in de voedselvoorzieningsketen uitschakelen."
De volgende oneerlijke handelspraktijken worden verboden: te laat betalen voor bederfelijke levensmiddelen, orders op het laatste moment annuleren, contracten eenzijdig of met terugwerkende kracht wijzigen en leveranciers doen betalen voor weggegooide producten. Andere praktijken zijn enkel toegestaan als de partijen daarover vooraf een duidelijke en ondubbelzinnige overeenkomst hebben gesloten: een afnemer stuurt onverkochte levensmiddelen terug naar de leverancier; een afnemer doet een leverancier die een leveringscontract voor levensmiddelen in de wacht wil slepen of wil behouden, daarvoor betalen; een leverancier betaalt voor de promotie of de afzet van levensmiddelen die door de afnemer worden verkocht.
Het voorstel van de Commissie verplicht de lidstaten een overheidsinstantie aan te wijzen die belast is met de handhaving van de nieuwe regels. In geval van aantoonbare inbreuken heeft de verantwoordelijke instantie de bevoegdheid om een proportionele en ontradende sanctie op te leggen. Deze handhavingsinstantie kan een onderzoek instellen, op eigen initiatief of op basis van een klacht. In dat laatste geval kunnen de partijen die een klacht indienen, om vertrouwelijkheid en anonimiteit verzoeken om hun positie ten opzichte van hun handelspartner te vrijwaren. De Commissie zal een mechanisme voor coördinatie tussen de handhavingsinstanties opzetten met het oog op de uitwisseling van beste praktijken.
De voorgestelde maatregelen vormen een aanvulling op bestaande maatregelen van de lidstaten en op de gedragscode van het vrijwillige initiatief voor de toeleveringsketen (Supply Chain Initiative – SCI). De lidstaten kunnen nadere maatregelen treffen als zij dat passend achten.
Het voorstel van de Commissie zal de vorm van een Europese wet (richtlijn) krijgen en wordt nu samen met een effectbeoordeling ingediend bij de twee medewetgevers, het Europees Parlement en de Raad, die de regeringen van de lidstaten vertegenwoordigt.
Achtergrond
Volgens het werkprogramma 2018 van de Commissie "zal de Commissie maatregelen voorstellen tot verbetering van de werking van de voedselvoorzieningsketen. Die maatregelen helpen boeren om hun positie op de markt te versterken en dragen ertoe bij hen te beschermen tegen toekomstige schokken".
Dit initiatief ligt in het verlengde van de verwijzingen naar de voedselketen door voorzitter Juncker in zijn toespraken over de Staat van de Unie in 2015 en 2016, en is een politiek antwoord op de in juni 2016 door het Europees Parlement aangenomen resolutie waarin de Commissie wordt opgeroepen een voorstel voor een EU-kader inzake oneerlijke handelspraktijken in te dienen. Bovendien heeft de Raad in december 2016 de Commissie verzocht een effectbeoordeling te verrichten met de bedoeling een EU-wetgevingskader of andere niet-wetgevende maatregelen ter bestrijding van oneerlijke handelspraktijken voor te stellen.
De Commissie heeft vanaf haar aantreden toegewerkt naar een rechtvaardiger en evenwichtiger voedselvoorzieningsketen. In 2016 is de taskforce landbouwmarkten (AMTF) opgericht om de rol van de landbouwers in de ruimere voedselvoorzieningsketen te onderzoeken en aanbevelingen te doen over hoe die kan worden versterkt. Op basis van deze aanbevelingen is de Commissie in 2017 met een aanvangseffectbeoordeling en een openbare raadpleging over de verbetering van de voedselvoorzieningsketen gekomen, die op hun beurt hebben geholpen bij het aanwijzen van de specifieke oneerlijke handelspraktijken die onder de richtlijn vallen. Uit een recente opiniepeiling in de hele EU, die in februari 2018 is gepubliceerd, blijkt dat een grote meerderheid van de respondenten (88 %) van mening is dat het belangrijk is de rol van de landbouwers in de voedselvoorzieningsketen te versterken. Tijdens de in 2017 gehouden openbare raadpleging over de modernisering van het GLB was 96 % van de respondenten het eens met de stelling dat het verbeteren van de positie van landbouwers in de waardeketen, onder meer door oneerlijke handelspraktijken aan te pakken, een doelstelling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU zou moeten zijn.
De voorstellen bouwen voort op een bestaande vrijwillige code van beste praktijken in de toeleveringsketen, bekend als het initiatief voor de toeleveringsketen (SCI). Het SCI is in 2013 opgericht door zeven verenigingen op EU-niveau, die de voedings- en drankenindustrie, de producenten van merkgoederen, de retailsector, de kleine en middelgrote ondernemingen en de handelaren in landbouwproducten vertegenwoordigen. Het SCI is voortgekomen uit een door de Commissie geleid Forum op hoog niveau voor een beter werkende voedselvoorzieningsketen, dat in 2010 is opgericht om te helpen bij het uitstippelen van beleid voor de voedsel- en drankensector en bij te dragen tot een beter werkende voedselvoorzieningsketen.
Meer informatie
Commissievoorstel ter bestrijding van oneerlijke handelspraktijken in de voedselvoorzieningsketen
MEMO: Bestrijding van oneerlijke handelspraktijken in de voedselvoorzieningsketen