De opbrengstderving in de praktijk kent een grote bandbreedte, met wel uitschieters tot 50%. Tevens heeft dit een negatief effect op nuttige insecten en milieu. Daarnaast heeft de verlaagde opbrengstzekerheid een negatief effect op de suikerindustrie. Suiker Unie roept minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op om haar verantwoordelijkheid te nemen voor de nadelige gevolgen van een verbod op neonicotinoïden als zij hiertoe besluit en op zeer korte termijn duidelijkheid te geven over op welke manier zij verantwoordelijkheid neemt.
Minister Schouten heeft bekendgemaakt dat Nederland de voorstellen van de Europese Commissie om een drietal neonicotinoïden te verbieden, onverdeeld zal steunen tijdens de SCoPAFF vergadering op vrijdag 27 april.
Het verbod op de 3 neonicotinoïden heeft een grote impact op de suikerbietenteelt. Dit blijkt ook uit een analyse van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Ook het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft geconcludeerd dat een totaalverbod ongewenst is. Bij een verbod van neonicotinoïden in de pil om het suikerbietenzaad zal de insectenbestrijding een grote uitdaging worden met het huidige pakket aan gewasbeschermingsmiddelen. Telers zullen vaker een volveldsbespuiting moeten uitvoeren met insecticiden, die een slechter resultaat geven dan de neonicotinoïden in het bietenzaad. Bij een definitief besluit over het verbod zal met grote haast extra onderzoek moeten worden uitgevoerd.
Eerder heeft Wageningen University & Research, IRS, Cosun en Suiker Unie binnen Topsectoren een projectvoorstel ingediend voor onderzoek naar mogelijkheden voor een bietenteelt zonder neonicotinoïden. Destijds was de politieke urgentie bekend, vermeld in een brief van toenmalig staatssecretaris Dijksma aan de Tweede Kamer. Het ministerie van Economische Zaken heeft dat onderzoeksvoorstel echter bij herhaling negatief beoordeeld met als argument dat neonicotinoïden niet ter discussie zouden staan.
De grootste uitdagingen voor bietentelers zullen liggen in de bestrijding van groene perzikbladluizen, bietenvliegen, bietenkevers, ritnaalden, springstaarten, wortelduizendpoten, miljoenpoten, zwarte bonenluizen en tripsen. Voor de bestrijding van enkele insecten zijn geen alternatieve middelen beschikbaar, voor andere insecten werken de alternatieven onvoldoende of mogen deze maar beperkt worden ingezet. Dit betekent dat er op korte termijn onderzoek zal moeten plaatsvinden naar schadedrempels, monitoringssystemen, stimulering van natuurlijke vijanden, ontwikkeling van resistente suikerbietrassen, stimulering van ouderdomsresistentie tegen bladluizen, nieuwe insecticidebespuitingen en nieuwe insecticiden voor toepassing in gepilleerde zaden, stelt Suiker Unie.