Dit type van insecticide wordt vandaag gebruikt in heel veel teelten in zaadomhullingen of op plantgoed ter bescherming van jonge plantjes tegen allerhande bodeminsecten en luizen, maar er zou een mogelijke impact kunnen zijn op vliegende insecten en bestuivers, dus ook op bijen. Dat zegt in ieder geval EFSA, de Europese voedselveiligheidsautoriteit die er studies over maakte. Dat EFSA als expert-adviseur optreedt voor de Europese Commissie is gekend en daar staan we ook achter om het debat op een objectieve manier te kunnen voeren, maar deze keer lijkt EFSA toch te kort door de bocht te gaan bij de beoordeling van de NNI’s. Wanneer dit editoriaal geschreven wordt, lijkt het uitgesloten dat NNI’s nog kunnen gebruikt worden in openluchtteelten.
Voor teelten onder glas wil Europa een uitzondering maken en NNI’s verder toelaten. Vanuit het Algemeen Boerensyndicaat, in overleg met Agrofront en de volledige bietensector (telers en fabrikanten) wordt tot op vandaag nog steeds initiatief genomen om derogatie te bekomen voor verder gebruik van NNI’s op niet-bijenaantrekkende teelten, waaronder bieten en cichorei. Dat zijn twee teelten die in onze teeltrotaties voorkomen en ondanks de huidige malaise op het vlak van prijsvorming, een belangrijke en duurzame pijler zijn op een akkerbouwbedrijf. Maar ook andere gewassen, waaronder pootaardappelen, zaadbehandeling tegen bladluizen (virussen) en wortelvlieg en het gebruik van thiacloprid bij appels en peren moeten kunnen blijven doorgaan tot duidelijkheid geschapen is over mogelijke volwaardige alternatieven voor de NNI’s, desnoods met het respecteren van respectabele tussenperiodes vooraleer er teruggekomen zou kunnen worden met NNI-behandeld plant- en zaaigoed op percelen waar eerder reeds NNI’s ingezet werden.
Voor ons is het duidelijk: het dossier van de NNI’s moet veel ruimer bekeken worden dan alleen vanuit ecologisch standpunt. Een eventueel verbod hypothekeert teelten en de toekomst van akkerbouwbedrijven en zou aanleiding geven tot het teruggrijpen naar reeds langs verlaten praktijken van herhaalde gewasbespuitingen, die veel schadelijker zijn voor de omgeving en ook veel minder selectief zijn ten aanzien van niet-schadelijke insecten. Bij gebrek aan volwaardige alternatieven zouden de gevolgen voor onze landbouwers catastrofaal zijn, maar ook voor de algemene economie van een grote regio en het verlies van werkgelegenheid stroomopwaarts en stroomafwaarts van de landbouw zal onmiskenbaar het gevolg zijn!
Iedereen die actief is in de land- en tuinbouw weet maar al te goed dat bestuivers cruciaal zijn bij onze activiteiten en dat ze mee zorgen voor bestuiving en vruchtvorming. Het behoud van de bijen is van essentieel belang, maar de oplossing voor bijensterfte zal er niet komen door een volledig verbod op de neonicotinoïden, maar door concrete acties bij de imkers en via nauwere samenwerkingen tussen boeren en imkers. Illustratief hiervoor is dat sommige bietentelers ook imkers zijn en hun bijenkasten al decennia naast hun akkerland hebben staan. Niets wijst op bijensterfte als gevolg van de inzet van gewasbeschermingsmiddelen, integendeel, een goede verzorging en opvolging van de gezondheid van de bijenkolonies werd al meermaals aangehaald als eerste actiepunt. Niet alles moet in de schoenen van boeren en tuinders geschoven worden!
We kijken in ieder geval uit naar de positie die onze federale minister van landbouw, Denis Ducarme, zal innemen op 27 april om de toekomst van de akkerbouw te vrijwaren. Want ook in die sector is het de voorbije jaren geen vetpot geweest, alles wat er nu nog als beperking bijkomt zal resulteren in nog hogere productiekosten en lagere opbrengsten per hectare.
Duurzaamheid is hierbij ver te zoeken.
Hendrik Vandamme, voorzitter ABS vzw