Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 30 mei 2018 11:21 

Vraag om uitleg over de economische situatie van loonwerkers


Vraag om uitleg over de economische situatie van loonwerkers van Emmily Talpe aan minister Philippe Muyters

De voorzitter

Mevrouw Talpe heeft het woord.

Emmily Talpe (Open Vld)

Voorzitter, ik begeef me vandaag met mijn twee vragen om uitleg op een terrein dat me een beetje onbekend is, namelijk de landbouw. Het zijn echter twee belangrijke vragen om uitleg en de eerste betreft de loonwerksector.

Op 16 november 2016 heeft het Vlaams Parlement een resolutie goedgekeurd betreffende de schaalvergroting en de differentiatie in de land- en tuinbouwsector. In het tiende punt wordt de Vlaamse Regering gevraagd om de structuur en de economische kenmerken van de loonwerkerssector in Vlaanderen in kaart te brengen. Aangezien loonwerkers niet onder de noemer ‘landbouwers’ vallen, valt die opdracht onder de bevoegdheid van de minister van Economie en Innovatie.

Minister, ik verwijs even naar de schriftelijke vraag van de heer Van der Jeugd, die ook naar een stand van zaken heeft gepolst in verband met de uitvoering van deze bepaling in de resolutie. U hebt toen laten weten dat u het Steunpunt Ondernemen en Regionale Economie (STORE) een beperkte ad-hocopdracht had gegeven om tegen eind april 2018 cijfers te verzamelen.

De federale minister van Werk en voormalige Vlaamse minister van Landbouw heeft gepleit voor een goede samenwerking tussen loonwerkers en landbouwers, met respect voor ieders rol en belang. Hij heeft gesteld dat de Belgische landbouw enkel op deze manier competitief kan blijven en een toekomst kan hebben.

Het is belangrijk dat de loonwerkers voldoende economische impulsen krijgen. Ze hebben zeer belangrijke taken die in een moderne landbouwsector passen. Er is de nood aan investeringen in precisielandbouw. Landbouwers outsourcen dergelijke taken naar de loonsector, want de investeringen zijn vaak zeer groot. Hetzelfde geldt voor andere investeringen, zoals de investeringen in moderne machines die worden uitgerust met nieuwe technologie die inzake milieu en kwaliteit voordelen oplevert. We weten dat de loonwerksector vooral in het oogstseizoen wordt ingezet, wat betekent dat de machines gedurende een beperkte periode op volle toeren moeten kunnen draaien. Het gevolg is dat de loonwerkers gedurende de rest van het jaar andere activiteiten moeten zoeken, zoals grondwerken. Net daarom vallen ze vaak tussen twee stoelen. Ze kunnen niet genieten van de investeringssteun van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF), maar ze vallen wel onder de machineringen van de landbouwers die samen machines aankopen.

Minister, u weet dat de loonwerksector voor grote uitdagingen staat om tot een schaalvergroting en een hogere specialisatie te komen. Om hen van goede toekomstperspectieven te verzekeren, is het natuurlijk belangrijk dat we een goed zicht op de actuele situatie hebben. Nu is echter zeer weinig in kaart gebracht. Net daarom hebben we het tiende punt in de resolutie opgenomen.

Is de ad-hocopdracht ondertussen gefinaliseerd? Wat zijn de belangrijkste bevindingen? Welke opvolging zult u aan de resultaten van de opdracht geven? Welke projecten met betrekking tot de precisielandbouw lopen momenteel en welke rol speelt de loonwerksector daarin? Zult u, in samenspraak met de minister van Landbouw, specifieke maatregelen nemen om de rol van de loonwerkers volwaardig te integreren in de Vlaamse land- en tuinbouw?

De voorzitter

Minister Muyters heeft het woord.

Minister Philippe Muyters

Voorzitter, naar aanleiding van de resolutie hebben we het STORE effectief een ad-hocopdracht gegeven. Die opdracht is eind april 2018 gefinaliseerd en aan mijn kabinet bezorgd. Ik kan de resultaten desgewenst overmaken.

De onderzoekers van het steunpunt hebben de analyse uitgevoerd op basis van de bel-first gegevensbank van het Bureau van Dijk. Volgens de onderzoekers komt het sectorprofiel overeen met de sector 01.6, ondersteunende activiteiten in verband met de landbouw en activiteiten met betrekking tot gewassen na de oogst, met het cijfer 2 van de Algemene Nomenclatuur van de Economische Activiteiten in de Europese Gemeenschappen (NACE). Ik denk dat dit ongeveer overeenkomt met waarover we het hier hebben. Een analyse van deze sector is uitgevoerd voor de periode 2010-2015.

De onderzoekers hebben gekeken naar de evolutie van de toegevoegde waarde, de tewerkstelling en de arbeidsproductiviteit. Ze hebben dat gedaan voor heel Vlaanderen, maar ook voor de verschillende provincies. Ze hebben vastgesteld dat het aantal bedrijven met een sectorcode 01.6 tijdens de periode 2010-2015 is toegenomen van 616 tot 671 ondernemingen. De totale toegevoegde waarde die is gecreëerd, blijft altijd rond 150 miljoen euro fluctueren. De totale tewerkstelling schommelt tussen 1700 en 2000 werknemers. De gewogen arbeidsproductiviteit bedraagt ongeveer 80.000 euro per werknemer. Een analyse op het niveau van de provincies toont aan dat de provincie West-Vlaanderen het grootste aantal ondernemingen telt en eveneens de belangrijkste provincie is in termen van toegevoegde waarde en van tewerkstelling. Als we naar de gewogen arbeidsproductiviteit kijken, blijkt Oost-Vlaanderen de meest productieve provincie te zijn.

In de primaire sectorcode 01.6 is de belangrijkste subsector die van de ondersteunende activiteiten in verband met de teelt van gewassen. In 2015 heeft deze subsector 83 procent van de totale toegevoegde waarde gecreëerd en 72 procent van de totale tewerkstelling voor sectorcode 01.6 teweeggebracht.

Het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) heeft sinds 2009 een 25-tal projecten gesteund die tot het domein van de precisielandbouw of smart farming behoren. De projecten hebben onder meer betrekking op de gewaskwaliteitsverhoging, de zaaimachines, de opvolgsystemen voor vee, de voederinstallaties enzovoorts. Het totale steunbedrag waarin voor deze projecten is voorzien, bedraagt meer dan 9 miljoen euro.

Mevrouw Talpe, in deze projecten is geen specifieke focus op de loonwerksector gelegd, maar uiteraard kunnen een aantal van de resultaten van de projecten ook door loonwerkers worden gebruikt. Veel van deze projecten lopen nog. Ik kan u desgewenst een lijst van de projecten bezorgen. Dat is eenvoudiger dan ze hier op te sommen.

Ik wil nog even specifiek verwijzen naar het innovatief bedrijfsnetwerk Smart Digital Farming, een van de twee nieuwe soorten clusterwerking. De doelstelling is de stimulering van open innovatie, de toepassing van markt- en productdifferentiatie en het geven van internationale zichtbaarheid aan Vlaamse bedrijven door actief en duurzaam samen te werken op het vlak van slimme precisielandbouw en -veeteelt.

Als ik die studie met wat gezond boerenverstand bekijk, vind ik daar op het eerste gezicht geen aanleiding in om specifieke acties te ondernemen voor loonwerkers, bovenop de meer generieke instrumenten die we al inzetten. Ik wees zopas op het innovatief bedrijvennetwerk. Daarnaast zijn er de landbouwtrajecten binnen VLAIO. Ook hier kunnen loonwerkers een graantje meepikken.

Veeleer dan er weer een aparte zuil van te maken, kunnen de loonwerkers met de algemene maatregelen die we eenvoudig en transparant hebben gemaakt, voldoende aan bod komen.

De voorzitter

Mevrouw Talpe heeft het woord.

Emmily Talpe (Open Vld)

Minister, dank u voor uw antwoord. Uiteraard ontvang ik graag die studie en de lijst met projecten, zodat ik dit nader kan bestuderen en kan overmaken aan mijn collega Vanderjeugd. Het is inderdaad niet mijn bedoeling om op de resultaten in te gaan, ik heb te weinig kennis van de cijfers.

Ik wil vooral het belang van de loonwerkers in de landbouwsector benadrukken, dat we daar voldoende aandacht moeten voor hebben, zeker met de schaalverandering en -vergroting, en met het belang van de outsourcing, omdat het toch over heel grote investeringen gaat. We kunnen belangrijke kansen geven aan de loonwerkers en aan de landbouwsector als ze daar samenwerken.

Ik heb ook gezegd dat ze niet kunnen genieten van de investeringssteun. Daar bent u niet op ingegaan. Omdat ze geen landbouwers zijn, kunnen ze daar niet van genieten, terwijl het toch over dezelfde machines gaat die landbouwers en loonwerkers aankopen. Maar goed, misschien kunt u daar in uw repliek nog even op ingaan.

Die kaart was heel belangrijk. Zoals ik het had begrepen, was dat een eerste stap, waarna dan volgende acties zouden kunnen worden opgezet in overleg met de minister van Landbouw. Als ik u goed begrijp, is die kaart er, maar zegt u: ‘We doen al heel veel en er zijn projecten lopende en dus wordt er niks extra opgezet.’ Wat zal er dan eigenlijk gebeuren met die kaart? De kaart is er, maar wordt er dan niets gedaan, zelfs geen extra stimulansen voor de bestaande projecten? Dat was me niet geheel duidelijk.

Minister Philippe Muyters

Voor zover ik het goed heb begrepen, kunnen de loonwerkers op dezelfde manier een beroep doen op onze steun. Bij Landbouw gaat het misschien nog over landbouwinvesteringen, maar dat zit bij minister Schauvliege. In ons agentschap kunnen de loonwerkers op dezelfde manier steun krijgen als anderen. Dat gebeurt ook effectief met de projecten die worden ingediend. Ik heb de verschillende soorten projecten aangegeven. Dat kan zowel de loonwerkers als de landbouwers ten goede komen. Dat is mijn antwoord. Met de instrumenten waarover ik vanuit Economie beschik, sluit ik niemand uit.

Het aantal medewerkers blijft stabiel, het aantal ondernemingen is zelfs wat gegroeid en de toegevoegde waarde is goed. Daarom had ik op het eerste gezicht helemaal geen indicatie dat er vandaag een groot probleem is en dat we een apart instrumentarium nodig hebben. Dat is iets waar we geen van beiden voor zijn. We kunnen verder met het bestaande instrumentarium.

Emmily Talpe (Open Vld)

Het gaat inderdaad over het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds, wat inderdaad niet uw bevoegdheid is. Doordat ze daar niet onder vallen, wilde ik u vragen wat er op het domein waaronder ze vallen, wel kan gebeuren.

Ik begrijp het goed, de kaart is er en u zegt dat er geen alarmerende situaties zijn en dat de bestaande maatregelen nog altijd openstaan voor de loonwerksector. Ik zal dat dan ook meedelen aan mijn collega.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer