Wanneer we het moeten doen met nog minder steun vanuit Europa in beide pijlers (directe inkomenssteun
en vergoeding voor agromilieumaatregelen of investeringssteun) dan wéét je dat het nog moeilijke tijden
worden in een aantal sectoren. De eerdere signalen gingen in de richting van een daling van 5%, maar
wat nu uit de discussies rond de meerjarenbegroting van de Europese Unie naar voor komt, dat slaat alles.
Als de zaak doorgaat zoals die nu voorligt, dan wordt Vlaanderen geconfronteerd met een veel hogere
daling en kijken we tegen het einde van de volgende GLB-periode aan tegen een daling van de financiële
middelen met 50% ten opzichte van 2014! Er is dus duidelijk nog veel werk aan de winkel voor onze Bel-
gische politici om het onderste uit de kan te halen en onze middelen te vrijwaren. De zet van België, op de
informele Landbouwraad van 4 juni, om samen met zes andere lidstaten, waaronder Frankrijk en Ierland,
front te vormen voor een maximaal behoud van het GLB-budget draagt alvast onze goedkeuring weg. Hopelijk leidt dit ook tot een herziening van de eerste visie over het meerjarig financieel kader. De werkelijke discussie daarover start op de formele Landbouwraad van 18 juni in Luxemburg.
Er zullen hoe dan ook politieke keuzes moeten gemaakt worden, ook in Vlaanderen, om ervoor te zorgen
dat een belangrijke pijler van onze inkomensvorming ingezet wordt waar nodig. Misschien is er één troost:
dat we zelf een strategisch plan moeten maken waarbij we de voluit de kaart van de jonge landbouwers
kunnen trekken en zullen kunnen definiëren wat een “actieve” landbouwer is om de Europese middelen te
leiden naar diegenen die ze echt nodig hebben.
De GLB-voorstellen kunnen niemand tevreden stellen binnen de professionele landbouwwereld. De voorstellen zijn ontdaan van elke economische logica, bevatten te veel optionele en willekeurige ondersteuning
voor sociale en milieudoelstellingen en ze zijn een aanfluiting van de basisdoelstellingen van het GLB:
voldoende voedsel voorzien en daarbij zorgen voor een correct inkomen voor de Europese land- en tuinbouwers.
Op een interne Europese markt die grotendeels openstaat voor invoer uit derde landen, zou deze totale
hernationalisering van het GLB leiden tot enorme verstoringen van de concurrentiepositie tussen Europese
boeren. Er zal geen sprake meer zijn van een gelijk speelveld, we zullen steeds meer onderhevig zijn aan
steeds verder uiteenlopende normen en steun van het ene land aan het andere binnen de Europese Unie,
maar ook aan derde landen die niet aan dezelfde productievoorwaarden zijn onderworpen.
Het huiswerk van de Europese Commissie is duidelijk nog niet rijp om afgeklopt te worden!
Hendrik Vandamme
, voorzitter ABS vzw