De subsidie biedt landbouwers met een innovatief idee de kans dat te realiseren. Via operationele groepen kunnen de landbouwers onder meer met onderzoekers samenwerken, wat moet leiden tot op het bedrijf toepasbare oplossingen.
Innovatie in de land- en tuinbouw is belangrijk voor de economische ontwikkeling van de sector, maar ook om de maatschappelijke uitdagingen van de landbouw aan te gaan. Stilstaan is immers achteruitgaan. Daarom stimuleert de Europese Unie innovatie via operationele groepen. Dit zijn de bouwstenen van de Europese Innovatie Partnerschappen (EIPs). Operationele groepen werken bottom-up.
Land- en tuinbouwers, adviseurs, onderzoekers, ondernemers en/of andere actoren werken in groep samen aan een innovatieve oplossing voor een concreet vraagstuk. Zo testen operationele groepen onder meer niewe praktijken, technologieën, processen en producten. De opgebouwde kennis wordt nadien breed verspreid.
Land- en tuinbouwers moeten wel deel uitmaken van een operationele groep, zodat de onderzoeksvragen meer praktijkgericht zijn. Bovendien stimuleert dit de interactie tussen land- en tuinbouwers onderling en leren de onderzoekers hoe hun resultaten in de praktijk gebruikt worden. Deze projecten zorgen dus voor een omzetting van impliciete kennis in bruikbare en innovatieve oplossingen.
Het maximumbedrag van de subsidie bedraagt 30.000 euro per project. De uitvoeringsperiode van de projecten bedraagt maximaal twee jaar en gaat ten vroegste in op 1 januari 2019 en ten laatste op 1 juli 2019. De projecten lopen uiterlijk tot 30 juni 2021.
Operationele groepen worden medegefinancierd door het Europees Fonds voor de Plattelandsontwikkeling.