Volgt u ons 'de boer op' ?
Het is nog vroeg als we door de nevelige velden naar de serres van Bart Pynnebrouck rijden. Vijf plukkers zijn er al druk in de weer met struikboontjes te 'overplukken'. Langzaam kruipen ze letterlijk tussen de bonen door. Een job waar stevige knieën voor nodig zijn én concentratie, want de plukkers verzamelen ze eerst in hun hand en leggen ze dan mooi op rijen in de bakken.
Het verhaal
|
Bart: "Mijn opa, de vader van mijn moeder, startte hier met een gemengd bedrijf met kippen, varkens en gewassen. Toen mijn pa op het bedrijf kwam, zag hij die dieren echter niet zo zitten. Volgens hem was tuinbouw de toekomst en hij heeft de eerste serres gebouwd waarin hij tomaten, sla en boontjes teelde. Vroeger had iedereen verschillende teelten, nu is dit meer gespecialiseerd. Naast serreboontjes had hij ook vollegrond-boontjes, iets wat sommigen nog steeds hebben, maar dan enkel voor de industriële verwerkingsbedrijven: diepvries en conserven.
|
Ook ik zag tuinbouw helemaal zitten en op mijn twintigste ben ik in het bedrijf gekomen en (lacht) heb er meteen een serre aan toegevoegd. In 1998 nam ik het bedrijf volledig over en toen ik in 2000 trouwde met Martine is zij ook in het bedrijf gekomen. Tomaten zijn onze hoofdteelt, struikboontjes een mooie aanvulling."
De teelt
Bart: "We zijn aan het 'overplukken' dat wil zeggen dat alle boontjes die al aan de norm 'dubbele extra zeer fijn' voldoen, geplukt worden. De andere blijven aan de struik tot volgende week, dan trekken we de struiken uit. Iedere bonenteler heeft zijn manier van werken. Ik plant ze wijd genoeg zodat we er makkelijk tussen kunnen voor de overpluk. De meeste doen dat echter niet en trekken ze meteen uit. Dat is makkelijker want je plukt rechtopstaand. Nu is het volop het seizoen en dat betekent ca. 4 weken keihard werken. Een goede plukker haalt 6 kg per uur, in ons geval 2 kisten van 3 kg. Ze zijn wel meteen klaar om naar de veiling te brengen. Het kleine grut wordt tijdens het plukken al apart gehouden.
|
|
Zaaien doen we zelf in persblokjes met zaad uit de gespecialiseerde groothandel. Ik stop steeds 3 zaadjes in een blokje, zo ben ik zeker van 2 struiken. De zaailingen zetten we ca. 7 dagen in de kiemcellen tot ze uitkomen. Daarna gaan ze nog 7 dagen in de warme tomatenserres en pas dan planten we ze in de boontjesserres. We doen dit op verhoogde bedden zodat ze mooi rechtop blijven en het overtollige water er makkelijk tussenin kan weglopen. De eerste plantjes gaan rond 14 maart in de grond en naargelang het weer beginnen we te plukken half mei zodat we de boontjes als primeurs op de veiling kunnen zetten.
Bonenteelt is een zeer ecologisch teelt. Bonen gedijen best op magere grond, ze voeden zich met de stikstof uit de lucht. Als je ze uittrekt zitten er soms stikstofbolletjes aan de wortels, eigenlijk de voedingsreserve van de plant. Bonen hebben ook geen last van beestjes - er moet dan ook niet gespoten worden - en hoeven weinig water."
Van het veld naar de veiling
We zijn doorgelopen naar een plasticserre, het nakomertje waar Bart als de 3 vaste serres bijna geplukt zijn de laatste boontjes rechtstreeks in de grond zaait.
|
Bart: "Omdat ik mik op primeurboontjes, stoppen we al in juli en concentreren we ons op de tomaten. Mocht de zomerprijs van boontjes beter zijn, zou ik zeker langer doorgaan. De boontjes gaan naar de veiling en daarna naar de winkels in de kisten van 3 kg. Alternatief kan je ze ook in doosjes van 200 g verpakken, dat vind ik nog aantrekkelijker zijn. Op die manier kunnen de mensen er niet 'roefelen' waardoor het uitzicht goed blijft wat de verkoop ten goede komt. Boontjes moeten heel vers verkocht worden, omdat ze minstens 12°C nodig hebben, kunnen ze niet echt gestockeerd worden. Slappe boontjes zijn oude boontjes."
|
De toekomst
Bart: "Mijn dochters van 16 en 13 hebben geen interesse in tuinbouw (lachend) ze helpen zelfs niet. Ik zou het hen trouwens ook niet aanraden, je hebt nooit gedaan, kunt met moeite eens 4 dagen weg."
Heeft hij spijt van zijn keuze?
Bart: "Helemaal niet! Ik zou zeker herbeginnen in de tuinbouw. Alleen zijn er nu een pak meer regeltjes dan vroeger. En wat de boontjes betreft: ik was er als kind dol op, maar de Keniaanse en sinds kort ook Marokkaanse en Egyptische zijn zo spotgoedkoop... (zucht) Mensen kijken naar de prijs, niet de kwaliteit en of het van hier komt, dus een kleine voetafdruk heeft. Dat is jammer."
|
|
PRAKTISCH
Weten
Bonen behoren tot de oudste groenten die door de mens gegeten worden. Alle bonen (ook erwtjes en dopbonen) zijn lid van de Vlinderbloemfamilie die met ongeveer twintigduizend soorten een van de grootste families van bloeiende planten vormt. De latijnse naam leguminosae verwijst naar hun belangrijkste kenmerk: het vormen van een peul waarin de zaadjes groeien tot bonen. De zaden van sperzie-, prinsessen-, boter- en snijbonen zijn weinig ontwikkeld zodat de volledige boon kan gegeten worden.
Kopen en bewaren
Bonen moeten stevig aanvoelen - een boon die buigt en niet knapt is oud - en een gave peul hebben.
Verpakt in een papieren zak kan je ze ca. 3 dagen vers houden in de groentelade van de koelkast of een koele kelder.
In de keuken
Bonen laten zich makkelijk klaarmaken. Laat de topjes aan de bonen, haal enkel het stukje waarmee de boon aan de struik hing af, zo nemen ze tijdens het koken minder water op. Breek ze ook alleen als ze echt té lang zijn, ongebroken behouden ze beter hun smaak. Wil je toch kleine stukjes, snij ze dan na het koken.
Goed spoelen in koud water, 10 minuten koken in water met een takje bonenkruid, laten schrikken in koud water en klaar zijn ze.
Lekker koud in salades eventueel met een mosterdvinaigrette of warm even aangestoofd in olie of boter met een fijngesnipperd sjalotje. Bonen zijn een must in salade Niçoise en in Luikse salade.
Reken op ca. 150 g sperziebonen per persoon. Bonen kun je makkelijk diepvriezen. Even blancheren in kokend water, laten afkoelen en klaar.
RECEPT
Zomerse bonensalade (2 pers.)
De stukjes spek kun je vervangen door plakjes gebakken spek, ringetjes gebakken witte pens, stukjes gebakken haloumi, reepjes nieuwe maatjes, in 2 gesneden hardgekookte kwarteleitjes, vlokjes verse geitenkaas,... variatie te over. Als extraatje of om er een echte maaltijdsalade van te maken kun je er koude gekookte krieltjes in 4 gesneden bij doen en fijngesnipperde kropsla.
300 g boontjes
1 takje bonenkruid
6 kerstomaatjes (in verschillende kleuren), in 4 gesneden
100 g spekreepjes
2 bosuitjes, fijngesnipperd
|
|
voor de mosterdvinaigrette:
1 el witte wijnazijn
3 el olijfolie
2 el mosterd
versgemalen peper
zout
- Klop voor de vinaigrette wijnazijn, olijfolie en mosterd goed door elkaar en breng op smaak met peper en zout. Doe over in een bokaaltje met schroefdeksel. Schroef dicht en bewaar tot gebruik in de koelkast. Voor gebruik even goed schudden.
- Kook de boontjes beetgaar in water met het bonenkruid. Giet af, laat afkoelen onder koud stromend water en dep droog.
- Bak de spekjes in eigen vet krokant, haal uit en laat uitlekken op keukenpapier.
- Verdeel de boontjes over een schaal (of individuele borden), hussel er de tomaatjes en spekjes door, besprenkel met wat vinaigrette en geef de rest er apart bij
Flandria-boontjes zijn verkrijgbaar bij BelOrta en REO Veiling
|