Uiterste inzaaidatum voor vanggewassen en specifieke teelten is verlengd tot 10 september 2018
Maandag 27 augustus 2018 — Ondanks de neerslag die in augustus is gevallen, zijn diepe grondbewerkingen momenteel nog niet goed mogelijk door de extreme droogte van de voorbije maanden. Daarom verlengt Joke Schauvliege, Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, de uiterste inzaaidatum voor vanggewassen en specifieke teelten tot 10 september.
Het Mestdecreet voorziet in de mogelijkheid om meststoffen op te brengen na de oogst van de hoofdteelt, op voorwaarde dat uiterlijk op 31 augustus een vanggewas of een specifieke teelt ingezaaid is. Ook derogatiebedrijven worden verplicht om een vanggewas in te zaaien op uiterlijk 1 september voor de derogatieteelten 'wintertarwe met vanggewas' en 'triticale met vanggewas'. Voor beide bepalingen voorziet het Mestdecreet dat de minister bij uitzonderlijke weersomstandigheden de inzaaiperiode kan verlengen.
Vanggewassen of specifieke teelten inzaaien is belangrijk, omdat ze de nog ruim aanwezige nutriënten in de bodem kunnen opnemen, zodat ze niet uitspoelen naar het grond- en oppervlaktewater. De bodems zijn evenwel nog te droog om de vereiste grondbewerkingen in optimale omstandigheden uit te voeren. Daarom verlengt de minister de uiterste inzaaidatum tot 10 september. Daarmee komt zij tegemoet aan de vraag van de landbouwsector. Er wordt verwacht dat de omstandigheden in gunstige zin zullen evolueren, door de neerslag van de komende dagen.
Ook focusbedrijven moeten verplicht vanggewassen inzaaien na de oogst van de hoofdteelt. Focusbedrijven door ligging en focusbedrijven met maatregelen van categorie 1 en 2, moeten vanggewassen inzaaien op elk perceel landbouwgrond van hun bedrijf, als de teelt en de bodem het toelaten. Focusbedrijven met maatregelen van categorie 3, moeten altijd op minimaal 20% van hun areaal vanggewassen inzaaien. Hoewel geen uiterste inzaaidatum bepaald is voor focusbedrijven, is het ook voor hen aangewezen om het vanggewas zo snel mogelijk in te zaaien en lang genoeg aan te houden.
De uitrijregeling voor mest wordt niet verlengd. De neerslag die tot nu toe gevallen is, zou voldoende moeten zijn om de bemesting in de bodem te kunnen inwerken. De minister vraagt aan de landbouwers die nu nog bemesten, om doordacht om te springen met bemesting en rekening te houden met de nutriënten die nog in de bodem aanwezig zijn.
Andere aandachtspunten t.a.v. het Mestdecreet omwille van de droogte
Derogatievoorwaarden
De droogte levert geen problemen op voor het naleven van de derogatievoorwaarden die betrekking hebben op de bemesting van de derogatiepercelen (bijvoorbeeld 2/3 van de bemesting moet worden uitgevoerd voor 31 mei). De landbouwers kunnen hun derogatie dan ook niet intrekken, ook niet op perceelsniveau. Ze kunnen ook geen nieuwe derogatiepercelen aanduiden. De landbouwers moeten voor de derogatieteelten ‘wintertarwe met vanggewas’ en ‘triticale met vanggewas’ dus verplicht een vanggewas inzaaien.
Nitraatresiducampagne 2018
De Mestbank selecteert momenteel de percelen voor een nitraatresidubepaling en brengt de landbouwers daarvan op de hoogte rond 15 september. De landbouwers krijgen dan tot en met 28 september de tijd om percelen met teeltschade of oogstmislukking als gevolg van de droogte te melden aan de Mestbank. Samen met die melding geeft de landbouwer de bewijsstukken door, bij voorkeur vaststellingen door de schadecommissie. Als de landbouwer nog niet alle bewijsstukken ontvangen heeft, moet hij toch al de melding doen, ten laatste op 28 september, en de bewijstukken in de volgende week bezorgen. De Mestbank kan dan een of meerdere vervangpercelen aanduiden. Als landbouwers de schade niet of te laat melden, moeten de aangeduide percelen bemonsterd worden. De landbouwer heeft er dus alle belang bij om de percelen met teeltschade of oogstmislukking onmiddellijk bij de bekendmaking van de selectie kenbaar te maken, samen met de nodige bewijsstukken.
Stikstofstaalnameverplichting voor groenten van groep I en groep II, sierteelt, boomkweek en aardbeien
Elke teler moet beschikken over voldoende stikstofstalen met bijhorend bemestingsadvies. Dat aantal wordt bepaald op basis van de teeltcombinatie van de percelen zoals aangegeven in de verzamelaanvraag. Als bepaalde teelten niet meer ingezaaid werden of zullen worden, dan moet het teeltplan in de verzamelaanvraag gewijzigd worden. Anders telt het perceel mee in de evaluatie van de verplichte stikstofstalen.
Om in orde te zijn met de staalnameplicht, aanvaardt de Mestbank stikstofstalen genomen tot uiterlijk 31 oktober. Als bedrijven niet beschikken over voldoende stikstofstalen, wordt de afzetruimte voor de betrokken teelten verminderd met 20% in 2019.
Door de droogte, en de daaruit voortvloeiende teeltmislukking, kan die verplichting niet altijd worden nageleefd. De getroffen telers kunnen een bezwaar indienen bij de Mestbank tegen de vermindering van de afzetruimte. Ze zullen dan met bewijsstukken moeten aantonen, dat ze door overmacht niet aan de verplichting konden voldoen.