Opbrengst aardappelen ruim 16% lager
Bij de proefrooiingen voor aardappelen, die half augustus is uitgevoerd, is de gemiddelde opbrengst van de monsters vastgesteld op 36,4 ton per hectare. In 2017 was dit 46,4 ton per hectare. Hiermee is de opbrengst per hectare tot op heden ruim 20% lager dan het vorig seizoen. Ten opzichte van het 5-jarig gemiddelde is de productie 16,1% lager. Eén en ander is weergegeven in de bijgevoegde grafiek.
Tussen percelen onderling bestaan behoorlijke verschillen. De laagste opbrengst zat zelfs lager dan 10 ton/ha, terwijl de hoogste op 61 ton/ha zit. Als oorzaken worden genoemd uiteraard de droogte, maar ook verschillende percelen met waterschade in het begin van het seizoen. Deze waren we door de droogte al weer bijna vergeten, maar menig teler ondervindt hier nog de gevolgen van.
Het percentage 50 mm opwaarts bedraagt 52%. In 2017 was dit 61%, terwijl het vijfjarig gemiddelde ligt op 57%. Het gemiddeld knolaantal ligt op 178 stuks. Dit is ongeveer gelijk aan het vijfjarig gemiddelde. Een aantal deelnemers meldt beginnende doorwas.
Half september wordt er voor de aardappelen weer een proefrooiing uitgevoerd bij dezelfde groep telers. Hieruit zal blijken in hoeverre er nog nagroei plaatsvindt. Qua potentie lijkt er nog behoorlijk verschil te bestaan.
Opbrengst uien meer dan 30% lager
De gemiddelde opbrengst van alle ingestuurde resultaten bij de proefrooiing voor de uien is 41,4 ton/ha. Dit is een gewogen gemiddelde. In 2017 was dit 60,5 ton/ha. De verschillen tussen percelen zijn groot. Het minimum is 6,8 ton/ha, terwijl het maximum 83,9 ton/ha bedraagt. Het productieniveau per hectare ligt daarmee ver onder het niveau van het 5-jarig gemiddelde. Een en ander is weergegeven in de bijgevoegde grafiek.
In noord (Noord-Holland, Polders, Gelderland en noordelijker) is de gemiddelde opbrengst 49,4 ton/ha, in zuid is de gemiddelde opbrengst 27,8 ton/ha. Zowel in het noorden als in het zuiden is de opbrengst per hectare tot op heden hiermee ruim 30% lager dan het vorig seizoen.
Ook wat betreft de grofte kunnen we concluderen, dat het percentage 60 mm opwaarts fors lager ligt dan het langjarig gemiddelde. Dit percentage bedraagt 35,7%, terwijl het 5-jarig gemiddelde op 57,1% ligt. In 2017 lag dit percentage op 53,4%.
Ook bij de vaststelling van de grofte zien we dat het verschil tussen telers in noord en zuid groot is. In het noorden bedraagt dit percentage 45,4% en in het zuiden 23,9%. Vorig jaar was dit 61% resp. 45%. Dit onderstreept nog maar eens de tegenvallende groften (en lagere opbrengsten) in het zuiden.
De grote vraag is daarbij of alle percelen ook daadwerkelijk voor oogst in aanmerking komen. Zeker in Zeeland staan er percelen uien die niet voor oogst in aanmerking komen.