De extreme droogte en vooral ook de hoge temperaturen in heel Noordwest-Europa resulteren in een geschatte gemiddelde opbrengst van ongeveer 40 ton per hectare in de 5 belangrijkste aardappellanden. Omdat de hoofdoogst in Groot-Brittannië nog maar nauwelijks is begonnen, is het daar nog steeds moeilijk om tot een betrouwbare schatting te komen, maar ook hier worden lagere oogsten verwacht. De NEPG schat de totale bruto consumptieoogst tussen 23,5 en 24,0 miljoen ton. Dit is meer dan de lage oogst van 2012 van 22,5 miljoen ton. In dat jaar was de vraag echter 15% lager. In 2012 waren de gemiddelde eindopbrengsten in de NEPG 44 ton per hectare. Dit was weliswaar hoger dan dit jaar, maar het areaal was bijna 90.000 hectare kleiner.
Grote hamvraag is de kwaliteit
Alle landen melden doorwas en telers vragen zich af hoe deze partijen zich gaan houden in de opslag. Ook het gemiddelde drogestofgehalte wat eerst aan de hoge kant was, neemt af als gevolg van de toename van doorwas. Omdat de meeste aardappelen nog in de grond zitten is het te vroeg om een goede inschatting te maken wat voor invloed vooral de doorwas op de netto opbrengst zal hebben. Het tarra percentage zal over het algemeen hoger uitvallen dan vorig seizoen.
Leveringsnormen verlaagd
Sommige verwerkers hebben hun leveringsnormen al verlaagd en er zijn meldingen dat tafelaardappelen en / of zetmeelaardappelen in de verwerkingslijnen terechtkomen. In veel delen van de NEPG-landen is het oogsten vertraagd vanwege te droge omstandigheden en sommige verwerkingslijnen werden gedurende enkele uren of dagen niet gevoed door een gebrek aan aardappelen. Telers hopen op regen, maar ook weer niet te grote hoeveelheden, uit angst voor een zeer regenachtige herfst die de oogst zou belemmeren.
Onduidelijkheid over contractverplichtingen
Lang niet alle telers zullen kunnen profiteren van de hoge prijzen, aangezien het merendeel van alle aardappelen is gecontracteerd. De combinatie van een lagere opbrengst en een hogere tarra zal duidelijk van invloed zijn op de hoeveelheid nog vrij te verkopen aardappelen. Diverse telers zullen zelfs te weinig aardappelen rooien om aan hun contractverplichtingen te kunnen voldoen. Er heerst onder hen nog veel onrust omdat er onvoldoende duidelijkheid is hoe afnemers met deze situatie omgaan. In veel landen hebben daarom telersorganisaties hun regering om een situatie van overmacht gevraagd, omdat zij niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor deze lage opbrengsten.