|
Elke schakel in de voedselketen heeft recht op eerlijke handelspraktijken
Met een nieuwe richtlijn wil Europa oneerlijke handelspraktijken in de agro-voedingsketen een halt toeroepen. Zowel de leden van het Agrofront, Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, als BABM, de vereniging van merkartikelfabrikanten, pleiten voor een constructieve dialoog binnen het Belgische Ketenoverleg.
|
Wanneer die dialoog geen oplossingen kan bieden, bijvoorbeeld bij internationale conflicten, dan kan Europese wetgeving als “stok achter de deur” volgens zowel de landbouworganisaties als de Belgische voedingsindustrie een oplossing bieden. In dat geval moet de bescherming tegen oneerlijke handelspraktijken wel gelden voor elk bedrijf, klein en groot.
Oneerlijk is oneerlijk
Agrofront, Fevia en BABM slaan de handen in elkaar en pleiten samen voor een Europees wetgevend kader dat eerlijke handelspraktijken in de agro-voedingsketen stimuleert. Oneerlijke handelspraktijken kunnen rechtstreeks of onrechtstreeks impact hebben op elke schakel van de keten: landbouwers, de verwerkende industrie, retailers en finaal de consument. Risico’s unilateraal afwentelen op leveranciers is oneerlijk en onacceptabel. Alle schakels binnen de keten zijn nauw verbonden: moeilijkheden voor één schakel hebben zo goed als steeds een bredere impact, bijvoorbeeld door innovaties af te remmen.
Landbouwers hebben recht op eerlijke handelsrelaties, net als de leveranciers in de verwerkende industrie en elke schakel daaropvolgend. Zowel de vele kmo’s als de grotere multinationale bedrijven kunnen onder druk staan van grotere klanten en voelen de impact van zo’n oneerlijke handelspraktijken: oneerlijk is oneerlijk. Elke bedrijf, klein en groot, verdient daarom een gelijke bescherming tegen onaanvaardbare praktijken zoals het eenzijdig, retroactief aanpassen van contracten.
Ketenoverleg in eigen land, aangevuld met Europese wetgeving
Zowel Fevia als het Agrofront pleiten ervoor om samen de taart groter te maken. Dat gebeurt idealiter vanuit een structurele dialoog binnen het Belgisch Ketenoverleg, met als basis de Code goede handelspraktijken. De ondertekenaars van die code engageren zich vrijwillig om eerlijke handelsrelaties te respecteren. Bij mogelijke geschillen over de correcte toepassing van de Code wordt gewerkt via een escalatieprocedure van opeenvolgende meer dwingende stappen.
Tegelijk blijkt dat handelsconflicten steeds vaker op internationaal niveau voorkomen. Het nationaal Ketenoverleg kan zo’n grensoverschrijdende handelspraktijken niet efficiënt aanpakken. Een coalitie van Europese federaties van landbouwers, van de voedingsindustrie en van NGO’s sloeg dan ook de handen in elkaar om samen te pleiten voor een Europees wetgevend kader dat elke schakel in de agro-voedingsketen de nodige bescherming biedt. Een level playing field voor alle actoren in de keten is de beste garantie op evenwichtige en eerlijke handelspraktijken voor iedereen.
Het Agrofront en Fevia steunen deze Europese aanpak maar dringen erop aan dat Europese regelgeving ruimte laat voor nationale initiatieven zoals de Belgische code goede handelspraktijken, die op vrijwillige basis dialoog en samenwerking stimuleren.
|
|