Voor een erkenning als landbouwramp door de Vlaamse regering moeten twee wettelijke voorwaarden vervuld zijn. Het weersfenomeen moet een uitzonderlijk karakter hebben én moet omvangrijke schade hebben veroorzaakt.
Het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) heeft op basis van de neerslagwaarden tussen 2 juni en 6 augustus 2018 geconcludeerd dat de waargenomen neerslag in heel Vlaanderen uitzonderlijk was. In alle 308 Vlaamse gemeenten werd de terugkeerperiode van twintig jaar bereikt of overtroffen. Daarom wordt het hele Vlaamse grondgebied tot het schadegebied gerekend.
Op basis van de circa 12.000 schadegevallen die de Vlaamse steden en gemeenten hebben gerapporteerd, stelde het Departement Landbouw en Visserij voor om volgende gewassen en aanplantingen in aanmerking te laten komen voor een schadevergoeding: groenten, akkerbouwgewassen, nijverheidsgewassen, voedergewassen, fruitteelt, sierteelt en boomkweek.
Alleen geregistreerde landbouwondernemingen kunnen een schadedossier indienen, wanneer het oorzakelijk verband met de droogte werd vastgesteld.
Na de publicatie van het erkenningsbesluit in het Belgisch Staatsblad krijgen de getroffen landbouwers drie maanden de tijd om een dossier in te dienen.
De totale schadevergoeding per schadelijder bedraagt maximaal 62.400 euro.
De Vlaamse Regering voorziet in de begrotingen voor 2019 en 2020 tweemaal 27,5 miljoen euro voor de uitbetaling van de schadevergoedingen.
Joke Schauvliege: “Ik heb mijn diensten opgedragen om prioriteit te geven aan de afhandeling van deze schadedossiers, zodat de uitbetalingen zo spoedig mogelijk kunnen volgen.”