“Ik merk dat de bezorgdheid onder de collega’s toeneemt. In de huidige regeling legt Europa de doelstellingen van het landbouwbeleid vast én controleert ze ook de uitvoering. In het nieuwe voorstel komt die laatste verantwoordelijkheid in handen van de lidstaten. De vrees bestaat dat daardoor met twee maten en gewichten zal worden gemeten. Als lidstaten zelf de controles en de boetes bv. mogen bepalen dan is het een kwestie van tijd voor onze boeren op een andere manier zullen worden behandeld als pakweg de Franse of de Oostenrijkse. Dat gaat voor mij te ver. Zo riskeer je de G van gemeenschappelijk in het GLB kwijt te raken.
“Ik stel me ook ernstige vragen bij de voorziene crisisinterventie. De huidige tekst voorziet 400 miljoen voor de ganse sector voor crisismaatregelen én marktinterventiemaatregelen. Dat is veel te weinig. De crisis in de melkveesector alleen kostte drie maal zoveel. Europa wil blijkbaar ook hier de factuur doorschuiven naar de lidstaten. Het Vlaams Landbouwfonds zit nu al op droog zaad. Vraag is wie deze noodzakelijke buffer voor onze landbouwsector dan nog zal voorzien?”
"Tot slot wil ik er nog op wijzen dat we moeten blijven investeren in onze jonge landbouwers. Het voorziene budget van 10 miljoen per jaar moet minstens behouden blijven en wat mij betreft zelfs serieus verhoogd. De toekomst van onze voedselvoorziening ligt in hun handen en ze kunnen alle ondersteuning gebruiken."
De parlementsleden krijgen nu nog tot 3 december de tijd om de tekst aan te passen met eigen amendementen. Daarna gaat men binnen het Parlement op zoek naar een compromistekst die begin volgend jaar zal worden goedgekeurd in Plenaire zitting.