De voorzitter
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
– Jos De Meyer treedt als voorzitter op.
Els Robeyns (sp·a)
Minister, mijn vraag is zeer kort. In juli 2017 is er met alle schakels in de keten een actieplan hardfruit afgesproken. Het actieplan bevatte twintig actiepunten, opgebouwd rond drie pijlers: kwaliteit, rendabiliteit en onderzoek.
Eind vorig jaar hebt u op een actuele vraag van collega Engelbosch geantwoord dat het actieplan was opgestart, maar dat binnen de sector niet iedereen op dezelfde lijn zat. U zou daarover begin dit jaar, op 7 januari, een overleg hebben met alle actoren over een stand van zaken en om die knelpunten weg te werken. Heeft die rondetafel met de sector plaatsgevonden? Zo ja, wie was daarop uitgenodigd en aanwezig? Welke conclusies en afspraken zijn er gemaakt? Wat is de concrete stand van zaken van alle acties zoals opgenomen in het actieplan hardfruit? Welke beleidsmaatregelen zult u nog nemen voor de sector van het hardfruit?
De voorzitter
Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege
Zoals afgesproken is er inderdaad een ruim overleg geweest op 7 januari, waar zowel de stand van zaken is opgemaakt, maar ook geluisterd is naar de bezorgdheden en afspraken gemaakt zijn over de toekomst.
Wie er allemaal aanwezig was bij dit overleg: de landbouworganisaties BB en Algemeen Boerensyndicaat (ABS), de veilingen, de koepelorganisatie Verbond Belgische Tuinbouwcoöperaties (VBT), Fresh Trade Belgium als vertegenwoordiging van de handel en de vertegenwoordigers van lokale fruittelers. Daarnaast waren het Proefcentrum Fruitteelt, het Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten (VCBT) en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) aanwezig. Het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) en het Departement Landbouw en Visserij waren er, en ook een vertegenwoordiging van de lokale fruittelers. Dit toont aan dat het heel ruim was. We hebben ook gezien dat iedereen er was, wat ook het belang aantoont dat de sector aan dit overleg hecht. De stand van zaken is opgemaakt. Er was een ruime discussie, en dergelijke meer.
Ik zal misschien even kort de drie werven overlopen.
De eerste werf was: kwaliteit. De eerste actie had eigenlijk als bedoeling om de integrale kwaliteitsbenadering voor de hele sector op te drijven en te zorgen dat de kwaliteit toeneemt. Het gaat niet om handelsnormen die Europees vastgelegd worden, maar wel om de kwaliteit van het Belgische hardfruit waarmee de sector de markt op wil gaan en de controle daarop. Dit is een moeilijke evenwichtsoefening: enerzijds is er de consensus dat Belgisch hardfruit garant moet staan voor kwaliteit, maar anderzijds hebben veilingen hun eigen labels en producten, en die mogen ook niet verloren gaan. Tijdens het overleg heeft iedereen zijn engagement voor deze actie bevestigd en er vindt eind januari opnieuw een overleg daarover plaats. Het is belangrijk dat dat ook wordt opgevolgd.
De marktprospectie is een continue opdracht voor alle spelers. Er is een taskforce export op federaal niveau waar het departement Landbouw, maar ook VBT en VLAM aan deelnemen. VLAM neemt daarenboven ook deel aan meerdere promotieprogramma’s die door Europa gecofinancierd worden om de export van appels en peren binnen en buiten Europa te stimuleren. Het gaat om bestemmingen zoals Duitsland, India, China en Brazilië.
De lijst van beloftevolle variëteiten hebben we aangepast zodat ze ook in aanmerking komen voor 30 procent VLIF-steun (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) voor aanplant.
Werf 2 was de rendabiliteit. Dat gaat over de brede weersverzekering. Het gaat ook om VLAM, dat gevraagd wordt om extra in te zetten op de promotie van hardfruit. Ook deze actie is opgestart. U hebt waarschijnlijk de radiospot over de jonagold al gehoord. Dat komt daaruit voort. Wat verkoopsystemen zoals poolverkoop betreft, zijn er intussen veilingen die daarmee aan het testen zijn. Ook heeft Fresh Trade een initiatief genomen om een globale visie rond verkoopsystemen uit te werken.
Het afgelopen anderhalf jaar hebben verschillende fruitproducenten samen met de Food Pilot van ILVO nieuwe manieren van innovatieve verwerking uitgetest. Zij kunnen daarvoor ook steun krijgen van KRATOS, als zij een beroep doen op die Food Pilot.
De ontwikkeling van één fruitlabel werd nog niet opgestart, aangezien deze voortvloeit uit de actie van de integrale kwaliteitsbenadering. Dat hangt eigenlijk samen met werf 1.
Werf 3 was het onderzoek. Het Proefcentrum Fruitteelt (pcfruit), ILVO en VCBT hebben samen een overzicht gegeven van alle lopende onderzoeksprojecten. Dat zijn er heel veel. De afgelopen twee jaar hebben wij ook heel wat van die acties ondersteund. Pcfruit heeft 215.000 euro subsidie gekregen voor vier onderzoeksprojecten gericht op kwaliteit en duurzaamheid. Er zijn ook vier demoprojecten, goed voor 320.000 euro subsidie en vier IEP-projecten (European Innovation Partnership), die fruittelers en onderzoekscentra dichter bij elkaar moeten brengen, ook voor 120.000 euro.
Alle acties die waren aangekondigd, zijn ook opgestart.
Iedereen heeft het engagement uitdrukkelijk bevestigd. Ik heb alle partijen opgeroepen om de komende maanden echt wel prioriteit te geven aan dit actieplan gezien de moeilijke situatie. Daarnaast is de afspraak gemaakt dat we over vier maanden een nieuwe stand van zaken opmaken. Er zal intussen meer overleg op technisch niveau met de administraties plaatsvinden om het plan van nabij op te volgen. Mochten er intussen problemen zijn, dan kan de sector rekenen op de steun van de overheid om hieruit te geraken.
Binnenkort is er opnieuw een overleg met Europees commissaris Hogan om de moeilijke marktsituatie te bespreken. Ik zal het daar niet alleen over fruit hebben maar ook over de varkenssector, waar we het daarnet over hebben gehad. Dit overleg was eerst gepland voor december maar de commissaris heeft dat verzet naar januari.
De nationale strategie die het kader vormt waarbinnen de Europese gemeenschappelijke marktordening voor groenten en fruit toegepast wordt in Vlaanderen, is aangepast zodat veilingen vanaf dit jaar verplicht worden om meer in te zetten op producentgerichte acties en ze zullen ook meer worden gecontroleerd.
We hebben dus een heel pak acties ondernomen. Het was eigenlijk een goed gesprek. Het is ook eens goed dat men een goed overzicht krijgt van waar we op dit moment staan met de uitvoering van de engagementen.
De voorzitter
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Els Robeyns (sp·a)
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik ben blij met het laatste deel van uw antwoord, namelijk dat er meer druk naar de veilingen zal komen om meer in te zetten op producentgerichte acties en dat er wat meer controle op zal komen.
In uw antwoord op de vraag van collega Engelbosch destijds, was de tendens dat de sector het niet eens was over hoe de kwaliteit van het hardfruit zou verbeteren. Als ik het goed begrijp, is die discussie opgelost en zitten alle neuzen weer in dezelfde richting. Mag ik uit uw antwoord afleiden dat iedereen opnieuw op dezelfde manier achter de uitvoering van het actieplan staat? Ik hoop dat ik het zo goed heb begrepen en dat we nog een versnelling hoger zouden gaan, want ik denk dat de fruitsector meer dan ooit nood heeft aan de uitvoering van dat actieplan.
De voorzitter
De heer De Croo heeft het woord.
Herman De Croo (Open Vld)
Minister, dank u voor de recente stand van zaken, die beter oogt dan de voorbije stand van zaken. Het zou mij verheugen mocht u ons dat plan laten geworden. Ik heb er enkele flarden van gezien. Ik heb menen te begrijpen dat er opvolging is op het einde van deze maand. Dat is goed.
Ik kom terug op twee elementen. Straks zal mijn goede jongere collega spreken over de weersverzekering, die belangrijk is in de hardfruitteelt. Ik heb enige ervaring. Ik beheer twee plantages. Ze liggen op 9 kilometer van elkaar. Hagel is een heel lokaal fenomeen. Je fruit wordt nooit verhageld als je je percelen een beetje uit elkaar legt. Maar de weersverzekering is een belangrijk element. We hebben dat gezien met de grillen van het klimaat.
Ik heb gehoord dat er een betoelagingspotentieel van 30 procent is voor de aanplantingskosten voor de nieuwe variëteiten. Dat is belangrijk, want er komt een soort ‘fatigue’ in de variëteiten. Wij hebben steeds dezelfde variëteiten bij peren en appelen. Dat is uitstekend, goed geteeld en goed naar voren gebracht. Maar de mensen willen van tijd tot tijd iets nieuws hebben, dat weet u. Het is goed dat men zorgt voor mogelijkheden voor die vernieuwing. Dat neemt een lange periode in beslag. Je moet vijf tot zes jaar hebben vooraleer een perelaar echt begint te renderen, en drie tot vier jaar voor een appelaar. Er is een overbrugging, een aanplanting, een kostprijs, een investering en een bewaking van de groei. Ik vind dat dat de goede richting uit gaat.
Ik wil blijven aandringen op het volgende. U hebt gezegd dat we veilingen hebben met hun eigen labels en dat er nog een optimalisering van de export zou gebeuren. Ik kom daar niet meer op terug, we hebben daar vroeger over gesproken. Ik verwacht u opnieuw ergens in februari met een stand van zaken na de opvolgingsvragen. Ik verwacht toch wat meer uitleg over de impact van het verzekeringsaspect op kostprijs en teeltverbeteringen, wat straks zal worden behandeld, en over de vernieuwing van variëteiten, die toch een investering over zes tot acht jaar kan vragen voor deze variëteiten kunnen worden gecommercialiseerd.
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (CD&V)
Voorzitter, minister, collega's, ik denk dat het initiatief van de rondetafel bijzonder goed is, vooral in een sector waar er een zoektocht is naar vertrouwen tussen de schakels in de keten, producenten versus veilingen versus de werking van VLAM. Daar is nog wat werk aan. Ik denk dat de rondetafel daar in elk geval op bijzondere wijze toe kan bijdragen. Men heeft nog niet het label gevonden zoals het Flandrialabel in de groentesector, maar het is belangrijk dat er verder wordt gewerkt om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen, zoals collega Robeyns zegt. De rondetafel is daartoe een zeer goed initiatief.
Mijn tweede element gaat over iets dat tot hiertoe nog niet is behandeld, namelijk de discussie over de Ruslandboycot. Iedereen herinnert zich dat de fruitsector een van de eerste slachtoffers was toen de Ruslandboycot is ingezet en onze producten daar niet meer op de markt konden komen. Ik moet de vraag die ik heb, straks misschien herhalen wanneer we het over de opvolging van de Europese landbouwraden hebben: zit daar echt geen beweging in? Is het echt niet mogelijk om stappen vooruit te zetten om die markt opnieuw een stuk open te maken voor onze producten? Ik bedoel niet alleen hardfruit maar ook heel zeker de varkenssector. Voor het varkensvlees is er ook een hele markt afgesneden door deze geopolitieke aangelegenheid.
Jos De Meyer (CD&V)
Ik heb zelf ook nog een korte beschouwing, minister. De zorgen die geformuleerd zijn door de collega’s, zijn zeer terecht. Wat mij ook bezighoudt, is hoe de structuur van onze fruitbedrijven in Vlaanderen de laatste tien jaar geëvolueerd is. Ik denk dat we daar ook eens bij moeten stilstaan. We kunnen dat bij een volgende gelegenheid eens uitgebreider bekijken.
Minister, u hebt verwezen naar de aanwezigen bij de rondetafelgesprekken. Zijn dat alleen instellingen en fruittelers uit Limburg? Of zijn de andere regio’s uit Vlaanderen er ook bij betrokken? Ik denk bijvoorbeeld aan het Waasland, waar ook heel wat fruittelers actief zijn.
De voorzitter
Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege
Collega’s, de fruitsector is kwetsbaar op verschillende flanken. De eerste flank, dat zijn de algemene klimatologische omstandigheden. Daar heb je de brede weersverzekering die eraan moet komen. Ten tweede heb je de export en de markt, waar jarenlang heel eenzijdig overal dezelfde producten werden geteeld – de conferencepeer, de jonagold – en ook gericht op dezelfde markt. Als er daar dan iets fout gaat, heb je een probleem. Daarom is in dat actieplan gezegd dat we naar meer variëteiten moeten gaan en dat we andere markten open moeten krijgen. Het spreekt voor zich, collega Dochy, dat we ook proberen om de Russische markt weer open te krijgen. Dat is uiteraard iets dat door ons herhaaldelijk wordt gevraagd op Europees niveau.
Wat de variëteiten betreft, collega De Croo: het klopt dat dat tijd vraagt. Er is heel veel onderzoek en ontwikkeling rond beloftevolle variëteiten. De consument verandert. De vraag ook. Je moet daarop inspelen. Wat uit dat onderzoek komt en wat beloftevol is, wordt door ons opgenomen in de lijst, zodat je steun kunt krijgen voor de nieuwe aanplant. Maar het klopt dat het tijd vraagt vooraleer dat rendeert. Dat zijn middellange- en langetermijnprojecten om de toekomst van de fruitsector op langere termijn veilig te stellen.
Op korte termijn gaat het ook over de kwaliteit. Wat is daar het probleem, collega Robeyns? De veilingen hadden die actie mee ondersteund, om aan de kwaliteit te werken. Ze hebben daar hun handtekening onder gezet. Maar er bleek een enorme koudwatervrees te zijn. Veilingen hebben een eigen kwaliteitslabel en vragen zich af waarom ze hun ervaring zouden delen met anderen, die niet bij hen zijn aangesloten. Wat is het voordeel van aan te sluiten bij een veiling, als toch alles in de groep wordt gegooid en iedereen daar gebruik van kan maken? Daar zit dus een gevoeligheid. Aan de ene kant is die te verstaan, maar aan de andere kant heb ik er geen begrip voor, in die zin dat men dan ook niet zijn handtekening onder die actie had moeten zetten.
Ik heb er in die vergadering op aangedrongen om rond de tafel te gaan zitten. Men zal dat nu ook doen. Ik denk niet dat alle plooien op dit moment al gladgestreken zijn en dat men er al helemaal uit is hoe men dat gaat doen, maar we zitten gelukkig al weer in de fase dat men wil praten en eraan wil werken. Dat is alweer een stap vooruit. Maar dat is op dit moment dus het moeilijkste actiepunt, omdat daar wat fricties zitten. Ik denk dat er ook een grote verantwoordelijkheid van de veilingen is om ervoor te zorgen dat het ook ruimer in de sector goed gaat. En dat beseffen ze wel. Ik herhaal dat ik begrip heb voor het feit dat veilingen zeggen: wij hebben leden die zich aansluiten, dan moeten we ook iets extra’s kunnen bieden vanuit de veiling. Maar zoals ik al zei, moeten we dat op basis van de nieuwe marktordening en dergelijke meer goed opvolgen en kijken welke instrumenten er zijn.
Het is de ruime fruitsector die rond de tafel zit, collega De Meyer. Het is niet alleen Limburg. Het is natuurlijk wel zo dat, op uitdrukkelijke vraag van het parlement, de rondetafel is uitgebreid met een aantal Limburgse fruittelers, die zich bijzonder hebben georganiseerd. Die hadden een afvaardiging naar de rondetafel gestuurd. Maar dat betekent niet dat alleen Limburg rond de tafel zit. Het is de ruime sector die daar vertegenwoordigd is.
Wat gezegd is over het vertrouwen in de keten en de schakels, klopt. Daarom ook zetten we iedereen rond de tafel. We horen dat er bijvoorbeeld vanuit de retail heel sterk wordt aangedrongen op kwaliteitszorg, zodat we altijd voldoende kwaliteit kunnen leveren. Maar we zullen dus ook creatief moeten zijn en inspelen op nieuwe variëteiten. Op dit moment zitten we voor bepaalde soorten met een overaanbod en te weinig afzet, wat inderdaad leidt tot lagere prijzen. Dat is de markt die daar speelt. Maar we blijven dat verder opvolgen en we komen zeker terug naar de commissie met de resultaten.
De voorzitter
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Els Robeyns (sp·a)
Bedankt, minister. Ik ben tevreden met uw antwoord. Er is inderdaad een groot probleem van vertrouwen. Ik vind het positief dat u zegt dat de verschillende partijen weer naar elkaar toegroeien, of dat de eerste stappen daartoe gezet zijn. Een actieplan hardfruit zonder ondersteuning van de veilingen, dat gaat gewoon niet. Dat is onlogisch. In die zin volg ik u volledig. Ik denk ook dat veilingen een grotere verantwoordelijkheid hebben dan alleen maar hun eigen producten. Ze hebben ook een verantwoordelijkheid voor het belang van de teler en de fruitsector in het algemeen. We volgen dat verder op. Hopelijk gaat het verder in de goede richting.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.