|
11 mrt 2019 |
19:21 |
|
Boer moet risico’s extreem weer zelf dragen, maar de verzekeringssector ziet dat niet zitten
De droogte van afgelopen zomer werd erkend als natuurramp, net als de overvloedige regenval eind mei 2016. De landbouwers die hun oogst verloren zagen gaan, konden daarvoor een schadevergoeding vragen aan het landbouwrampenfonds.
De Standaard.
|
Maar het zal misschien wel de laatste keer zijn geweest. Want de Vlaamse regering besliste dat het fonds eind dit jaar ophoudt te bestaan. Boeren moeten zich dan privé verzekeren tegen extreme weersomstandigheden.
Via het Vlaams Parlement wil men nu met spoed een voorstel van decreet goedkeuren om die brede weersverzekering mogelijk te maken. De stemming moest voor de krokusvakantie plaatsvinden, maar de oppositie vroeg een tweede lezing. Woensdag wordt het decreet opnieuw besproken. ‘Er is totaal geen duidelijkheid over hoe het nieuwe systeem in de praktijk zal werken: noch over de hoogte van de premies, noch over de voorwaarden en criteria waaraan de vergoedingen moeten voldoen’, zegt Bart Caron, Vlaams Parlementslid voor Groen. ‘In plaats van een solidair systeem privatiseert men zo de klimaatrisico’s voor de boeren.’
Die private weersverzekering bestaat al vijf jaar in Nederland, in Frankrijk zelfs iets langer. Maar slechts 10 tot 15 procent van de boeren is erbij aangesloten. Nochtans is BB niet tegen die privatisering. ‘De weersomstandigheden zijn zoveel extremer geworden dat het te vaak voorkwam dat het rampenfonds tussenbeide moest komen’, zegt woordvoerder Vanessa Saenen. ‘Wij zijn niet tegen een private verzekering, maar we wilden wel dat er een langere overgangsperiode zou komen, zodat de verzekeraars zich behoorlijk konden voorbereiden. Als het decreet niet snel wordt goedgekeurd, hebben we straks geen rampenfonds én geen weersverzekering.’
Maar de verzekeringssector staat niet te springen om een weersverzekering aan te bieden aan de landbouwers. ‘Zo’n oogstverzekering is niet populair, omdat we er geen ervaring mee hebben’, zegt Wauthier Robyns van Assuralia. ‘Wat is een goed of een slecht seizoen? Hoe stel je schade vast? Is er een verschil tussen een weerramp in het begin van het groeiproces en op het einde? Verzekeraars zijn beducht voor een te sterke correlatie, namelijk te veel verzekerden die tegelijk schade hebben.’
Hendrik Vandamme van het Algemeen Boerensyndicaat heeft weinig begrip voor de houding van Assuralia. ‘Wij zijn niet bepaald blij met de afschaffing van het rampenfonds, maar dit dossier ligt al twaalf jaar op tafel en Assuralia heeft al die jaren nagelaten om iets uit te werken. Daarom hebben we contact opgenomen met buitenlandse verzekeraars, met de vraag om hier hun product op de markt te brengen. Er is interesse uit Duitsland, misschien ook uit Nederland.’
Maar kunnen boeren, die het vaak al niet breed hebben, zo’n verzekering betalen? De overheid zal de verzekering gedeeltelijk en voor een aantal jaren subsidiëren. Europa laat dat toe, tot 70 procent van de premie. ‘Dan moet dat haalbaar zijn’, zegt Vandamme. ‘Maar de premie hangt natuurlijk ook af van hoeveel procent risico een boer zelf wil nemen.’
De tijd dringt, want binnen vier weken gaat het parlement in reces.
Tijs Boelens van Boerenforum, een alternatieve boerenorganisatie, heeft nog een bedenking: het hele beleid met zijn subsidiepolitiek stuwt de landbouwer naar maximale productie. Maar er wordt niet nagedacht hoe we gaan produceren bij extreme droogte, natheid en een onregelmatig klimaat. Wij experimenteren om ons voedselproductiesysteem veerkrachtiger te maken, maar vanuit de overheid komt daarvoor weinig steun.’
|
|
|
|