De voorzitter
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Gwenny De Vroe (Open Vld)
Voorzitter, er is goed nieuws. Op 1 maart 2019 is het goede nieuws bekendgemaakt dat de Vlaamse overheid het verbod op onverdoofd slachten vanaf 2020 zal uitbreiden. Sinds begin dit jaar is elektronarcose verplicht voor het slachten van schapen, geiten en pluimvee. Vanaf 1 januari 2019 wordt die elektronarcose ook verplicht voor het slachten van kalveren.
Minister, u hebt laten weten dat de techniek van de reversibele elektronarcose nu ook op punt staat voor grotere dieren, zoals kalveren. Een tijdje geleden hebben we hier gesproken over het toen nog lopende onderzoek. Dit is alvast goed nieuws want in Vlaanderen worden jaarlijks ongeveer 350.000 kalveren in onze slachthuizen geslacht.
Wat waren de belangrijkste obstakels die moesten worden overwonnen om de techniek ook op kalveren te kunnen toepassen? Op welke wijze is hieraan tegemoetgekomen? Welke praktische gevolgen zal het verbod op onverdoofd slachten van kalveren voor de slachthuizen hebben? Welke bijkomende kosten en investeringen zal dit op korte termijn met zich meebrengen? Volstaat de vooropgestelde datum, 1 januari 2020, voor de slachthuizen om de nodige maatregelen te nemen? Welk overleg met de sector hebt u al gepland om het verbod op de juiste manier te implementeren?
Tot slot vraag ik me af wat de stand van zaken is met betrekking tot een uitbreiding van deze techniek naar volwassen runderen. Dat is immers de evolutie waar we met zijn allen zo snel mogelijk naartoe willen.
De voorzitter
Minister Weyts heeft het woord.
Minister Ben Weyts
Voorzitter, aanvankelijk was er juridisch nog wat onduidelijkheid over de vraag of de Europese verordening elektronarcose voor die dieren toelaat. Ik heb dat bij de Europese Commissie nagevraagd en dat is nu formeel bevestigd. Op juridisch vlak is er geen probleem.
Daarnaast is er het praktische aspect. In Australië en Nieuw-Zeeland wordt elektronarcose bij kalveren al langer toegepast, maar in de EU is die techniek nog niet volledig uitgerold. We moeten ook zeker zijn dat een techniek die aan de andere kant van de wereld wordt gebruikt dezelfde resultaten geeft in onze slachthuisomstandigheden en voor de rassen die bij ons gangbaar zijn.
Ik heb een wetenschappelijke studie besteld om de praktische toepasbaarheid van elektronarcose voor het slachten van kalveren na te gaan. De onderzoekers hebben vooral een literatuurstudie uitgevoerd. Ze hebben de wetenschappelijke literatuur doorgenomen en geanalyseerd. Daarnaast hebben ze in onze slachthuisomstandigheden proefslachtingen uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat de bedwelmingstechniek in de Vlaamse slachthuisomstandigheden ook voor onze kalveren goed werkt. Er zijn dan ook geen praktische bezwaren meer tegen het gebruik van elektronarcose voor het slachten van kalveren.
We hebben gezorgd voor de betrokkenheid van de sector. De sector heeft zich hierover uitgesproken. Vanaf 1 januari 2020 zullen kalveren voor het slachten steeds moeten worden verdoofd. De slachthuizen moeten kiezen welke techniek ze toepassen, de veeleer klassieke verdoving met een penschiettoestel of elektronarcose. Afhankelijk van die keuze zullen al dan niet investeringen moeten plaatsvinden. Wat elektronarcose betreft, vallen de prijzen en de behandelingen evenwel mee. Het vergt geen aanschaf van zware infrastructuur. Ik verwacht dan ook geen problemen op dat vlak en de sector heeft ter zake geen opmerkingen gemaakt.
Ik heb ook opdracht gegeven de volgende stap voor te bereiden want uiteindelijk vormen de runderen de finale stap. Met de dikbillen hebben we zware runderen in Vlaanderen. We gaan nu na of deze techniek ook praktisch bruikbaar is voor volwassen runderen. Indien dat zo is, zullen we die stap kunnen zetten en zullen we een verplichte verdoving kunnen invoeren.
De voorzitter
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Gwenny De Vroe (Open Vld)
Minister, ik wil u danken voor uw reactie en de antwoorden op mijn vragen. Uiteraard kijken we met zijn allen uit naar de uitbreiding van die verdoving, van die techniek. Nu staat die nog niet op punt voor de runderen, maar we kijken uit naar het moment dat dat wel zo zal zijn. We zullen het dossier dus zeer zeker van nabij blijven volgen.
De voorzitter
De heer Sanctorum heeft het woord.
Hermes Sanctorum-Vandevoorde (Onafhankelijke)
Minister, ook van mijn kant proficiat met de graduele overgang. Ik heb dat hier in de commissie ook steeds verdedigd. Ik vind het een heel goede zaak dat, als de resultaten goed zijn voor kalveren en er nog verder onderzoek moet worden gevoerd wat volwassenen runderen betreft, we dan eerst ook het verbod op onverdoofd slachten invoeren voor kalveren. Vergeet ook niet dat het leed bij runderen bij onverdoofd slachten nog veel groter is dan bij schapen en geiten. Ik ben dus zeer tevreden met die beslissing. Ik hoop dat het ook mogelijk is om het onderzoek zelf te kunnen inkijken. Het is misschien wel nuttig om dat materiaal door te spelen aan de leden van de commissie.
Ik heb nog twee vragen. Aangezien het bij kalveren en runderen over dezelfde soort gaat, in welke mate kan in de praktijk hard worden gemaakt, ook qua opvolging, qua controles, dat er bij kalveren daadwerkelijk wordt verdoofd en dat voor volwassen runderen dan nog de regel van het post-cut stunning geldt? Er mag dus geen misbruik worden gemaakt, waarbij wordt beweerd dat het ook volwassen runderen zijn, terwijl het eigenlijk over kalveren gaat. Hoe hard kan dat onderscheid worden gemaakt en opgevolgd?
Ik ben natuurlijk benieuwd hoe snel het zal evolueren wat de volwassen runderen betreft. Is het nog mogelijk dat dat ook tegen 1 januari 2020 ingang zal vinden, of is dat echt iets voor de langere termijn?
De voorzitter
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Het zal jullie uiteraard niet verbazen, maar wij kijken al erg uit naar de finale fase, namelijk de uitbreiding van die techniek ook voor volwassen runderen. Gezien het reeds afgelegde traject hebben we er eigenlijk wel alle vertrouwen in dat dat ook daadwerkelijk ter harte zal worden genomen en dat we daarnaar aan het evolueren zijn, maar we volgen dat uiteraard van nabij.
Tinne Rombouts (CD&V)
Collega’s, ik wil me kort aansluiten bij deze vraagstelling. Wij zijn eveneens zeer blij met het feit dat de technieken heel duidelijk worden opgevolgd, om te bekijken op welke manier men de beste technieken kan toepassen, en op welke diersoorten. In overleg met onderzoekers en de sector wordt dan bekeken hoe men dat het best en het snelst kan implementeren. Ik denk dat eenieder hier in de commissie, maar eveneens op het terrein, zich mee wil inzetten om het leed van dieren te beperken. Daarom onderstreep ik ook dat het in overleg met zowel onderzoekers als de sector moet zijn. De slechtste toepassing van een bepaalde techniek is immers nog altijd deze waarbij ze niet goed zou werken of niet goed toepasbaar is, want dan is het dierenleed ongelooflijk groot. Minister, ik denk dus dat het echt wel belangrijk is dat u in dezen ook de opvolging van onderzoek en ervaring in de sector heel belangrijk acht, om dan pas ook de stap daadwerkelijk te zetten. Niemand heeft immers enige baat bij een nieuwe techniek als ze niet goed toepasbaar is en waarbij de uitval groter is dan een gelukte toepassing ervan. Dan is het dierenleed niet te overzien. In dat licht volgen we dat onderzoek uiteraard heel graag verder mee op, en kijken we ook uit naar de toekomst.
De voorzitter
Minister Weyts heeft het woord.
Minister Ben Weyts
De studie kan ik zeker bezorgen. Wat is de volgende stap die we moeten zetten? Het grote verschil tussen kalveren en runderen is natuurlijk het gewicht, en de dosis van de elektrische schok die moet worden toegebracht. Het belangrijke element van elektronarcose is natuurlijk dat het gaat over een reversibele verdoving. Het dier ontwaakt dus binnen enkele minuten. Daarom is het belangrijk om die apparatuur precies af te stellen. Ik ga er wel van uit dat we daar ook snel mee vooruit kunnen gaan, ook op basis van de ervaringen uit het buitenland.
Hoe gaan we ervoor zorgen dat het een en ander gerespecteerd wordt? Dat doen we vanzelfsprekend via de inspecties. In slachthuizen is er een permanente aanwezigheid van een animal welfare officer, zoals u weet, en van FAVV-inspecties. Daarbovenop komen ook onze eigen inspecties. In de toekomst wordt dat systeem ook hervormd. Ik heb daar alle vertrouwen in, ook omdat het om een beperkt aantal slachthuizen gaat en omdat het om andere volumes gaat dan bijvoorbeeld bij varkens en kippen: het gaat om 350.000 kalveren per jaar. Dat valt eenvoudigweg veel gemakkelijker te inspecteren, en ik denk niet dat men er in de sector ook maar enigszins aan zou denken om de regelgeving niet toe te passen. Daar hebben ze ook geen enkele baat bij. Zij passen hun slachtlijn natuurlijk aan, en in functie van uniformiteit hebben ze er geen enkele baat bij om af te wijken van die aanpassingen. Ik zie niet in wat er zou kunnen mislopen of welke verkeerde intenties er zouden kunnen zijn.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.