Als water meer dan een dag tussen de aardappelruggen staat, is het gewas verloren. Hagel kan plantjes kortwieken. En de extreme droogte van vorig jaar, met groeistagnatie en meer ellende als gevolg, staat nog helder op ieders netvlies. Het succes van buiten telen, is voor een heel groot deel afhankelijk van het weer. Preventie is noodzakelijk en boeren doen hun best, maar tegen het weer valt niet altijd op te boksen. Een bui van 100 millimeter is overmacht. De schademeldingen zijn tekenend voor de excessen die het weer veroorzaakt: in 2018 waren er 3 keer meer meldingen bij grote verzekeraars dan het jaar ervoor.
Kosten van premie
Akkerbouwers willen zich indekken tegen de schade die extreem weer veroorzaakt, maar lopen aan tegen de kosten van de premie. Daar wordt aan gewerkt, waardoor het draagvlak groter wordt en de verzekering beter betaalbaar. Ook is er onduidelijkheid over voorwaarden en reglementen, zoals het meten van neerslaghoeveelheden en de vergoedingswijze.
2 aanbieders
Voor teeltseizoen 2019 heeft akkerbouwend Nederland 2 aanbieders van de brede weersverzekering; Vereinigte Hagel en Agriver. Deelnemers komen voor maximaal 65% tegemoetkoming van de premie in aanmerking als zij bij de Gecombineerde opgave – deadline 15 mei – een vinkje zetten bij de verzekeraar van hun keuze. De subsidiepot bedraagt € 15 miljoen.
Waterschade in de aardappelen, september 2010. Op 26 augustus viel 140 millimeter op 1 dag en dat laat sporen na. De bovenkant van de aardappel ziet er nog wel goed uit, maar omgedraaid blijken ze compleet verrot. Heftige buien lijken steeds vaker voor te komen.
Afschaffing van assurantiebelasting
Ondanks die subsidie zijn de premies een grote investering voor de agrarisch ondernemer. Bedragen van zo’n € 200 per hectare voor uien in de Noordoostpolder. Maar de noodzaak dringt zich met de risicovolle weersextremen steeds meer op en anderzijds wordt er gewerkt aan aantrekkelijker verzekeringen.
Een maatregel is het afschaffen van de assurantiebelasting van 21%. Voor 2019 is dat niet gelukt, maar de pijlen zijn erop gericht om dat voor seizoen 2020 te hebben geregeld. Brussel moet hiervoor goedkeuring geven. Dat geldt ook voor de toepassing van de Omnibus-regeling van de EU; een lager eigen risico, verlaging van de schadedrempel van 30 naar 20% en verhoging van de subsidie van 65 naar 70%. Andere landen maken hiervan al gebruik.
Opbrengstderving door extreme droogte in de zaaiuienoogst van 2018. Op dit perceel in het Zeeuwse Zierikzee bleef de opbrengst steken bij slechts 10 ton per hectare. Sommige percelen zijn zelfs ondergewerkt, omdat oogsten geen nut meer had.
‘2020 wordt beter’
“Voor 2019 ziet de brede weersverzekering er positief uit”, zegt Jan Schreuder, directeur van Vereinigte Hagel. “En als het gaat zoals we hopen, wordt 2020 nog beter. Dan wordt het voor heel veel telers interessant om zich in de brede weersverzekering te verdiepen. We zijn op de goede weg, we willen een gelijk speelveld voor alle telers in Europa.”
Vereinigte Hagel sorteert op de plannen voor, door al dit seizoen als optie de schadedrempel voor water te verlagen van 30 naar 8%. “Onze leden vragen daarom, dus bieden we dat aan”, verklaart hij. “Het maakt nogal wat uit of je uitkering krijgt bij 30 of 8% schade van de oppervlakte van een perceel. Maar de marges zijn krap in de sector en die 30% schade kan je hele winst betekenen. Je sluit een brede weersverzekering af om je bedrijf te kunnen voortzetten bij grote schades. Dat is het doel, dat product bieden we. Goede voorwaarden zijn daarbij belangrijk.”
Meer animo
De aanvragen komen tot begin juni binnen, maar overal in de akkerbouw wordt meer animo gevoeld voor een brede weersverzekering.
Schreuder: “Telers zonder verzekering die het afgelopen jaar schade hadden of collega’s zagen met schade willen het risico nu toch afdekken. Iedere teler doet zijn uiterste best om zich tegen extreem weer te beschermen, maar soms sta je machteloos. Als er geen water is, is er geen water. Daardoor voorzien we opnieuw een groei van het verzekerde areaal.”
Vereinigte Hagel verwacht de positie van marktleider uit te breiden. In 2018 waren er meer verzekeraars op de markt. Dit jaar is er dus minder concurrentie. Plus meer kans op deelnemers door de groei, die doorzet vanaf 1.700 in 2017 naar ruim 1.800 in 2018.
Gedifferentieerde premies
Agriver gaat dit jaar werken met gedifferentieerde premies in de brede weersverzekering. Wie meer risico loopt, betaalt meer. Directeur Marien Boersma spreekt over ‘een gezonde belangstelling voor ons gedifferentieerde product’. Vereinigte Hagel differentieert al sinds 2010. “Wel zo eerlijk toch?”, vindt Schreuder. “We passen dat niet jaarlijks aan, we voeren geen ad-hoc beleid. 1 jaar is geen jaar.”
Hij kan niet zeggen waar telers het meest betalen. “Dat verschilt per gewas, per weerrisico en per gemeente.”
Geringe groei
Ook Teun de Jong van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) voorziet een geringe groei van het aantal deelnemers aan de brede weersverzekering. “Maar de echte doorbraak zit er nog niet in. Daarvoor moet de balans tussen kosten en risico worden verbeterd. Beginnend met het afschaffen van de assurantiebelasting erop, misschien over 2019 met terugwerkende kracht. Dan wordt het een stukje beter betaalbaar. Vervolgens hopen we dat de verzekeraars de voorwaarden zover oprekken dat de verzekering bruikbaar wordt.”
‘Goed kijken wat je tekent’
Zo is er onduidelijkheid over schadevergoeding; wordt de financiële opbrengst per hectare meegenomen? “Heb je een sommenverzekering, met maximaal uitbetaald bedrag, of een schadeverzekering, daar gaat het om”, weet De Jong. “Je moet dus goed kijken naar het type verzekering waarvoor je tekent.”
Bij akkerbouwers leven verder vragen over de verhoudingen tussen theorie en praktijk. Zoals het vaststellen van wateroverlast of droogte; de dichtsbijzijnde weerpaal hoeft niet representatief te zijn voor jouw bedrijf. En de vraag of beregenen kan worden beloond, aangezien daarmee vaak schade wordt beperkt.
Breed gedragen, goedkopere verzekering
De overheid heeft voor 2019 niet veel aan de brede weersverzekering veranderd, weet Jaap van Wenum van LTO Akkerbouw. Hij ziet de groeiende belangstelling bij zijn achterban en ziet het liefst een breed gedragen, goedkopere verzekering. “In de bestaande budgetten voor de weersverzekering is nog geld beschikbaar en daarnaast kunnen we kijken naar provinciale geldpotjes in POP-programma’s die niet zijn benut. Ook moeten we kijken naar samenwerking met omringende landen, dat kan het goedkoper maken.”
Maar hij pleit vooral voor meer individuele buffermogelijkheden. “Een verzekering is niet het ideale product. Het is voor boeren beter als ze in goede jaren geld fiscaal aantrekkelijk kunnen wegzetten, zodat ze dat kunnen aanspreken in een slecht jaar. Ik hoop dat we hierin met het landbouwministerie stappen kunnen zetten.”