Het 6de mestactieplan voor de periode 2019-2022 (MAP 6) moet ervoor zorgen dat minder nitraten en fosfaten uit meststoffen in het water terechtkomen. Dat is nodig om de waterkwaliteit in Vlaanderen te verbeteren en in lijn te brengen met de Europese doelstellingen. Het nieuwe mestactieprogramma legt de klemtoon op het uitvoeren van goede bemestingspraktijken volgens het 4J-principe: bemesten doe je met de juiste dosis, de juiste mestsoort, op het juiste tijdstip en met de juiste bemestingstechniek.
“Goede bemestingspraktijken, volgens het principe van de 4J’s, zijn essentieel om lage nitraatresidu’s te realiseren en bij te dragen aan een verbetering van de waterkwaliteit”, aldus Toon Denys, gedelegeerd bestuurder van de Vlaamse Landmaatschappij.
Gebiedsgerichte maatregelen
Regionale en lokale verschillen in de waterkwaliteit vereisen verschillende maatregelen. In gebieden waar nog een grote verbetering van de waterkwaliteit moet gerealiseerd worden, zijn strengere maatregelen nodig dan in gebieden waar de waterkwaliteitsdoelstellingen bijna of al gerealiseerd zijn. Daarom wordt in MAP 6 de overstap gemaakt naar een nieuwe, meer verfijnde indeling van Vlaanderen in 4 gebiedstypes:
- gebiedstype 0: waterkwaliteitsdoelstelling is gehaald
- gebiedstype 1: waterkwaliteitsdoelstelling is in zicht
- gebiedstype 2: middelgrote afstand tot de waterkwaliteitsdoelstelling
- gebiedstype 3: grote afstand tot de waterkwaliteitsdoelstelling
Die nieuwe indeling in gebiedstypes, vervangt de vroegere afbakening van de focusgebieden. Vanaf 14 juni kunnen de landbouwers de nieuwe gebiedstypes raadplegen op het e-loket Landbouw en Visserij.
In de gebiedstypes 1, 2 en 3 moeten waar mogelijk tegen 15 september vanggewassen worden ingezaaid na de oogst. In de gebiedstypes 2 en 3, goed voor 40% van het areaal landbouwgrond, wordt de maatregel in verband met de vanggewassen nog verder aangescherpt en worden bijkomende maatregelen opgelegd. Zo geldt daar ook een lagere bemestingsnorm voor werkzame stikstof en moet het transport gebeuren met erkende mestvoerders met AGR-GPS na 1 augustus. Om innovatie te stimuleren kunnen landbouwers in de toekomst ook kiezen voor equivalente maatregelen, als alternatief voor bovenstaande gebiedsgerichte maatregelen. Ook landbouwers die via een positieve evaluatie van het nitraatresidu op hun bedrijf aantonen dat ze goed werken, kunnen vrijgesteld worden van bepaalde maatregelen.
Versterkte handhaving
De bestaande generieke maatregelen worden versterkt door een doeltreffende handhaving. “Voor de Mestbank is een betere opvolging van het kunstmestgebruik prioritair. Daarnaast blijft de nitraatresidubepaling de belangrijkste indicator voor een oordeelkundige bemesting”, aldus Bart De Schutter, afdelingshoofd van de Mestbank. Daarom wordt een digitaal kunstmestregister ingevoerd voor landbouwers en kunstmesthandelaren. Uitbaters van mestverwerkingsinstallaties zullen debietmeters moeten installeren om hun werking te staven.
Verder zet de Mestbank in op de optimalisatie van de bestaande controleprocessen. Gerichte bedrijfsdoorlichtingen na risicoanalyse, terreincontroles en nitraatresiducontroles blijven belangrijk voor de Mestbank. Een goed toezicht op de naleving van de mestwetgeving, gekoppeld aan een proportionele sanctionering, is immers het sluitstuk van het mestbeleid.
Begeleiding blijft belangrijk
Oordeelkundig bemesten is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de landbouwer. Opdat de landbouwer in staat is dat zo goed mogelijk te doen blijven begeleiding en advisering van belang. Om de kwaliteit van de bemestingsadviezen te verbeteren en de toepassing ervan door de landbouwers te verhogen, zal vanaf 2021 een certificering voor de bemestingsadvisering uitgerold worden. Kennisdeling over de juiste bemestings- en landbouwpraktijken is cruciaal om een verbetering van de waterkwaliteit te realiseren.
Verlenging van de derogatie op komst
Met de goedkeuring van MAP 6, ligt de weg open voor een verlenging van de derogatie voor de periode 2019-2022 door Europa.
Dankzij derogatie kunnen landbouwers een groter aandeel van de gewasbehoefte invullen met dierlijke mest, wat past binnen de filosofie van een meer circulaire landbouw.
De Europese Lidstaten hebben in het nitraatcomité van 27 maart 2019 al een positief advies gegeven over de Vlaamse derogatie. Nu moet de Europese Commissie het derogatiebesluit nog definitief goedkeuren, waarna het kan geïmplementeerd worden in Vlaamse wetgeving.
Informatieverstrekking en acties Mestbank
Het Mestactieprogramma is beschikbaar op de VLM-website, in de rubriek over MAP 6. Die rubriek wordt stelselmatig aangevuld, onder andere met antwoorden op veel gestelde vragen.
Alle landbouwers ontvangen midden juni een e-mail of brief met meer informatie over wat MAP 6 voor hen concreet inhoudt.
De Mestbank organiseert op 6 juni een infosessie voor landbouwconsulenten in Brussel.
Enkele weken later volgen infosessies voor de landbouwers, verspreid over Vlaanderen.