|
01 jun 2019 |
10:01 |
|
H3N1-virus houdt lelijk huis
Het laagpathogene H3N1 vogelgriepvirus houdt de Vlaamse pluimveesector in een alsmaar sterkere wurggreep. Sinds de eerste uitbraak begin april loopt de teller op tot ruim 50 besmette bedrijven. Deze bevinden zich voornamelijk in West-Vlaanderen, en op de grens met Oost-Vlaanderen.
|
Na leghennenbedrijven, vermeerderingsbedrijven, kalkoenbedrijven en een struisvogelbedrijf, is er nu ook een eerste vleeskuikenbedrijf waarbij dieren klinische symptomen vertonen. Voorheen werd het virus al op enkele vleeskuikenbedrijven geconstateerd, toen echter zonder duidelijke klinische verschijnselen.
Dat meldt het Vlaamse vakblad Pluimvee van belangenbehartiger de Landsbond donderdagmorgen 30 mei in haar wekelijkse nieuwsbrief.
Influenzavirussen kunnen beschouwd worden als een minuscule sferische bolvorm waarbij de uitsteeksels bestaan uit specifieke eiwitten. Grieptype A, waartoe de influenzavirussen behoren, hebben twee specifieke en bepalende eiwitten met name Hemagglutinine en Neuraminidase, vandaar de afkorting H en N, aan de buitenzijde van hun bolstructuur.
Er zijn 15 H-types en 9 N-types bekend en in totaal zijn er 135 verschillende combinaties mogelijk. Meer dan 80 zijn ervan al vastgesteld, de meeste hiervan bij wilde vogels. De H antigenen bepalen vooral het ziekmakend vermogen omdat ze een rol spelen bij de binding van de celmembranen van pluimvee. De N antigenen spelen een belangrijke rol in het loskomen van het virus en dus voor de verspreidingsdruk.
H3N1, laagpathogeen met hoogpathogene kenmerken
Laagpathogene varianten, niet van het H5- of H7 subtypes, worden soms teruggevonden bij controle onderzoeken. Deze varianten zijn nagenoeg volkomen onschadelijk, enig wettelijk kader voor dergelijke varianten is tot op heden dan ook nooit aan de orde geweest. Alsook dit H3-virus gedraagt zich zicht, althans bij jonge dieren, als een laagpathogeen (cfr. Pathogeniciteitstest Sciensano: 0,13 (< 1,2)). Ondanks dat dit H3N1-virus een laagpathogene vogelgriepstam is, vertoont het bij productiedieren klinische symptomen die atypisch zijn voor een laagpathogeen:
Het virus is echter wel volledig onschadelijk is voor de mens en de voedselketen, benadrukt de Landsbond.
Vanaf het moment dat duidelijk was dat het virus klinische symptomen van dien aard vertoonde en het aantal besmette pluimveebedrijven in rap tempo toenam, wilde de Vlaamse pluimveesector actie ondernemen. De sector zat begin april aan tafel met het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) om het probleem aan te kaarten en maatregelen te vragen om dit probleem in de kiem te smoren. „Het probleem escaleerde echter en op de beperkte maatregelen van het Ministerieel Besluit van 16 mei na, die de bioveiligheid moest verhogen en de mestafvoer van besmette bedrijven regelt, blijven afdoende maatregelen alsnog uit”, aldus belangenbehartiger Landsbond Pluimvee.
„De Landsbond verdedigt altijd het collectieve belang. Daarom oppert de Landsbond nog steeds, net als andere belangenorganisaties, voor de enige correcte aanpak om zowel de sector zelf, als de getroffen bedrijven te ondersteunen. Dit door te ijveren voor een gecoördineerde bestrijding vanuit het FAVV en met een vergoeding vanuit het sanitair fonds voor het vergoeden van de dieren en waarbij de operationele kosten gedragen worden door de federale overheid. Dit zoals Minister Ducarme had vooropgesteld in zijn persbericht van 10 mei en ondertussen ook zijn verantwoordelijkheid heeft in het feit dat een ooit zo lokale probleemsituatie is uitgegroeid tot dergelijke proporties.”
Wettelijk kader ontbreekt
Het voornaamste probleem is echter dat de laagpathogene H3 niet op de lijst van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) of op de Europese lijst van te bestrijden ziekten staat. Hierdoor ontbreekt elk wettelijk kader waardoor een vergoeding vanuit het Sanitair Fonds gezien zou kunnen worden als illegale staatsteun en dit nadien teruggevorderd zou worden van de getroffen bedrijven.
Desondanks is het voor De Landsbond onbegrijpelijk dat er voor een virus dat zo’n verspreidingskarakter vertoont, dermate imposante proporties aanneemt en dergelijke klinische symptomen vertoont, er geen uitzondering zou kunnen gemaakt worden vanuit Europa. Daarom bekijkt de Landsbond via hun Europese contacten verder op basis van welke zaken er geen uitzondering zou kunnen gemaakt worden of welke zaken er eventueel kunnen gebeuren om alsnog een uitzondering te kunnen verkrijgen. Vooralsnog is er hier geen verdere duidelijkheid over.
Extra maatregelen
Om de verdere verspreiding van het virus te voorkomen, komen er extra maatregelen. Hiervoor zit de sector begin volgende week samen met de bevoegde instanties.
Het wordt volgens de Landsbond hoogtijd dat de kaarten op tafel worden gelegd. „De sector is heel meegaand en heeft enige tijd geleden al de garantie gegeven dat indien de sector over onvoldoende middelen beschikt, deze de komende jaren terugbetaald worden. Al dient er dan nu gehandeld te worden. De sector kan het niet veroorloven om een blanco cheque uit te schrijven. Niet alleen de sector heeft in deze zijn verantwoordelijkheid, maar ook andere instanties/organisaties moeten dringend ‘out of the box’ beginnen te denken en actie ondernemen.”
„In afwachting van afdoende maatregelen vragen wij aan alle partijen binnen de sector de hoogste bioveiligheidsmaatregelen op te leggen zoals al eerder vermeld. Hierbij vragen wij extra aandacht voor rollend en overig materiaal, zeker van derden, om dit niet op het erf te brengen alvorens dit grondig (twee keer) gereinigd en ontsmet is met een erkend ontsmettingsmiddel”, aldus de Landsbond.
|
|
|
|