|
06 jun 2019 |
08:15 |
|
Puur natuur?
Ze hebben bij veel consumenten geen goede naam, de E-nummers op de etiketten van voedingswaren. Achter E102 of E621, bijvoorbeeld, schuilen een gele kleurstof en een smaakversterker. Die zijn niet gevaarlijk – tenminste, als de producenten de voorgeschreven limieten niet overschrijden. Maar het routinetoezicht op voedseladditieven in bedrijven die ermee werken, loopt mank in ons land. Het Federaal Voedselagentschap (FAVV) doet dat sinds 2016 alleen nog maar ‘nu en dan’, schrijft de Europese Commissie in een auditrapport dat nu is gepubliceerd.
|
In november vorig jaar ging de Europese Commissie na hoe goed de officiële controle op ‘voedselverbeteraars’ is. De Europese auditeurs trokken daarvoor samen met FAVV-inspecteurs naar negen bedrijven die voedseladditieven importeren, mengen, verdelen of verwerken.
Net als bij eerdere Europese audits bleek ook deze keer dat de FAVV-inspecties niet alle tekortkomingen oppikken. Bij deze audit was de meest opmerkelijke vaststelling dat een bedrijf voor vleesbereidingen een voedseladditief gebruikte dat niet toegelaten is. Dat werd niet gecontroleerd en dus niet gedetecteerd door het FAVV.
‘Een goede controle op de bestaande wetgeving is belangrijk om bij de bevolking de ongerustheid rond voedseladditieven weg te nemen’, zegt Bruno De Meulenaer, professor aan de onderzoeksgroep Levensmiddelenchemie van de UGent. ‘Als signaal dat de vastgelegde limieten veilig zijn en dat de overheid erop toeziet dat ze worden nageleefd. De controle ter plaatse, in bedrijven, is daarbij het meest effectief.’
Maar al sinds 2016 zijn de inspecteurs bij het FAVV bij inspecties in bedrijven niet meer verplicht om te controleren of zij zich aan de regels rond additieven houden. Op de checklists die de inspecteurs invullen, zijn die items geschrapt. Controles zijn er alleen als een inspecteur daartoe zelf het initiatief neemt.
Tegenover de Europese Commissie legde het FAVV uit dat door de complexe regelgeving de controle op voedseladditieven vaak tot lange discussies met de bedrijven leidde. ‘De regelgeving is te complex en we vragen aan de Europese Commissie om ze te verduidelijken’, zegt een woordvoerder van het FAVV.
Ter vervanging van de items op de checklists had het FAVV al in 2016 het plan om een team op te richten dat specifieke inspecties uitvoert rond voedseladditieven. Maar dat team is er nog altijd niet. Het FAVV wil nu personeel aannemen en opleiden.
‘Als er klachten zijn of internationale meldingen rond voedseladditieven, controleren we de bedrijven wel’, klinkt het nog.
Het FAVV wijst ook op zijn labo-analyses waarbij bijvoorbeeld specifiek op sulfiet in gehakt wordt getest. De overgrote meerderheid van de stalen is conform. Het aantal analyses is wel gedaald.
|
|
|
|