Elk jaar opnieuw is het inkomen van de landbouwer onzeker. De omvang van de oogst is immers sterk afhankelijk van het weer en door de klimaatverandering belooft dat er niet op te verbeteren. Bij periodes van lange droogte, hevige regenval, uitzonderlijke hagelschade of wat dan ook ving het Rampenfonds dat op. Maar daar wil de Vlaamse regering van af. De meerderheidspartijen hebben daarover een akkoord bereikt.
Via dit fonds droeg de overheid tot op heden een grote hap van de kost na een natuurramp. Het Rampenfonds, dat in veel mindere mate ook bij andere calamiteiten aangesproken werd, voorzag daarin. In 2016 betrof maar liefst 97,3% van het aangevraagde schadebedrag landbouwgerelateerde schade. De overheid heeft nu een regeling uitgewerkt waarbij de private verzekeringsmarkt dat risico zal overnemen.
Premie tot maximaal 65% terugbetaald
Voor de afbouw van het Rampenfonds heeft het een overgangsperiode van vijf jaar voorzien. De vergoedingen onder dit fonds worden stelselmatig afgebouwd, zodat gelijktijdig de ontwikkeling van een private verzekeringsmarkt mogelijk wordt. Het vermijdt dat omwille van een te snelle overgang landbouwers onverzekerd zouden achterblijven. De sector is immers nog onvoldoende vertrouwd met een private weersverzekering.
Als aanmoediging om een private weersverzekering af te sluiten, krijgen landbouwers tijdens de eerste jaren de premie tot maximaal 65% terugbetaald.
De tussenkomsten voor teeltschade worden afgebouwd in een periode van vijf jaar. Die tussenperiode wordt gekoppeld aan een verzekering. Tot nu toe is het zo dat mensen die de voorbije twee jaar een dossier hebben ingediend voor droogte, konden genieten van 80% tussenkomst vanuit het landbouwrampenfonds voor de geleden schade op voorwaarde dat ze een verzekering hebben afgesloten betreffende ongunstige weersomstandigheden. In de huidige situatie gaat het om een hagelverzekering, want dat is de enige verzekering die op de markt is in Vlaanderen op dit moment. Naar de toekomst toe zal dat een brede weersverzekering zijn.
Vanaf 1 januari 2020 zal het zo zijn dat als tussen 25 en 50% van het areaal verzekerd is, je voor niet-verzekerd areaal kan rekenen op de steun van het rampenfonds, maar met een maximum van 40%. Dat wordt afgebouwd naar 32%, 24%, 16%, 8% en uiteindelijk 0 % vanaf 1 januari 2025. Wie voor meer dan 50% van het areaal verzekerd is, zal een vergoeding krijgen voor de niet-verzekerde teelten van maximum 80%. Die wordt evengoed in die periode van vijf jaar afgebouwd naar 64%, 48%, 32%, 16% en uiteindelijk 0 % vanaf 1 januari 2025. Dat maximum van 80% is het gevolg van een Europese wetgeving waarop we moeten zien dat we binnen het Europese kader voldoen aan de regels rond staatssteun. Als er verboden staatssteun wordt uitgekeerd, bekijkt Europa dat als verdoken landbouwsubsidie.
Premie
Vraag wordt: vergoeding naar opbrenst- of inkomensverlies??
Op basis van inkomensverlies: heb je met andere woorden een opbrengstverlies van 30%, maar verdubbelen de prijzen, dan is er geen inkomensverlies en is er dus geen tussenkomst van de verzekering. De laatste tijd helt de discussie echter weer over naar productieverlies omdat het verhaal van inkomensverlies heel moeilijk te becijferen is.
Hoe de schade moet bepaald worden, mogen de privéverzekeraars zelf bepalen. Hierbij mogen ze gebruik maken indexen, rekenmodellen, drone-beelden, ... ook dat zal in de individuele polissen bepaald worden. Ten slotte moet de verzekering altijd aangegaan worden voor een periode van 12 maanden, dus enkel een teeltperiode verzekeren kan niet. De startmaand kan je wel bepalen.
Sneller uitbetaald na schadegeval
Ondanks de extra kost van deze bijkomende verzekering zijn er ook voordelen voor de landbouwer. Het Rampenfonds dekte als noodfonds slechts een beperkt deel van de opgelopen schade. Door de administratieve rompslomp moesten de getroffenen vaak twee tot drie jaar wachten op een eventuele vergoeding. Een private verzekering zal op dit vlak een aanzienlijke vooruitgang betekenen.
Nieuw: indexverzekeringen op basis van statistieken
Datagedreven verzekeringsoplossingen
De Vlaamse landbouw- en verzekeringssector focust vaak op de klassieke ‘hagelpolissen’ of ‘brede weersverzekeringen’. Ook de nieuwe subsidieregeling richt zich op deze interpretatie van klassieke zaakschadeverzekeringen. Bij mogelijke schade wordt een expert het veld ingestuurd om de effectieve schade te begroten.
In onze buurlanden en elders in Europa zijn er alternatieven beschikbaar, zoals parametrische of indexverzekeringen. Hierbij wordt een mogelijke productietekort eenvoudigweg vastgesteld door middel van vooraf overeengekomen statistieken (of op basis van satellietbeelden) en dit vaak ongeacht de onderliggende schadeoorzaak.
Voor de leden van erkende producentenorganisaties in de groente- en fruitsector subsidieert de Europese Unie de premies bovendien reeds tot 50%
Polissen
Het zal als landbouwer heel belangrijk zijn om, als men een aanbod krijgt, heel goed die polis na te kijken. Polissen kunnen onder elkaar verschillen. Zo kan een goedkopere polis een verzekering zijn tegen inkomensverlies, en bij een iets duurdere polis alle productieverlies in aanmerking komt.
Brede weersverzekeringen die aan de subsidievoorwaarden voldoen, komen in aanmerking voor een premiesubsidie. Je kan ook een private verzekering afsluiten en verzekerd zijn vanaf 10% opbrengstverlies, maar dit houdt een premieverhoging met zich in. Een duurdere polis met minder risico zal dus minder gesubsidieerd worden.
Tegen 30 juni moeten de verzekeraars hun aanvraag tot goedkeuring van een polis indienen bij de Vlaamse overheid. Een aantal verzekeraars zullen mee intekenen, o.a. Vanbreda Risk & Benefits, HagelUnie, Vereinigte Hagel, ... Tegen 30 september zal de overheid bekendmaken welke polissen zijn goedgekeurd en op dat moment zal je als landbouwer kunnen intekenen op die polissen.
Wordt vervolgd