|
04 jul 2019 |
10:13 |
|
Tijdelijk verkeersverbod in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken
De Minister van Natuur en Landelijke Aangelegenheden,
Gelet op het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek, inzonderheid op artikel 14;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2009 betreffende de inwerkingtreding en de uitvoering van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek, artikel 19, lid 1, 5° ;
|
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, en 84, § 1, lid 1, 3° ;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid verantwoord is door het feit dat de sanitaire crisis die de Afrikaanse varkenspest is, een ernstige, zeer snel evoluerende crisis is, die vereist dat beslissingen onmiddellijk dienen te worden genomen;
Overwegende dat het wetenschappelijk advies van het wetenschappelijk comité van het FAVV betreffende het risico op introductie van Afrikaanse varkenspest in varkensfokkerijen, gepaard gaand met de hervatting van de werkzaamheden in de bossen uit gebied II (wildgebied besmet met de ziekte) op 4 juni 2019 is uitgebracht ; dat dit essentiële informatie is, die de besluitvorming, zoals vastgesteld in dit besluit, kan beïnvloeden en ondersteunen ;
Overwegende dat er, wegens de stijging in de wilde zwijnenpopulatie ten gevolge van de geboorten op het einde van de lente en bij het begin van de zomer, een piek in de epidemie van Afrikaanse varkenspest wordt verwacht onder deze populatie in het gecontamineerde gebied, nadat de uitbreiding van de epidemie dankzij de door het Waals Gewest aangenomen maatregelen ter bestrijding van de verspreiding en de transmissie ervan in een periode van rust was getreden ;
Overwegende dat de beslissingen die dit ministerieel besluit belichaamt eveneens de vrucht zijn van een dagelijkse reflectie, met verdere input uit gegevens te velde ingezameld met betrekking tot de evolutie van de ziekte met het oog op de grootschalige vernietigingsverrichtingen via het plaatsen van vallen en het houden van nachtschoten, het verrichten van de opsporing en afvoer van de karkassen, en op de resultaten bereikt via het uitvoeren van de bioveiligheidsmaatregelen ;
Overwegende dat deze verschillende parameters evolueren en dat een volledige anticipatie onmogelijk is ;
Overwegende dat er dus een ministerieel besluit dient te worden aangenomen, met bepalingen die aangepast zijn aan meest up-to-date gegevens te velde en dat zij bij een termijn van dertig dagen voor het verzoek om adviesverlening door de afdeling wetgeving van de Raad van State reeds voorbijgestreefd zouden zijn ;
Overwegende dat tegemoet is gekomen aan de dringende noodzakelijkheid met betrekking tot deze verschillende elementen ;
Gelet op advies nr. 66.374/4 van de Raad van State, gegeven op 26 juni 2019, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat, overeenkomstig Richtlijn 2002/60 van de Raad van 27 juni 2002 houdende specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met betrekking tot gecontamineerdelijke varkensverlamming (Teschenerziekte) en Afrikaanse varkenspest, de bevestiging, op 13 september 2018, van een primair geval van Afrikaanse varkenspest onder wilde zwijnen op een deel van het grondgebied van het Waalse Gewest de Regering ertoe noopt, onmiddellijk meerdere maatregelen te nemen om de verspreiding van de ziekte af te remmen, waaronder de afbakening van een besmet gebied en aangepaste, daar toe te passen, maatregelen ;
Overwegende dat deze bepalingen aangepast kunnen worden naarmate de sanitaire toestand evolueert ;
Overwegende dat de beoogde bepalingen, wanneer aangenomen, vastgesteld worden aan de hand van de aanbevelingen van de Europese deskundigen gespecialiseerd in de beheersing van Afrikaanse varkenspest ;
Overwegende dat het leefmilieu en het leefgebied van de soort wild zwijn, als enige soort die besmet kan worden met het virus van de Afrikaanse varkenspest, hoofdzakelijk het bosmilieu is ;
Overwegende dat het behoud van het bosverkeer een reëel risico inhoudt op verspreiding van het virus naar niet besmet bosgebied, en dus een nog hoger risico inhoudt op een verspreiding naar kweekvarkensfokkerijen ;
Overwegende dat een onaangepast beheer van de ziekte tot catastrofale en rampzalige economische gevolgen zou leiden over het gehele grondgebied van het Waals Gewest en, ruimer nog, het Koninkrijk België ;
Overwegende dat voorzichtigheid geboden is door de epidemie in te dammen en dienovereenkomstige strikte maatregelen aan te nemen ;
Overwegende dat een geheel bosverkeersverbod bijgevolg bevolen is ;
Overwegende dat het beheer van de ziekte evenwel vereist dat toegang wordt verleend tot het besmet gebied, voor de personen die met de ziektebestrijding zijn belast ;
Overwegende dat deze bestrijding de vorm aanneemt van verschillende maatregelen, aangenomen door het Gewest, waaronder met name grootschalige vernietigingsverrichtingen bij het zetten van vallen en verrichten van nachtschoten, het oprichten van meer dan 190 km lange omheiningen, intense opsporings- en afvoerverrichtingen van de karkassen van de wilde zwijnen en de uitvoering van bioveiligheidsmaatregelen ;
Overwegende dat het doeltreffend is om gelijktijdig de epidemie in te perken en aangepaste bestrijdingsmaatregelen te namen voor zover de resultaten van het uitzetten van vallen en het sterftecijfer onder de wilde zwijnen, vastgesteld in de loop van de tweede helft van het eerste halfjaar van 2019, op een afzwakken van de geografische uitbreiding van de epidemie wijzen ;
Overwegende dat uit de laatste tellingen te velde, tijdens die periode verricht, een daling blijkt in de concentratie van wilde zwijnen sinds het aantreffen van het eerste geval van Afrikaanse varkenspest ;
Overwegende dat de evolutie van de epidemie evenwel gerelativiseerd dient te worden voor zover de periode waarin de lente eindigt en de zomer begint juist na de worptijd komt ;
Overwegende dat de wilde zwijnenpopulatie aanzienlijk is toegenomen en nog gaat toenemen met meer uitwisselingen tussen groepen individuen, zoals dat inherent is aan de biologie van de soort ;
Overwegende dat de arealen van de leefruimten geleidelijk gaan toenemen ;
Overwegende dat die ruimere interacties en verplaatsingen wegens de actieve epidemie in het bosmilieu onvermijdelijk, volgens epidemiologische analyses, een groei zullen teweegbrengen in de epidemie, wegens een nieuwe piek in het sterftecijfer met een hoger aantal kadavers en dus een verhoogd spreidingsrisico voor de Afrikaanse varkenspest (European Food Safety Authority (EFSA), Epidemiological analyses of African swine fever in the European Union (November 2017 until November 2018, doi :10.2903/j.efsa.2018.5494);
Overwegende dat het Waals Gewest het aan zich verplicht is om alle inspanningen vol te houden en alle tot dan aangenomen maatregelen in stand te houden om de strijd tegen de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te bestendigen en de ziekte zo spoedig mogelijk uit te roeien ;
Overwegende dat dit een zaak is van bescherming van het algemeen nut ;
Overwegende dat er evenwel, mits enkele voorzorgs- en bioveiligheidsmaatregelen, afgeweken dient te worden van dat algemeen verkeersverbod in de bossen voor een beperkt aantal rechthebbenden met het oog op de openbare veiligheid of de bereikbaarheid van bepaalde woonsten;
Overwegende dat talrijke activiteiten van het type bosbouw, landbouw, visteelt en toerisme onder het algemeen verkeersverbod in bos en woud, nodig voor de inperking van de epidemie van Afrikaanse varkenspest, lijden ;
Overwegende dat de beoordeling van de toekenning van een afwijking met individuele reikwijdte met behulp van wetenschappelijke onderzoeken gebeurt met het oog op het mogelijk maken van een hervatting van deze activiteiten zonder dat dit de bestrijdingsmaatregelen mag aantasten met het oog op de bescherming van het algemeen nut ;
Overwegende dat de in het geding zijnde belangen afgewogen moeten worden ;
Overwegende dat een advies in verband met het risico op introductie van Afrikaanse varkenspest in de varkensfokkerijen, gepaard gaan met werkhervattingen in de bossen van zone II (met de ziekte besmet), is aangevraagd bij het wetenschappelijk comité van het FAVV om te bepalen of een hervatting van activiteiten en uitbatingen in de bosbouw rekening houdend met de evolutie van de epidemie te overwegen valt ;
Overwegende dat dat advies (sneladvies nr 09/2019 - Risico op introductie van Afrikaanse varkenspest (AVP) in varkensbedrijven gelinkt aan het hernemen van bosbouw-werkzaamheden in zone II (wilde fauna geïnfecteerd met AVP) (dossier SciCom 2019/10)) uitgebracht is door het wetenschappelijk comité van het FAVV, op 4 juni 2019 ;
Overwegende dat het wetenschappelijk comité van het FAVV het risico op indirecte transmissie via de personen en het materieel naar niet-gecontamineerde gebieden via de hervatting van bosbouwactiviteiten (namelijk, voor bereiding van de bodems - met inbegrip van het aanbrengen van bodemverbeteraars, het aanplanten en inzaaien, het snoeien, het merken van bomen in dunning en bosuitbating) als gematigd labelt, namelijk niveau 3 op 4 in de risicobepalingsschaal ;
Overwegende dat het wetenschappelijk comité van het FAVV luidens advies momenteel afraadt « om de bosbouwwerkzaamheden te hervatten en dit niet wegens het risico op introductie van het virus in de varkensbedrijven en vooral wegens het risico op verdere verspreiding van het AVP virus in de wilde fauna » ;
Overwegende dat deze overweging en de geuite aanbeveling verantwoord zijn « gezien het invasieve karakter van de bosbouwwerkzaamheden [en de] aanzienlijke kans om in contact te komen met gecontamineerd materiaal » ;
Overwegende dat de activiteiten en uitbatingen van het type bosbouw in het bosmilieu uitgevoerd worden, namelijk daar waar de epidemie het meest actief en virulent is ;
Overwegende dat de meeste dood aangetroffen wilde zwijnen, positief bevonden op Afrikaanse varkenspest (96,4%), op datum van 3 juni 2019, aangetroffen zijn in het bosecosysteem of in de vochtige gebieden, namelijk daar waar de bosbouwactiviteiten en -uitbatingen uitgevoerd worden ;
Overwegende dat de wilde zwijnen die met de Afrikaanse varkenspest zijn besmet, immers door de koorts waaraan ze lijden, koele en vochtige gebieden opzoeken om er te sterven ;
Overwegende dat het wetenschappelijk comité van het FAVV verder in zijn advies nog aanstipt dat Het aantal aannemers die de beoogde bosbouwwerkzaamheden uitvoert beperkt is waardoor ze zichzelf en hun materiaal dienen te verplaatsen tussen verschillende exploitatiesites verpreid over het land en vaak verwijderd zijn van elkaar. Gezien het invasieve karakter van de bosbouwwerkzaamheden bestaat er een aanzienlijke kans om in contact te komen met gecontamineerd materiaal (kadavers, uitwerpselen) in zone II. Daarnaast bezit het AVP virus een hoge overlevingsduur in biologisch materiaal en dus in de omgeving. Door deze twee factoren bestaat er een aanzienlijk risico op verspreiding van het virus via deze werkzaamheden. ;
Overwegende dat een bosuitbating bovendien, hoe beperkt en gericht ook, noodzakelijkerwijs geluidshinder veroorzaakt en invasief is en dus de wilde zwijnen uit het gebied zou kunnen verjagen, zoals ANSES acht in een advies van 24 januari 2019 (aanhangigmaking nr. 2018-SA-0250) betreffende de evaluatie van de impact van de activiteiten in het bos op het risico op verspreiding van Arikaanse varkenspest op het nationaal grondgebied door verstoren van wilde zwijnen ;
Overwegende dat het risico op transmissie en verspreiding van Afrikaanse varkenspest door toegang tot het bosmilieu om bosbouwactiviteiten en -uitbatingen uit te voeren dus reëel is en overigens verder verhoogd wordt door de te verwachten piek in de epidemie te wijten aan de geboortes ;
Overwegende dat het enig gekend geval van succesvolle uitroeiing van Afrikaanse varkenspest in Europa zich in de Tsjechische Republiek heeft voorgedaan ;
Overwegende dat de strategie die in dat land is gevolgd, het verbod inhield op activiteiten in bossen en wouden van het gecontamineerde gebied, behoudens wat viel onder de bestrijding van Afrikaanse varkenspest (Petr Satran, From ASF infection in wild boar to eradication and free status recovery in the Czech Republic, GF-TADs, Praha, 11.3.2019) ;
Overwegende dat dit succes en de conclusies van het advies van het wetenschappelijk comité van het FAVV eerder op een maximaal verbod wijzen van bosbouwactiviteiten en -uitbatingen, wil men voorkomen dat de Afrikaanse varkenspest verder uitbreidt ;
Overwegende dat het enkel om dwingende redenen van sanitair type is dat men het bosverkeer zou overwegen ;
Overwegende dat zulks nog eens bevestigd wordt door de Europese experts inzake Afrikaanse varkenspest (REPORT ASF Expert Mission to Belgium, EUVET Initiative, 7-8 January 2019, by Vittorio GUBERTY - ISPRA, Italy);
Overwegende dat de wouden in de Gaumestreek niettemin, samen met de epidemie van Afrikaanse varkenpest die heden in het Waalse Gewest woedt, een bijkomende sanitaire crisis ondergaan door de exponentiële ontwikkeling van de populatie van een schadelijk insect (schorskever ofte ipsus typographicus) in naaldbomen, meer bepaald de spar ofte epicea ;
Overwegende dat het voor doeleinden van bescherming en vrijwaring van het bosecosysteem passend is, de woekering van dit insect zo goed mogelijk in te dijken om te voorkomen dat de bosbestanden diepgaand en langdurig ondermijnd worden, dat het beheer der eigendommen daardoor verstoord wordt en dat er landschapsverstoring optreedt ;
Overwegende dat de vrijwaring en de bescherming van het bosecosysteem eveneens van algemeen nut is ;
Overwegende dat enkel via de afvoer, binnen de vier weken, van elke nieuw door de schorskever aangetaste boom doelzaam gestreden kan worden tegen de massale kolonisering van de spar door de boomkever ;
Overwegende dat het daartoe en in deze specifieke context te overwegen valt en passend is, mits enige voorzorgsmaatregelen op vlak van veiligheid en bioveiligheid, die identiek zijn met de maatregelen opgelegd aan het personeel dat met de opsporingsverrichtingen belast is wegens wilde zwijnenkadavers en onder voorbehoud van verificaties ter plaatse wat de aanwezigheid, of niet, betreft van potentieel aangetaste wilde zwijnenkadavers, van het algemeen verkeersverbod in bossen en wouden om de uitbating van, enkel, de door schorskevers aangetaste sparrenbestanden mogelijk te maken ;
Overwegende dat hier sprake is van een evenwicht tussen de verplichte voortzetting van de strijd tegen Afrikaanse varkenspest en de noodzaak om de woekering van schorskever over het gehele Waalse grondgebied te voorkomen ;
Gelet ook op, overigens, bepaalde economische activiteiten op vlak van landbouw, visteelt, cultuur en toerisme, lijdend onder de maatregelen aangenomen ter zake van strijd tegen de Afrikaanse varkenspest in het gecontamineerde gebied ;
Overwegende dat, net als voor de bosbouwactiviteiten en -uitbatingen, dient te worden bekeken of een snelle hervatting van genoemde activiteiten overwogen kan worden zonder schade te berokkenen aan de aangenomen veiligheids- en bioveiligheidsmaatregelen om doeltreffend te strijden tegen de epidemie en de verspreiding ervan te voorkomen ;
Overwegende dat het virus inzake Afrikaanse varkenspest een resistent virus is wanneer het gepaard gaat met organisch materiaal ;
Overwegende dat het virus op leefbare wijze meerdere weken in het bloed en in (zelfs ontbonden) kadavers van gecontamineerde dieren voort kan woekeren, als dit in gangbare waarden van zgn. omgevingstemperaturen gebeurt (met seizoensvariaties/streekvariaties/bodemdieptevariaties al naar gelang) ;
Overwegende dat het virus veel minder lang contamineerbaar blijft, slechts enkele dagen, in uitwerpselen (faeces, urine) van zieke wilde zwijnen, te meer omdat grillige weersomstandigheden de leefbaarheid van het virus nog sterker kunnen aantasten ;
Overwegende dat de overleving van het virus overigens in het speeksel en in de lucht zeer beperkt is, met name in vochtige en/of zonnige streken ;
Overwegende dat er dus een afnemend gradiënt in de resistentie van het virus, schalend van gecontamineerd karkas naar inorganische dragers (zoals asfalt- of met kassei en natuursteen verharde wegen), waar te nemen valt (Advies ANSES vatting nr. 2018-SA-0237 betreffende « mise à jour des connaissances sur les méthodes et procédés d'inactivation du virus de la peste porcine africaine (PPA)) »;
Overwegende dat de overlevensduur van het virus, door de blootstelling aan klimaatgrillen en aan wegspoelen van organisch materiaal, bijgevolg veel korter is op wegen en met kassei en natuursteen verharde wegen dan dit in bossen en wouden het geval is ;
Overwegende dat dit verschil er dus voor zorgt dat de risicobeoordeling en de belangenafweging resulteert in een gedifferentieerde behandeling van de toegangen die enkel gebeuren via wegen en met kassei en natuursteen verharde wegen, met een laag risico, dan bij toegangen tot het bosmilieu op zich, waar het risico vele malen hoger is ;
Overwegende dat de landbouwactiviteiten hoofdzakelijk betrekking hebben op landbewerking en runderteelt ;
Overwegende dat de velden en weilanden waar deze activiteiten beoefend worden, in open milieu plaatsvinden, weg van het bosmilieu ;
Overwegende dat het verspreidingsrisico inzake Afrikaanse varkenspest wegens uitwerpselen van zieke wilde zwijnen die potentieel aanwezig zouden zijn op veld en wei als laag gelabeld wordt wegens de aard zelf van hun matrix en hun blootstelling aan klimaatgrillen buiten het bos ;
Overwegende dat een zeer beperkt aantal kadavers zijn aangetroffen in de nabijheid van met kassei en natuursteen verharde wegen en dat de waarschijnlijkheid dat het tot een contact komt beperkt is ;
Overwegende dat het niet-bestaan van de parameters inzake verspreiding, namelijk het bosmilieu, alwaar de incubatie plaatsvindt, en de gradiënt in de resistentie tegen het virus aantonen dat het risico op verspreiding van Afrikaanse varkenspest voor het uitoefenen van de landbouwactiviteiten laag is voor zover toegang tot veld en wei verkregen wordt via verharde wegen in kassei of natuursteen ;
Overwegende dat dit risico niet verhoogd wordt voor een veld of een weide, gelegen op een grondstuk toegankelijk via het bos over wegen in kassei of natuursteen ;
Overwegende, ten slotte, dat de landbouwactiviteiten er niet op gericht zijn een verspreidingsrisico inzake Afrikaanse varkenspest in te houden, naar niet-gecontamineerde beboste gebieden ;
Overwegende dat geen garantie gegeven kan worden op een nulrisico inzake verspreiding van Afrikaanse varkenspest door de uitoefening van dit soort activiteit, maar dat dit risico evenwel vermindert gelet op de persistentie en de resistentie van het virus in genoemd milieu, en op de verhoudingsgewijs genomen maatregelen ter voorkoming van de ziektespreiding ;
Overwegende dat het daartoe, en in deze specifieke context, te overwegen valt en passend is, mits de inachtneming van vastgestelde voorwaarden af te wijken van het algemeen verkeersverbod in bos en woud om een snelle hervatting van deze activiteiten mogelijk te maken ;
Overwegende dat de activiteiten zoals visteelt of visvangst zoals alle activiteiten van het landbouwtype, buiten het bosmilieu plaatsvinden ;
Overwegende dat er, hoewel bepaalde activiteiten zoals visteelt of visvangst plaatsvinden in koel en vochtig gebied, sprake is van een gebeuren aan de rand van aangelegde watervlakken waar menselijk bezoek en menselijke activiteiten regelmatig en verstorend zijn, waardoor deze plekken niet bepaald geliefd zijn bij potentieel aangetaste wilde zwijnen, die het rustige bosmilieu als sterfplek zullen verkiezen ;
Overwegende dat het besluit van de Waalse Regering van 8 december 2016 van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden voor de opening en de nadere regels voor de beoefening van de visvangst daarnaast bepaalt dat de visvangst verboden is in de waterlopen in het gebied van levendige wateren die door bossen onder bosregeling lopen ;
Overwegende dat bewezen is dat de resistentie van het virus vanuit een gecontamineerd karkas aanzienlijk is ten opzichte van de fecaliën ;
Overwegende dat het risico dat een kadaver van een aangetast wild zwijn aangetroffen wordt op plaatsen waar dit soort activiteiten uitgeoefend wordt ten opzichte van het bosmilieu laag is ;
Overwegende dat menselijke activiteiten rondom gebieden van visvangst en visteelt de rust van het wild zwijn « in se » verstoren terwijl het wild zwijn eerder rustige vochtige gebieden zal opzoeken die gelegen zijn in zijn leefgebied ;
Overwegende dat de toegang tot dit soort activiteiten enkel via wegen en verharde wegen uit kassei en natuursteen gebeurt ;
Overwegende dat de verspreiding van het virus in het water overigens geen bewijsdragende verspreidingsparameter is, gelet op de oplossing ervan in een omvangrijk waterlichaam ;
Overwegende dat de garantie op een nulrisico voor de verspreiding van Afrikaanse varkenspest ten opzichte van de uitoefening van dit soort activiteit onmogelijk is, maar dat het risico wel bijna nul is door gereglementeerde verplichtingen terzake ;
Overwegende dat deze activiteiten daarnaast onderworpen zijn aan de inachtneming van net dezelfde bereikbaarheidsvoorwaarden als voor landbouw ;
Overwegende dat het rekening houdend met deze verschillende parameters te overwegen valt en passend is van het algemeen verkeersverbod in bos en woud af te wijken om de hervatting van visteelt en visvangst mogelijk te maken ;
Overwegende dat een vergelijkbare redenering kan worden gemaakt voor cultureel en/of toeristisch waardevolle gebieden ;
Overwegende dat dit soort activiteiten, indien ze indoor plaatsvinden, zonder dwingende voorwaarden georganiseerd kunnen worden onder het voorbehoud dat de toegang tot de gronden, gelegen in bos of woud, gebeurt via wegen en verharde wegen ;
Overwegende dat als deze activiteiten outdoor plaatsvinden, dit niet in bosgebied mogelijk is ;
Overwegende dat het risico op verspreiding van Afrikaanse varkenspest als laag gelabeld wordt in toeristische logies op campings of in de open lucht, gelegen in of omsloten door bossen en wouden, daar het juist menselijke activiteit betreft ;
Overwegende dat, voor zover de toegang tot deze toeristische activiteit gebeurt via wegen en/of verharde wegen, het risico op verspreiding van de ziekte laag is ;
Overwegende dat het in deze omstandigheden te overwegen valt en passend is voor deze activiteiten af te wijken van het algemeen verkeersverbod in bossen om de activiteiten inzake cultuur en toerisme te laten hervatten mits de inachtneming van de gestelde voorwaarden ;
Overwegende dat de virale belasting « Afrikaanse varkenspest » in sommige gebieden, opgenomen in de tekstuele omschrijving in bijlage, gelegen in gecontamineerd gebied, ten gevolge van de aangenomen bestrijdingsmaatregelen, verminderd is ;
Overwegende dat het risico op verspreiding van het virus vanaf een weg of een pad door een gebruiker, bedoeld in de artikelen 20 en 21 van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek, gemachtigd om dit soort weg te gebruiken, miniem is en als laag gelabeld staat in de gebieden omschreven in de tekstuele omschrijving in bijlage ;
Overwegende dat die beoordeling op een advies berust (sneladvies nr. 10-2019) betreffende de aanvullende beoordeling van risico op introductie van het virus van AVP in varkensfokkerijen, gepaard gaand met de heropening van de paden tot de wandelaars in zone II (wild gecontamineerd door AVP), vastgesteld door het wetenschappelijk comité van het FAVV (dossier SciCom nr. 2019/09), die er de voorwaarden van bindt aan de inachtneming van alle externe bioveiligheidsregels in de varkensfokkerijen, aan de voortzetting en de instandhouding van de beheersing van Afrikaanse varkenspest in het gecontamineerde gebied met dezelfde middelen en met het feit dat wandelaars gedetailleerde informatie krijgen en de gegeven of aangeplakte instructies volgen ;
Overwegende dat het wetenschappelijk comité van het FAVV, in dat advies, het risico onderzoekt over de gehele zone II, die door Europa is bepaald ;
Overwegende dat enkel een klein deel ervan niettemin, om redenen van voorzichtigheid en na een telling in het gecontamineerde gebied, toegankelijk gemaakt zou kunnen worden voor de gebruikers bedoeld bij de artikelen 20 en 21 van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek ;
Overwegende dat een versoepeling van de maatregelen houdende een verkeersverbod in de bossen ten opzichte van deze gebruikers, die enkel van toepassing is op de wegen en paden die door de bossen en wouden lopen volgens de tekstuele omschrijving in de bijlage, niet van aard is om het doel en de absolute prioriteit, vastgesteld door de gewestelijke en federale overheid, namelijk het uitroeien van de ziekte, in de weg te staan;
Overwegende dat dit onderzoek gestaafd wordt door het onderzoek van ANSES (Agence nationale française de sécurité sanitaire de l'alimentation, de l'environnement du travail), dat in een advies van 24 januari 2019 betreffende de beoordeling van de impact op de bossen van het risico op verspreiding van Afrikaanse varkenspest op het nationale grondgebied door de verstoring van de wilde zwijnen als gevolg van menselijke recreatie en bosuitbating, in punt « 3.4 Conclusions et recommandations du Gecu » geacht heeft, dat het onderzoek naar de verschillende verstoringsfactoren bij wilde zwijnen een opdeling van menselijke activiteit of bosuitbating mogelijk maakt volgens de impact ervan, waardoor drie groepen van activiteiten onderscheiden kunnen worden al naar gelang ze in afnemende intensiteit van veroorzaakte verstoring opgedeeld kunnen worden :
- Groep 1 (de meest verstorende activiteiten) : perceelsverjonging door inzet van tuigen, houtkap (omhakken van hoge bomen), uitsleping, paddestoelenpluk en oprapen van hertengeweien (in het laatste geval staat de verstoring in rechtstreekse verhouding tot de frequentie en de duur van deze activiteiten, met dus een bijzondere impact in het hoogseizoen);
- Groep 2 (7 gemiddeld verstorende activiteiten) : quad, wandelaars met honden (zonder leiband), oriëntatieloop, opladen van stamstukken, houtmarkering, joggers met honden en fotografen;
- Groep 3 (5 activiteiten met een minder risico op verstoring) : groepen trekkers, natuurgidstochten, VTT'ers, joggers en ruiters ;
Overwegende dat de Waalse Overheidsdienst een publieke voorlichtingscampagne heeft gevoerd en verder blijft voeren door informatiebrochures en -folders te verspreiden "La peste porcine africaine, agissons ensemble" en door een informatiecampagne langs de mediakanalen te voeren;
Overwegende dat de beëdigde ambtenaren van het Bosbestuur zeer nauwgezette onderrichtingen inzake opgevoerd terreintoezicht hebben gekregen wat betreft de versoepelde bosverkeersmaatregelen ;
Overwegende dat die gekaderde, gerichte en beperkte toegangen niet meer dan een marginale impact zouden moeten hebben op de rust van het wild en de eventuele verspreiding van de zieke wilde zwijnen,
Besluit :
Artikel 1. In afwijking van de artikelen 19 tot 23 van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek is het éénieder verboden zich in de bossen en wouden te verplaatsen buiten de wegen in de zin van artikel 2 van het Boswetboek aan de binnenkant van de buitengrenzen van het buffergebied zoals omschreven in de bijlage bij het besluit van het Waals Gewest van 6 juni 2019 houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen.
De eventuele machtigingen tot toegang, verkregen op grond van voornoemde artikelen voor de inwerkingtreding van dit besluit, worden opgeschort.
Gemachtigd tot afwijking van het verbod van lid 1 zijn enkel, binnen de perken van de handelingen die strikt nodig zijn voor de beheersing van Afrikaanse varkenspest, o.a. het opsporen van nieuwe haarden, de vernietiging van wilde zwijnen en het verwijderen van karkassen van dood of gedood aangetroffen wilde zwijnen, en op voorwaarde dat zij de aanbevolen bioveiligheidsmaatregelen in acht nemen als bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 6 juni 2019 houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen : het personeel van het Departement Natuur en Bossen en van het Departement Onderzoek naar het Natuurlijk en Landbouwmilieu van de Waalse Overheidsdienst en iedere persoon, gemandateerd door deze departementen, de jachtrechthouders en hun beëdigde opzichters, de eigenaren, het personeel van Sanitair toezichtsnet voor Wild in Wallonië, het personeel van de burgerbescherming, het personeel van diensten van de sanitaire ordehandhaving, het personeel van federale en lokale politie, het personeel van de administraties of van gespecialiseerde ondernemingen, belast met het installeren van een omheining om de verplaatsingen van wilde zwijnen in het gecontamineerde gebied te beperken.
Die personen is het verboden, een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur na iedere interventie in het gecontamineerde gebied.
Art. 2. In afwijking van artikel 1 worden de interventies die niet verband houden met de beheersing van Afrikaanse varkenspest en die een toegang, buiten de wegen om, tot de bossen en wouden in de omtrek van het gecontamineerde gebied vereisen, tegen volgende voorwaarden toegelaten:
1° de interventie wordt verricht in de uitoefening van hun ambt door de hulpdiensten, door de burgerbescherming, de politiediensten, de beambten en beheerders van de watertoevoernetten of gas- of elektriciteitsnetten, door de beambten van Infrabel en door de werknemers van mobiele telefonie-operatoren en door de beambten of afgevaardigden van gemeenschapsinfrastructuren of infrastructuren van openbaar nut;
2° behoudens spoedeisende gevallen waarbij mensenlevens in gevaar zijn, wordt van de interventie vooraf kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen;
3° de rust van de bossen en de wouden wordt zo streng mogelijk nageleefd;
4° als er een toegang is buiten de verharde wegen, worden de ontsmettingsmaatregelen van het voertuig, het schoeisel en de uitrustingen na gebruik uitgevoerd overeenkomstig de richtlijnen van het Departement Natuur en Bossen;
5° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen wordt onmiddellijk verwittigd;
6° die personen, evenals hun voertuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden of, respectievelijk, binnen te rijden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de ontsmettingsmaatregelen.
Als het Departement Natuur en Bossen vaststelt dat één van bovenvermelde voorwaarden niet is nageleefd, kan betrokkenen de toegang ontzegd worden.
Art. 3. In afwijking van artikel 1 worden de personen wier woonst gelegen is in de bossen en wouden in het besmette gebied en die niet over een toegang via een weg beschikken gemachtigd om zich buiten de wegen om tegen de volgende voorwaarden te verplaatsen:
1° de machtiging is beperkt tot de toegang tot deze woonst;
2° de toegang gebeurt via de meest rechtstreekse berijdbare weg;
3° van het gebruikte traject wordt schriftelijk kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen;
4° de rust van de bossen en de wouden wordt zo streng mogelijk nageleefd;
5° als er een toegang is buiten de verharde wegen, worden de ontsmettingsmaatregelen van het voertuig en eventueel het schoeisel uitgevoerd overeenkomstig de richtlijnen van het Departement Natuur en Bossen;
6° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en de bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen wordt onmiddellijk verwittigd;
7° de personen bedoeld bij dit artikel en hun voertuigen is het verboden een varkensbedrijf te betreden of, respectievelijk, binnen te rijden of in aanraking te komen met tamme varkens.
Art. 4. De eigenaars en bezetters die een terrein hebben gebruikt voor landbouw-, visteelt- of visserijdoeleinden omsloten door de bossen en wouden in het gecontamineerde gebied en die geen toegang hebben via een weg, maar door een verharde wegel en die toegang ertoe wensen te hebben zonder dat voor hun interventie het einde van de verbodperiode afgewacht kan worden, dienen een voorafgaandelijke schriftelijke en gemotiveerde aanvraag in bij de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen. Laatstgenoemde kan een toegangsmachtiging verstrekken die minstens de inachtneming van volgende voorwaarden inhoudt:
1° de machtiging is beperkt tot de toegang tot dit omsloten terrein gebruikt voor landbouw-, visteelt- en visserijdoeleinden;
2° van het gebruikte traject wordt schriftelijk kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen;
3° het is strikt verboden de verharde wegel te verlaten voor het omsloten landbouwterrein bereikt te hebben ;
4° de rust van de bossen en de wouden wordt zo streng mogelijk nageleefd;
5° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en de bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen wordt onmiddellijk verwittigd;
6° de personen bedoeld bij dit artikel, hun voertuigen en bedrijfstuigen is het verboden een varkensbedrijf te betreden of, respectievelijk, binnen te rijden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op iedere interventie op het omsloten landbouwterrein.
Als het Departement Natuur en Bossen vaststelt dat één van bovenvermelde voorwaarden niet is nageleefd, kan betrokkenen de toegang ontzegd worden.
Art. 5. In afwijking van lid 1 wordt het verkeer op de verharde wegen toegelaten voor de voertuigen gebruikt bij nachtelijke abundantie-inventarissen met het oog op de evaluatie van de afschotplannen voor dierensoort hert, georganiseerd door het Departement Natuur en Bossen.
Art. 6. § 1. In afwijking van artikel 1 kan het verkeer in de zowel privé- als publieke bossen en wouden, buiten de wegen in de zin van artikel 2 van het Boswetboek voor de inventaris en het merken van de naaldbomen aangetast door de schorskever door de territoriaal bevoegde houtvester tegen volgende minimumvoorwaarden toegelaten worden:
1° de toegang tot de bestanden gebeurt zoveel mogelijk op de verharde wegen;
2° na afloop van iedere interventie worden het schoeisel en de uitrusting van de betrokkenen, evenals de voertuigen die de verharde wegen verlaten hebben, ontsmet overeenkomstig de instructies van het Departement Natuur en Bossen ;
3° bij het aantreffen van een kreng van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen wordt onmiddellijk verwittigd;
4° de betrokkenen, evenals hun voertuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de ontsmettingsmaatregelen.
5° de resultaten van de inventaris van de door de schorskever aangetaste naaldbomen worden aan de houtvester overgemaakt.
De toelating bedoeld in lid 1 heeft niet automatisch het verstrekken van een machtiging tot uitbating van de betrokken bestanden als gevolg.
§ 2. In afwijking van artikel 1 kan het verkeer in de bossen en wouden, buiten de wegen in de zin van artikel 2 van het Boswetboek voor de exploitatie van de naaldbomen, aangetast door de schorskever, door de territoriaal bevoegde houtvester toegelaten worden.
De verrichtingen bedoeld in lid 1 dienen te gebeuren met inachtneming van volgende minimumvoorwaarden:
1° de toegang tot de bestanden gebeurt zoveel mogelijk op de verharde wegen;
2° het schoeisel en de uitrusting van de betrokkenen, evenals de voertuigen die de verharde wegen verlaten, worden ontsmet overeenkomstig de instructies van het Departement Natuur en Bossen ;
3° de ontsmetting van de voertuigen en bedrijfstuigen gebeurt op kosten van Wallonië in het kader van een overheidsopdracht, door de Waalse Overheidsdienst gegund aan een gespecialiseerde firma;
4° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen wordt onmiddellijk verwittigd;
5° de betrokkenen, evenals hun voertuigen en bedrijfstuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de ontsmettingsmaatregelen.
De houtvester kan bij gemotiveerde beslissing de exploitatie van de bestanden bedoeld in lid 1, 1°, verbieden of opschorten.
Art. 7. In afwijking van artikel 1 kan het in de bossen en wouden langs de wegen en verharde wegen omgehakt en opgeslagen hout door hun eigenaar of diens bedienden weggehaald worden zonder dat de gebruikte tuigen de betrokken weg verlaten.
Van de interventie wordt vooraf kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester.
Art. 8. In afwijking van artikel 1 kunnen de in de bossen en wouden omsloten cultureel en/of toeristisch waardevolle gebieden toegankelijk worden gemaakt na machtiging van de territoriaal bevoegde houtvester tegen volgende voorwaarden:
1° de toegang gebeurt enkel via verharde wegen die onder geen enkel beding verlaten mogen worden door de uitbaters, het personeel, de bezoekers en gebruikers van de cultureel en/of toeristisch waardevolle gebieden ;
2° er worden aangepaste verkeerstekens opgesteld door de uitbater van de cultureel en/of toeristisch waardevolle gebieden om dit verbod aanschouwelijk te maken ;
3° er wordt door de uitbater van de cultureel en/of toeristisch waardevolle gebieden aan de bezoekers informatie verstrekt over de risico's in verband met de Afrikaanse varkenspest en met de maatregelen die uitgevoerd dienen te worden om genoemde ziekte zo goed mogelijk in te perken;
4° de bezoekers van het cultureel en/of toeristisch waardevolle gebied, de uitbater, diens personeel en de voertuigen is het verboden een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op het bezoek van bedoelde gebieden.
Art. 9. In afwijking van artikel 1 kunnen de kampeerterreinen, gelegen in en omsloten door bossen en wouden, toegankelijk worden gemaakt tegen volgende voorwaarden :
1° de toegang gebeurt enkel via wegen en verharde wegen die onder geen enkel beding verlaten mogen worden door de uitbaters, het personeel, de bezoekers en gebruikers van het kampeerterrein;
2° er worden aangepaste tekens aangebracht om dit verbod aanschouwelijk te maken ;
3° er wordt door de uitbater van het kampeerterrein aan de bezoekers informatie verstrekt over de risico's in verband met de Afrikaanse varkenspest en met de maatregelen die uitgevoerd dienen te worden om genoemde ziekte zo goed mogelijk in te perken voor de bezoekers en de gebruikers van het kampeerterrein;
4° de bezoekers van het kampeerterrein, de uitbater van het kampeerterrein, diens personeel en de voertuigen is het verboden een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op het bezoek van bedoelde gebieden.
Art. 10. In afwijking van artikel 1 is het voetgangersverkeer over de wegen en paden die door bossen en wouden heen lopen, gelegen in de omtrek van het gecontamineerd gebied zoals omschreven in de bijlage bij het besluit van de Waalse Regering van 6 juni 2019 houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen toegelaten in de delen van het gecontamineerd gebied omschreven volgens enkel de tekstuele omschrijving opgenomen als bijlage.
Art. 11. In afwijking van artikel 1 is het fietsersverkeer, het verkeer van trek- of lastdierbegeleiders, zadeldieren of fokdieren over paden met de bewegwijzering nodig voor deze gebruikers en over de wegen en paden die door bossen en wouden heen lopen, gelegen in de omtrek van het gecontamineerd gebied zoals omschreven in de bijlage bij het besluit van de Waalse Regering van 6 juni 2019 houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen toegelaten in de delen van het gecontamineerd gebied omschreven volgens enkel de tekstuele omschrijving opgenomen als bijlage.
Het verkeersverbod wordt eveneens opgeheven voor de gebruikers bedoeld in lid 1 op de voor deze gebruikers bewegwijzerde paden na toelating door de als dusdanig door territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen en die niet door de bossen en wouden lopen van de delen van het gecontamineerd gebied zoals omschreven op de kaart in bijlage.
Art. 12. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2019 en houdt op, uitwerking te hebben op 14 september 2019.
Namen, 27 juni 2019.
R. COLLIN
|
|
|
|