Volgens de planning zal een voorschot van 70% (in plaats van 50%) op zowel de basisbetaling als de premie voor jonge landbouwer uitbetaald worden tegen eind oktober 2019. De uitbetaling van een voorschot van 70% op de vergroeningspremie voor de landbouwers die vrijgesteld zijn van vergroening (gewasdiversificatie, ecologisch aandachtsgebied en ecologisch kwetsbaar blijvend grasland) en de zoogkoeienpremie is gepland tegen eind november 2019. Ook de decemberbetalingen worden verhoogd van 90 naar 95%.
In het kader van de vergroening is het toegelaten dat landbouwers hun braakliggend land gebruiken voor de productie van veevoeder, zonder dat dit gevolgen heeft voor hun vergroeningsverplichtingen met betrekking tot teeltdiversificatie of het areaal ecologisch aandachtsgebied (EAG).
Daarnaast biedt de Europese Commissie de mogelijkheid aan de lidstaten om enkele andere voorwaarden voor ecologisch aandachtsgebied te versoepelen om extra ruwvoeder te winnen. De Vlaamse overheid zal hiervoor ook een verzoek doen aan de Europese Commissie. Onder voorbehoud van goedkeuring door de Europese Commissie, wil het departement Landbouw en Visserij nu reeds duiding geven over hun verzoek tot versoepeling. Alle andere voorwaarden blijven van kracht. Raadpleeg hiervoor onze aangepaste checklist op www.vlaanderen.be/landbouw/vergroening onder de rubriek ecologisch aandachtsgebied.
In afwachting van de goedkeuring door de Europese Commissie vraagt het departement Landbouw en Visserij aan de landbouwers die wensen beroep te doen op één of meer van de hierna vermelde versoepelingsmaatregelen om dit te melden. Deze melding gebeurt bij de beherende buitendienst van de landbouwer en kan telefonisch, per e-mail of per brief gebeuren.
Volgende voorstellen tot versoepeling van vergroeningsmaatregelen voor extra ruwvoeder worden aan de EU-Commissie voorgelegd:
· EAG groenbedekker kan als hoofdteelt 2020 behouden blijven
De groenbedekker mag blijven staan als hoofdteelt van het volgende jaar voor voederdoeleinden en hoeft niet eerst ondergewerkt of vernietigd te worden.
· EAG groenbedekker als voedergewas mag zuivere teelt zijn in 2019
De groenbedekker voor ecologisch aandachtsgebied mag ingezaaid worden als zuivere teelt, indien deze bestemd is voor begrazing of ruwvoederproductie. In de bijgevoegde lijst zijn de minimale zaaidichtheden terug te vinden die garant staan voor een optimale ontwikkeling van de groenbedekker. Opgelet, deze afwijking is enkel van toepassing op groenbedekkers die in aanmerking komen voor ruwvoederwinning of begrazing.
De groenbedekkers die voor bovenstaande versoepelingen in aanmerking komen, zijn opgenomen in de bijgevoegde lijst.
Lijst van mogelijke groenbedekkers die voor begrazing of ruwvoederwinning in aanmerking komen
Gewas
|
Zaaidichtheid
|
voorwaarde
|
Bladkool
|
8 kg/ha
|
Gecertificeerd zaaizaad
|
Festulolium
|
30 kg/ha
|
Gecertificeerd zaaizaad
|
Klaver – Witte
|
6 kg/ha
|
Gecertificeerd zaaizaad
|
Klaver – Rode
|
12 kg/ha
|
Gecertificeerd zaaizaad
|
Lupinen
|
150 kg/ha
|
Gecertificeerd zaaizaad
|
Luzerne
|
20 kg/ha
|
Gecertificeerd zaaizaad
|
Raaigras – Engels
|
30 kg/ha
|
Gecertificeerd zaaizaad
|
Raaigras – Italiaans/Westerwolds
|
30 kg/ha
|
Gecertificeerd zaaizaad
|
Raaigras – hybride
|
30 kg/ha
|
Gecertificeerd zaaizaad
|
Snijrogge
|
100 kg/ha
|
Gecertificeerd zaaizaad of eigen gewonnen zaaizaad geschoond door erkende loontrieerder
|
Veldbonen
|
120 kg/ha
|
Gecertificeerd zaaizaad
|
· Groenbedekker als ecologisch aandachtsgebied mag geoogst worden
De groenbedekker mag tijdens de verplichte aanhoudingsperiode uitzonderlijk worden geoogst, gemaaid of begraasd en gebruikt worden als veevoeder. Dat kan echter alleen op voorwaarde dat er nog voldoende gewas aanwezig blijft na het oogsten, maaien of begrazen zodat hergroei van de groenbedekker mogelijk is en hij zijn functies kan blijven vervullen. Door de hergroei blijft de bodembedekking en de opname van nutriënten uit het bodemprofiel immers verzekerd.
Ook na de uiterste datum van de verplichte aanhoudingsperiode mag de groenbedekker geoogst, gemaaid of begraasd worden en als veevoeder gebruikt worden.
Uiterste inzaaidatum groenbedekker
Een belangrijke voorwaarde waaraan de landbouwers moeten blijven voldoen en die niet wijzigt, is de tijdige inzaai en de aanhoudperiode van de groenbedekker. Voor de landbouwstreken Polders en Duinen nadert deze uiterste inzaaidatum.
Het Departement Landbouw en Visserij herinnert daarom aan de uiterste inzaaidata voor groenbedekkers als ecologisch aandachtsgebied. Deze verschillen naargelang de landbouwstreek waarin het betrokken perceel gelegen is:
o Polders en Duinen: inzaaien vóór 20 augustus en minstens aanhouden tot en met 15 oktober;
o Leemstreek: inzaaien vóór 1 oktober en minstens aanhouden tot en met 30 november;
o Zandleem- en andere streken: inzaaien vóór 1 november en minstens aanhouden tot en met 31 januari.
Wijzigingen van de verzamelaanvraag voor groenbedekkers
Ook de uiterste data voor het wisselen van percelen en het schrappen van de nateeltcode van niet ingezaaide percelen verschillen per landbouwstreek:
o Polders en Duinen: 19 augustus;
o Leemstreek: 30 september;
o Zandleem- en andere streken: 31 oktober.
Wisselen van percelen waarop groenbedekker wordt ingezaaid voor ecologisch aandachtsgebied is nog toegelaten. De landbouwer wijzigt hiervoor de nateelten van de betrokken percelen en mag bij het wisselen van percelen niet vergeten om de groenbedekker op het nieuw-ingezaaide perceel te activeren als ecologisch aandachtsgebied.
Deze wijzigingen van de verzamelaanvraag kunnen op het e-loket (www.landbouwvlaanderen.be) worden ingediend.
De totaal aangegeven oppervlakte ecologisch aandachtsgebied zoals geregistreerd in de verzamelaanvraag op 31 mei 2019, blijft voor de berekening van de vergroeningspremie wel gelden als de maximaal in rekening te brengen aangegeven oppervlakte.
De percelen waarop de groenbedekker werd aangegeven voor de oppervlakte EAG op 31 mei, moeten in gebruik zijn van 21 april tot en met 31 december. Om uiteindelijk mee te tellen als oppervlakte voor ecologisch aandachtsgebied moet een perceel met de groenbedekker in gebruik zijn van 21 april tot en met 31 december. Dat geldt dus ook voor percelen die pas na 31 mei aangegeven werden voor EAG groenbedekker.
Voor ecologisch aandachtsgebied zijn enkel nog wijzigingen van groenbedekker toegelaten, wijzigingen aan andere types ecologisch aandachtsgebied zijn niet meer toegelaten.
Let op! Het e-loket geeft na 31 mei geen melding meer of de landbouwer al dan niet voldoet aan de minimaal vereiste oppervlakte ecologisch aandachtsgebied. Het al dan niet aanvaarden van het aangegeven ecologisch aandachtsgebied wordt pas bepaald bij de definitieve berekening van de betalingsrechten, na eventuele controles, wijzigingen, … Dit is bijvoorbeeld het geval als de landbouwer op 31 mei 2019 niet voldoende ecologisch aandachtsgebied had aangegeven. Nu nog extra percelen toevoegen zal het vastgestelde tekort (op 31 mei) niet compenseren. Het e-loket zal daarover ook geen specifieke waarschuwing geven.
Op de website www.vlaanderen.be/landbouw/vergroening onder ecologisch aandachtsgebied kan de landbouwer een checklist vinden waarmee nagegaan kan worden of aan al de voorwaarden voldaan is. Indien niet, moet de activering van de EAG verwijderd worden op het e-loket. Meer uitleg over de verschillende voorwaarden waaraan een groenbedekker moet voldoen, alsook de lijst met toegelaten soorten, zijn te raadplegen op dezelfde webpagina.
Inzaai van een vanggewas in het kader van het Mestdecreet
Percelen waarop vanggewassen worden ingezaaid in het kader van de mestwetgeving onder MAP 6, kunnen ook meetellen als ecologisch aandachtsgebied als deze eveneens aan de bovenstaande voorwaarden voor ecologisch aandachtsgebied voldoen. Informatie over de verplichtingen en de voorwaarden volgens de mestwetgeving is terug te vinden op www.vlm.be, in de rubriek Gebiedsgerichte aanpak. Kies daar voor gebiedsgerichte maatregelen > verplichting tot het inzaaien van vanggewassen. Voor meer info over de vanggewasregeling kunnen landbouwers contact opnemen met de Mestbank.