|
20 aug 2019 |
08:11 |
|
Vleessector moet inzetten op kwaliteit
Belgen eten steeds minder vlees, zo blijkt uit de laatste cijfers. Een trend die ook op andere plekken te merken is. Zo bant een Londense hogeschool rundvlees van het menu voor de strijd tegen de klimaatopwarming. En dus wordt het hoog tijd dat onze landbouwers het anders gaan aanpakken, vinden Dirk Holemans en Merlijn De Rijcke. Meer kwaliteit in plaats van kwantiteit.
|
Het was onverwacht nieuws op de cover van The Guardian: een Londense hogeschool die rundvlees bant in het kader van haar klimaatplan. Naast onder meer het afvoeren van wegwerpplastic komt er in de kantines van de Goldsmith University College geen rundvlees meer op tafel. Een beslissing die spoort met de conclusies van het recente IPCC-rapport dat oproept om veel minder vlees te eten.
Ook in eigen land viel er deze zomer opmerkelijk nieuws te rapen over vlees. Het "Het Journaal" zoomde in op één van de centrale thema’s op de traditionele landbouwbeurs in Libramont: de dalende vleesconsumptie. De realiteit is inderdaad dat de gemiddelde consumptie van de Belg naar beneden tuimelt: de voorbije jaren met een kwart.
De Waalse vleessector beantwoordt de vraag van de consument door steeds meer in te zetten op kwaliteit, en niet langer op kwantiteit.
Je verwacht dan dat ook de Waalse boeren het spoor van hun Vlaamse collega’s zouden volgen. In onze regio haalden vleesboeren vlot de pers met hun verwijten aan de consumenten omdat ze minder vlees eten, dit een drama vinden, en in de klimaatjongeren een dankbare zondebok vonden. Beeld je in, tieners die niet alleen zelf vegetariër worden, maar ook hun ouders aansporen om minder vlees te eten.
Juist daarom was het nieuws uit, jawel, Libramont, zo verfrissend en positief. De Waalse vleessector beantwoordt de vraag van de consument door steeds meer in te zetten op kwaliteit, en niet langer op kwantiteit. Kwaliteit betekent hier meer bio en meer lokaal. Eén op de zeven boeren in Wallonië maakte reeds de omschakeling naar biolandbouw die meteen ook lokaler is. Wie vandaag lokale producten kan aanbieden, ziet zijn verkoop zelfs stijgen. Vandaag staat kwaliteit bij de Waalse vleesboeren steeds centraler, ze beseffen dat de consument meer en meer op zoek is naar een smakelijke hap dan een industriële lap.
“Kwaliteit boven kwantiteit”
De transitie naar biolandbouw doet zich zowel voor in Wallonië als Vlaanderen. De afgelopen 10 jaar steeg het aantal bioboeren in beide gewesten, waarbij in Wallonië al veel meer boeren de overstap naar bio maakten. Cijfers van STATBEL 2018 tonen dat 1 op de 7 boeren in Wallonië reeds de omschakeling maakte. Terwijl in Vlaanderen, ondanks de positive evolutie, slechts 1 op de 45 boeren de stap zette naar bio. Hoewel de voorbije jaren in Vlaanderen enkele moedige pioniers voor biolandbouw kozen, bleef een meerderheid dus vasthouden aan het gangbare landbouwmodel, gericht op maximale output en export.
Vele boeren zitten diep in de schulden omwille van investeringen waartoe ze werden aangemoedigd door de Vlaamse overheid en de BB.
Dat is ook begrijpelijk: vele boeren zitten diep in de schulden omwille van investeringen waartoe ze werden aangemoedigd door de Vlaamse overheid en de BB. Een model dat steeds vaker leidt tot overproductie en een respectloos prijzenbeleid tegenover het milieu maar ook de boer zelf.
In Wallonië daarentegen vond de omschakeling naar biovlees op grotere schaal plaats. De vleessector is altijd een belangrijk deel geweest van het Waalse erfgoed. Een antwoord op de dalende vleesconsumptie was dan ook noodzakelijk. In deze zoektocht ontdekten de boeren en slagers dat ‘minder maar meer kwaliteit en lokaal’ het antwoord bleek te zijn. Niet enkel kon minder vleesproductie en consumptie bijdragen aan een gezondere planeet, ook ging de leefkwaliteit van de dieren, de consument en de producent er op vooruit.
Deze nieuwe manier van denken over vleesproductie toont dat waardige jobs en respect voor de grenzen van de planeet beter samengaan dan velen zouden denken.
Een switch naar meer kwaliteit en minder kwantiteit helpt om de broeikasgassen sterk terug te dringen. Vee draagt namelijk sterk bij aan het broeikaseffect, voornamelijk herkauwers en varkens. Herkauwers zoals koeien doen dat vooral via methaanuitstoot die ontstaat tijdens de spijsvertering. Terwijl ook varkens bijdragen aan methaanuitstoot via mestopslag.
Ook de situatie van de dieren zelf verbetert. Als boeren met minder vee dezelfde omzet halen, kunnen ze opnieuw meer ruimte vrijmaken voor de dieren zelf. Niet enkel krijgen dieren terug plaats, ook kunnen ze opnieuw vrij rondlopen. Dieren zijn hier niet langer een product binnen een mondiaal marktsysteem maar mogen opnieuw dieren zijn.
Als boeren met minder vee dezelfde omzet halen, kunnen ze opnieuw meer ruimte vrijmaken voor de dieren zelf.
Maar ook de consument wint bij deze nieuwe situatie. Te veel rood vlees kan namelijk leiden tot gezondheidsproblemen. In 2018 bleek uit resultaten dat Belgen twee à tweeënhalve keer de aanbevolen maximum vleesconsumptie per week overschrijden. Daarnaast neemt ook de kwaliteit van het vlees zelf sterk toe naarmate men respectvoller met de dieren omgaat. Hoe minder stress het dier kent, hoe minder verzuring en hoe beter de kwaliteit van het vlees.
Ook de producenten zijn zelf zeer tevreden over deze evolutie. Zo vertelt onder andere bioboer Gérard Rixhon op de beurs in Libramont: “Aanvankelijk was mijn motivatie vooral economisch. Ik werd niet meer correct vergoed in de gangbare landbouw. De prijzen in de biolandbouw zijn beter. Daarom heb ik beslist om er in te stappen. En daarna heb ik de smaak te pakken gekregen.” Ook het Waals agentschap voor landbouwpromotie is tevreden, zo vertelt Philippe Mettart. “Het is inderdaad bemoedigend om te zien dat de consument zich heroriënteert naar lokale producten. Naar vlees van hier. Dat is belangrijk want de rundvleessector is belangrijk voor Wallonië.”
Hoe minder stress het dier kent, hoe minder verzuring en hoe beter de kwaliteit van het vlees.
Kiezen voor kwaliteit boven kwantiteit, korte keten boven de grilligheid van de wereldmarkt, het is een trend die je ook terugvindt in de documentaire "Les liberterres". Daarin vertelt de Waalse boer André Grevisse dat, voordat hij overstapte naar biolandbouw, hij 14 vaccins per kalf nodig had, waarvoor hij 180 euro per kalf betaalde aan de dierenarts. Om uiteindelijk 25 procent verlies te draaien. “Maar ik weet nu, vanuit ecologisch oogpunt, dat het niet goed is. Het is niet goed voor je gezondheid. De smaak van het vlees is weg.” Aldus André Grevisse. Sinds hij de overstap maakte naar minder vleesproductie en biolandbouw is zijn boerderij terug een rendabele onderneming.
Minder en beter
De transitie naar een meer rechtvaardig systeem met respect voor mens, dier en natuur is volop bezig. Zoals de landbouwbeurs in Libramont toont, beginnen steeds meer boeren in Wallonië hier de vruchten van te plukken. Zoals gezegd is de uitdaging voor de Vlaamse vleesboer groter, al vele decennia is het business model hier gefocust op massaproductie en export. De omslag maken is niet eenvoudig, en zal ook niet van vandaag op morgen gebeuren. Daarvoor is er nood aan een transitiefonds dat boeren ondersteunt de niet altijd evidente stap te zetten.
Boeren staan echter niet alleen voor deze nieuwe uitdaging. Ook het contact opnieuw herstellen tussen consument en producent, tussen stad en platteland, zal deel uitmaken van deze omschakeling. Daar kunnen ook steden een belangrijke rol spelen. Een mooi voorbeeld is het Korte Keten Platform VANIER dat Stad Gent oprichtte. Een digitale marktplaats waar professionals uit de horeca en handelaars lokale voedingsproducten kunnen aankopen, rechtstreeks bij de boeren zelf.
De omslag maken is niet eenvoudig, en zal ook niet van vandaag op morgen gebeuren.
Een mooi voorbeeld is de slagerij Noyen in Gent. Via het platform VANIER hebben ze nu rechtstreeks contact met een biologische varkensboer in Zwalm. Voor dit kwalitatief vlees betalen ze graag een eerlijke prijs aan de boer, zonder de consument op kosten te jagen.
Elke regio is anders, Vlaanderen is Wallonië niet. Maar in heel het land zijn steeds meer burgers actief bezig met wat ze eten, hoe het gezonder kan en dat betekent dus minder vlees, en hoe ze kunnen bijdragen tot een duurzaam landbouwmodel. In plaats van deze trend te negeren, zouden Vlaamse vleesboeren beter nagaan hoe ze deze nieuwe economische kansen kunnen grijpen. Daarvoor verdienen ze onze volle steun. En het is evenzeer een belangrijke opdracht voor de nieuwe Vlaamse regering om deze omslag actief te ondersteunen.
OPINIESTUK
|
|
|
|