De keuringsdienst NAK en de pootaardappelsector zitten met een kater als het gaat om de aanpak van de pootgoedfraude van afgelopen voorjaar. De NAK wil graag hard optreden tegen fraudeurs, maar heeft daar onvoldoende wettelijke mogelijkheden voor. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft die instrumenten wel, maar heeft die tot nu toe onvoldoende gebruikt, vinden betrokkenen. De Nederlandse pootgoedsector is sterk afhankelijk van de export. Een goed imago is daarom cruciaal. De slappe aanpak van de pootgoedfraude besmeurt het imago, zo luidt de kritiek.
Verkoop illegaal pootgoed
Afgelopen voorjaar verkocht handelsbedrijf Zeeland Trade illegaal pootgoed aan boeren in België (zie kader). De illegale pootaardappelen waren afkomstig van een Nederlandse teler. De pootaardappelen waren gemerkt met vervalste NAK-certificaten. Een deel van het pootgoed is door Belgische telers uitgeplant op twee percelen in Nederland (totaal 17,5 ha). De NVWA besloot die aardappelen in Nederland gecontroleerd te laten uitgroeien tot consumptieaardappelen. De NVWA vindt het fytosanitaire risico erg klein, zegt een woordvoerder. “Uit gegevens van de NAK blijkt dat deze aardappelen als pootgoed zijn geteeld. De fraude heeft betrekking op het afleveren buiten de NAK-procedures en onder een vervalst label. Daarom schat de NVWA het fytosanitair risico laag in. Aanvullende inspectie en bemonstering op kosten van de telers is een passende maatregel. De NAK heeft op verzoek van de NVWA een veldkeuring uitgevoerd en monsters onderzocht op bruin- en ringrot. De NVWA heeft het gewas geïnspecteerd op andere quarantaine-organismen. Die zijn niet gevonden, evenmin als andere afwijkingen.”
De keuringsdienst NAK kreeg in april 2019 meldingen uit België dat NAK-certificaten aan zakken pootgoed uit Nederland snel kapot scheurden. De certificaten bleken vervalst. Het telernummer bevatte een punt (zie foto), dat is normaal niet zo. En de certificaten hebben hetzelfde nummer: 549.495.787. Normaal heeft ieder certificaat een uniek nummer.
Het illegale pootgoed was geteeld door een teler uit Kruisland (NB) en voorzien van zelfgemaakte NAK-certificaten. Volgens de NAK hebben de teler en de handelaar bekend dat ze ongecertificeerd pootgoed hebben verkocht aan Belgische afnemers. Het gaat om minimaal 315 ton pootaardappelen van het ras Fontane, oogst 2018. Later bleek dat de teler ook pootgoed van oogst 2016 en 2017 buiten de verplichte NAK-keuring heeft gehouden.
De teler is uitgeschreven uit coöperatie Agrico, waar hij aan leverde. De NAK heeft extra gekeurd bij de teler tijdens de veldkeuring. Hij mag de pootaardappelen oogsten, maar de verwerking en de partijkeuring (na de oogst) mag niet op zijn bedrijf plaatsvinden. De NAK doet met ingang van 2020 voor tenminste 3 jaar geen veldkeuring meer voor de teler. Of Zeeland Trade wordt vervolgd, is nog in onderzoek bij de NVWA.
Verschillende aanpak
Het eerste kritiekpunt van de Nederlandse pootgoedsector is dat België en Nederland de fraude verschillend aanpakten, waarbij België koos voor een stevige aanpak. Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV), de Belgische evenknie van de NVWA, liet al het illegale pootgoed vernietigen. Dat kon door het pootgoed na het poten weer op te rooien of door de planten dood te spuiten, meldt een woordvoerder van het FAVV. “Verder zijn de telers verplicht om dit jaar en in 2020 alle aardappelopslag te bestrijden. Het nog niet geplante pootgoed moet worden vernietigd. Dat mag niet gebruikt worden voor menselijke of dierlijke consumptie, maar wel voor bijvoorbeeld vergisting.”
Het FAVV is nog bezig met het in kaart brengen van de omvang van de fraude, zegt de woordvoerder. “Getroffen telers kunnen zich nog steeds bij ons melden. We weten inmiddels dat 270 ton frauduleus pootgoed is uitgeplant; 45 ton pootgoed dat niet is uitgeplant, is vernietigd. Welke maatregelen we gaan nemen tegen de Belgische betrokkenen bij de fraude is nog niet bekend, omdat het onderzoek nog loopt.”
Pootgoedhandelshuizen
Directeur Jan van Hoogen van pootgoedhandelshuis Agrico vindt het jammer dat Nederland en België de pootgoedfraude verschillend aanpakten. “De NVWA had het illegale pootgoed in Nederland ook moeten laten rooien. De keuringsdienst NAK kon immers niet vaststellen dat daar gecertificeerde pootaardappelen waren geplant. Om imagoschade te voorkomen had de NVWA harder mogen optreden. Dat was een goed signaal geweest naar onze afnemers. Als de poters waren opgerooid hadden de telers nieuw pootgoed van Agrico kunnen krijgen. De frauderende pootgoedteler is uitgeschreven als lid van de coöperatie.”
Ook directeur Gerard Backx van handelshuis HZPC betreurt het verschil in aanpak tussen Nederland en België. “Ik begrijp dat ieder instituut een eigen risico-inschatting moet maken. De risico’s in België en Nederland zijn volgens mij gelijk. Toch schat de Belgische FAVV dit anders in dan de Nederlandse NVWA. Het geeft een raar beeld, dat de NVWA de risico’s lichter inschat, terwijl Nederland een grote pootgoedexporteur is.”
Het was veel beter geweest als België en Nederland dit afgestemd hadden, zegt Backx. “Dit soort afstemmingen mag je toch binnen Europa verwachten. Ik betreur de ontstane situatie. Die is niet goed uit te leggen aan de pootgoedtelers, consumptieaardappeltelers, handel en andere betrokkenen.”
Meerdere wetten
Het tweede probleem bij deze pootgoedfraude is dat Nederland meerdere wetten heeft als het gaat om de kwaliteit van uitgangsmateriaal, zoals pootaardappelen. De Zaaizaad- en Plantgoedwet regelt hoe uitgangsmateriaal op de markt gebracht kan worden en hoe de kwaliteit moet worden bewaakt. Het namaken van een certificaat is een overtreding van deze wet, en daarom een aangelegenheid van de NAK. Daarnaast is er de Plantenziektenwet die regelt hoe de plantgezondheid bewaakt moet worden. Illegaal pootgoed vergroot de kans op verspreiding van quarantaineziekten bij aardappelen, zoals ringrot en bruinrot. Daar gaat de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) over.
De NAK heeft de frauderende pootgoedteler beperkende maatregelen opgelegd. Meer kan de NAK niet doen, volgens de wet. De NVWA bepaalt hoe de handelaar moet worden aangepakt, zegt NAK-directeur Eric Casteleijn. “De NAK kan niks doen tegen de handelaar. Dat kan de NVWA wel.”
Landbouwminister Carola Schouten schreef eind augustus in een antwoord op Kamervragen dat de NVWA onderzoek doet naar de fraude met pootaardappelen en dat de NAK hierbij betrokken wordt. NAK-directeur Casteleijn formuleert het anders. “We hadden graag samen opgetrokken met de NVWA in de aanpak van de fraude. Dat is helaas niet gebeurd. De bijdrage van de NVWA aan het opsporen en aanpakken van de pootgoedfraude is letterlijk nul. Van samenwerking in deze zaak is niet echt sprake. De NAK heeft de NVWA zelfs moeten bijsturen, zodat de Belgische FAVV niet door de NVWA op het verkeerde been zou zijn gezet.”
Geen straffen via tuchtrecht
Schouten schrijft ook in de brief dat de plantaardige keuringsdiensten tuchtrechtelijke maatregelen kunnen nemen tegen fraude. De NAK is een plantaardige keuringsdienst, constateert Casteleijn. “Maar de NAK kan helaas geen straffen opleggen via het tuchtrecht. Het tuchtrecht wordt geregeld in de Landbouwkwaliteitswet. De NAK werkt op basis van de Zaaizaad- en Plantgoedwet. De NAK heeft maar een beperkt instrumentarium om fraude aan te pakken. We kunnen de keuring opschorten en hooguit last- of dwangsommen opleggen, maar geen geldboetes. Daarom waren we graag samen opgetrokken met de NVWA om de fraudeurs stevig te kunnen aanpakken. Ik heb nog niet gemerkt dat de NVWA de fraudeurs strafrechtelijk laat vervolgen.”
De politiek werkt aan een nieuwe Plantgezondheidswet. Casteleijn hoopt dat daarin wordt geregeld dat de NAK ook bestuurlijke boetes kan opleggen. “Wij willen fraude effectief kunnen bestrijden.”
NVWA: wel snel gehandeld
De woordvoerder van de NVWA stelt echter dat de fytosanitaire autoriteit wel snel heeft gehandeld richting de 2 Belgische telers die het pootgoed met de vervalste labels in Nederland hebben uitgeplant. “En wel op een wijze die al vele jaren wordt toegepast. Deze telers hebben het pootgoed te goeder trouw aangekocht en dit gedrag wordt door de NVWA niet als frauduleus aangemerkt.”
De woordvoerder stelt dat de NVWA een vaste procedure hanteert wanneer er vermoedens zijn van overtredingen. “De procedure voorziet in het afwegen van alle mogelijke juridische vervolgstappen: bestuursrechtelijke maatregelen, het opschorten van erkenningen en vergunningen en strafrechtelijk onderzoek. Bij vermoedens van fraude wordt de NVWA-IOD (inlichtingen- en opsporingsdienst) ingeschakeld. Die onderzoekt de informatie en beoordeelt in overleg met het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie (OM) of er aanleiding is voor een strafrechtelijk onderzoek. De NVWA kan nu verder niet reageren omdat het vermoeden van fraude nog in behandeling is.”
De Tweede Kamer is vol onbegrip over de aanpak van de pootgoedfraude door de NVWA. CDA, VVD en SGP willen landbouwminister Carola Schouten nader aan de tand voelen over de manier waarop de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit te werk is gegaan en hoe daarbij de samenwerking is geweest met de keuringdienst NAK. De minister komt niet weg met de schriftelijke antwoorden op eerdere Kamervragen.