Vandaag geldt dat verbod nog steeds. Op driekwart van de meetlocaties is de stand van het grondwater laag tot zeer laag voor de tijd van het jaar. Daardoor liggen ook de debieten op de onbevaarbare waterlopen, zelfs na buien, zeer laag. En dat terwijl Vlaanderen al met hoge waterstress kampt (DS 8 augustus). Er wordt (te) veel water geconsumeerd in verhouding tot wat er beschikbaar is.
Maar exact becijferen hoeveel water er voorhanden is en hoeveel er verbruikt wordt, blijkt een taaie klus. Zo’n waterbalans bestaat momenteel alleen voor de kuststreek. Daaruit blijkt dat tegen het einde van de eeuw de nood aan water in de polders in de zomer zou verdubbelen. Voor de provincie Limburg is er een waterbalans in de maak. Professor Patrick Willems, waterbouwkundige aan de KU Leuven, werkt eraan mee. ‘Er zitten nog veel leemtes in de gegevens’, stelt hij vast. ‘Het is puzzelwerk.
De hiaten situeren zich vooral bij het oppervlaktewater. Wie aan de onbevaarbare waterlopen water onttrekt, hoeft daar geen vergunning voor aan te vragen. Het beheer van de waterlopen is ook versnipperd, wat het moeilijk maakt een goed zicht erop te krijgen. Willems: ‘We proberen het onrechtstreeks te becijferen met de hulp van landbouwexperts die kunnen zeggen hoeveel water er nodig is om een akker te irrigeren. Voor het watergebruik in tuinen doen we een beroep op satellietbeelden. Als we daarop erg groene gazons detecteren, kunnen we afleiden hoeveel er gesproeid is.’
De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) zegt dat de landbouw volgens een ruwe raming 1,25 tot 1,70 miljoen kubieke meter uit onbevaarbare waterlopen put. Dat is beperkt in vergelijking met het totaal van 77 miljoen kubieke meter grondwater die de sector verbruikt. Het probleem is dat de vraag om te onttrekken groot is net wanneer er weinig water voorhanden is.
Voor het grondwater hebben we een vrij goed beeld van wat er opgepompt en verbruikt wordt: 107,8 miljoen kubieke meter (drinkwater niet inbegrepen). Dat is 30 miljoen minder dan tien jaar geleden. De drinkwatermaatschappijen zijn goed voor 160 miljoen kubieke meter. Grote consumenten moeten een vergunning hebben, kleine gebruikers niet. Dat kan om landbouwers of om privépersonen gaan. Die laatsten laten de jongste jaren steeds vaker een put boren.
Het is de vraag of gebruikers zich aan de volumes uit de vergunning houden. De Vlaamse overheid stelde in de periode 2005-2016 bij gemiddeld een op de vijf gecontroleerde bedrijven gebreken vast.
Water naar de zee
Er zijn nog onbekende factoren. Waterexpert Jan De Schutter kaartte aan dat we ook zelf verantwoordelijk zijn voor het watertekort, omdat landbouwgrond massaal gedraineerd wordt voor de akkerbouw (DS 25 juli). ‘Hoeveel grondwater er zo in natte periodes te snel via de rivieren naar de zee stroomt? Ook dat weten we niet’, zegt Willems. Opmerkelijk: in de waterbalans voor de kuststreek staat dat de uitstroom naar zee goed is voor 61 tot 71 procent van het gebruik.
De landbouw probeert dat verlies tegen te gaan via proefprojecten met zogeheten ‘peilgestuurde drainage’, die water beter vasthoudt. ‘Een waterbalans voor heel Vlaanderen is nodig’, besluit Willems. ‘Sinds de droogtes van 2017 en 2018 beweegt er wat bij de overheid. Het gaat dan vooral om reactief beleid, zoals het veelbesproken afschakelplan dat zal bepalen wie nog water krijgt in geval van schaarste. Maar ik mis een proactief beleid, dat vraag en aanbod in evenwicht brengt op de lange termijn, rekening houdend met de klimaatverandering.’
Willems krijgt bijval van heel wat maatschappelijke spelers (bedrijfsleven, landbouw, milieu- en natuurorganisaties), verenigd in de adviesraden Minaraad, Serv en Salv. In een advies van mei over de waterbeleidsnota noteren zij dat ‘er op heden nog steeds een aantal fundamenten voor het beleid ontbreken’. Volgens de raden ‘is dit gebrek aan gegevens een van de belangrijkste belemmeringen voor een doeltreffend waterkwantiteitsbeleid’. Zij vragen een ‘dringende inhaalbeweging’.
‘We moeten nog nagaan hoe we een gezamenlijke balans kunnen opbouwen, voor welke doelen we die willen gebruiken en hoe we die actueel zullen houden’, reageert Katrien Smet, woordvoerster van de VMM. Ze zegt dat het droogteplan van april dit jaar inderdaad reactief was en vooral quick wins bevatte. Een werkgroep buigt zich over een plan voor de periode 2022-2027.
De kraan dicht?
Welk effect heeft dat op ons drinkwater dat uit de kraan komt? Dat wordt grosso modo voor de helft uit grondwater en voor de helft uit oppervlaktewater gewonnen. Het Albertkanaal, waar water van de Maas in vloeit, is een van de bekendste bronnen. ‘Een accuraat beeld van welke voorraad er is voor Vlaanderen en hoelang we voort kunnen in geval van langdurige droogte hebben we niet’, zegt Willems.
Het Vlaams Kenniscentrum Water (Vlakwa) vraagt zich af waarom dat niet transparanter kan. ‘In Spanje staan de niveaus van de waterbassins gewoon online’, zegt Bastiaan Notebaert van Vlakwa.
Ongeveer 16 procent van ons leidingwater wordt ingevoerd uit Brussel, Wallonië en de buurlanden. Wat als die de kraan zouden dichtdraaien? Zo is Nederland er steeds minder happig op om water te exporteren. Carl Heyrman van Aquaflanders, de koepel van de drinkwatermaatschappijen, antwoordt daarop dat er ‘in de drie afgelopen droge zomers geen probleem is geweest met de drinkwatervoorziening’.
Concrete cijfers over de beschikbare voorraad en hoelang we droogte aankunnen, geeft Heyrman niet. Hij verwijst wel naar ingrepen die gebeurd zijn om de bevoorrading te stabiliseren, onder meer door onderlinge samenwerking. Zo kon de import uit Wallonië dit jaar al dalen. Op de Maas kwamen twee spaarbekkens van 8 miljoen kubieke meter, die een autonomie van 22 dagen garanderen (120 dagen als ze gecombineerd worden met andere maatregelen). In Oelegem zal weldra ook uit de Schelde geput worden, in Oostende wordt de laatste hand gelegd aan een ontziltingsinstallatie. ‘We worden in Vlaanderen steeds meer zelfbedruipend’, maakt Heyrman zich sterk.