Dat blijkt uit de jaarresultaten die de BB donderdag voorstelde "De Vlaamse land- en tuinbouwsector slaagt er niet in om deze stijgende kosten snel door te rekenen naar de volgende schakels in de voedselketen." BB maakte na de zomer een evaluatie van het productiejaar en stelde een raming op voor 2019. De omzet stijgt dit jaar met 4 procent, blijkt daaruit, maar achter die algemene stijging gaan grote verschillen schuil in de specialisaties en sectoren.
Zo kampt de pluimveesector in 2019 met prijzendruk op braadkippen, door toenemende import uit Oekraïne en Brazilië, en valt de eierproductie lager uit, als gevolg van laagpathogene vogelgriep. In de rundvleessector houdt de crisis aan. De opbrengsten voor aardappelen, granen, suikerbieten en verschillende groenten zijn dan weer genormaliseerd. "Ook is er een betere, internationaal gestuwde prijsvorming voor varkensvlees en melk binnen de dierlijke sector".
De droogte van dit jaar zou vooral gevolgen hebben voor de (late) aardappelen en groenten die nog moeten geoogst worden. De hitte zorgde dan weer voor zonnebrandschade bij appelen en peren.
Maar samen met omzet stegen dus ook de kosten, voor het tweede jaar op rij, met 2 procent. "Door de droogte van vorig jaar stegen voederkosten en de prijzen van zaai- en pootgoed. Beleidskeuzes joegen dan weer de kosten voor meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen de hoogte in. Ook de krapte op de arbeidsmarkt laat zich steeds meer voelen. De Vlaamse land- en tuinbouwsector slaagt er niet in om deze stijgende kosten snel door te rekenen naar de volgende schakels in de voedselketen".
Mede hierdoor blijft de rentabiliteit voor 2019 onder het vijfjarig gemiddelde. Door de sterke prijsdalingen daalt vooral de rentabiliteit van appelen en peren fors.
De BB merkt daarbij op dat land- en tuinbouwers zich steeds meer specialiseren en dat dit niet alleen voordelen maar ook risico's inhoudt. "Concreet is er nood aan meer samenwerking, en het delen van kosten en risico's, doorheen de keten en meer maatwerk in een consequent beleid."
Europees Parlementslid Hilde Vautmans (Open Vld) reageert: “De jaarresultaten zijn een goede graadmeter over hoe het met de landbouwsector gesteld is. Wat me in de raming van dit jaar vooral zorgen baart, zijn de wederom slechte jaarresultaten van de fruit-, suiker-, en rundvleessector. Zowel structurele problemen, stijgende directe kosten, de gevolgen van de extreme weersomstandigheden als slechte prijsvorming wegen zwaar door op onze boeren, met grote verliezen tot gevolg. Hierdoor wordt het voor vele boeren steeds moeilijker om te kunnen leven van de stiel. Eerder nog dan algemene cijfers over de gehele omzet of de omzet per sector, is het voor mij belangrijk dat we kijken of onze landbouwers de begunstigden zijn en eerlijke prijzen krijgen voor hun producten. Beter loon naar werk dus, daar draait het mij vooral om.”
Het rapport toont grote verschillen onder de gemiddelde jaarresultaten wat betreft specialisaties, sectoren en regio’s. Om de aanhoudende moeilijkheden in de landbouwsector daadkrachtig te bestrijden, is voor Vautmans een beleid op maat cruciaal.
“De verschillen en aanhoudende problemen in sommige sectoren tonen nog maar eens aan dat het in het belang is van de boeren om gerichter te werk te gaan. Dat hebben we ook in Europa goed begrepen: in het nieuwe Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid is flexibiliteit het sleutelwoord. Lidstaten en boeren hebben namelijk eigen uitdagingen, middelen en mogelijkheden. Zeker aangezien we het in het volgende GLB met een lager budget moeten doen, is het cruciaal dat budgetten efficiënter worden ingezet. Deze nieuwe opzet zal onze boeren alleen maar ten goede komen.”, besluit Vautmans.