De voorzitter
De heer Danen heeft het woord.
Johan Danen (Groen)
Ik ben blij dat ik de eerste vraag in deze commissie mag stellen aan mijn provinciegenoot, minister Demir. Mijn vraag gaat echter wel over een thema dat onze provincie overstijgt, namelijk de waterstand van de Maas. Het heeft de laatste weken natuurlijk erg hard geregend, maar we mogen problemen of thematieken niet afmeten aan twee weken regen of twee weken droogte. Het gaat over de structurele droogte van de Maas, wat geregeld voorkomt. Zeker in de periode van juli tot september was dat heel manifest.
Als we het meest recente KMI-kaartje (Koninklijk Meteorologisch Instituut) van de droogte-index bekijken, voor de periode van eind juni tot eind september, valt onmiddellijk op dat Vlaanderen en België erg bruin kleuren. De huidige toestand in Vlaanderen varieert tussen droog en extreem droog en dat is geen goed nieuws voor de stand van ons grond- en oppervlaktewater.
De aanhoudende droogte laat zich ook stilaan voelen op een aantal Vlaamse waterwegen. Door de extreem lage waterstand van de Maas – met een debiet van slechts 35 kubieke meter per seconde in plaats van de gebruikelijke 250 kubieke meter per seconde ter hoogte van Luik – worden onder andere het Albertkanaal en de Kempense kanalen minder gevoed. Ik merk dat het debiet van de Maas vandaag ook nog niet van dien aard is om daar erg positief over te zijn. Nu is dat 33 kubieke meter per seconde, maandag was dat 51 kubieke meter per seconde. Dat is dus ver onder de waarde die als normaal wordt beschouwd.
Het gegroepeerd schutten van schepen, vaar- en diepgangbeperkingen op de Kempense kanalen en het continue opwaarts terugpompen van water, moeten de bevaarbaarheid blijven garanderen. Maar ook het gedeeltelijk dichtzetten van watercaptaties bestemd voor landbouwirrigatie en natuur is een maatregel die nogal eens genomen wordt. De drinkwatervoorzieningen zijn gelukkig nog niet in het gedrang gekomen, volgens het meest recente verslag van de Droogtecommissie, van 18 september jongstleden.
Minister, volgens de droogtecommissie komt de drinkwaterwinning uit de betreffende oppervlaktewaters nog niet in het gedrang. Hoe lang kan die vorm van drinkwaterwinning nog gegarandeerd worden, als de droogtetoestand niet snel wijzigt? Nu is de toestand weliswaar iets beter dan beschreven in mijn oorspronkelijke vraag, die dateert van een paar weken geleden, maar de situatie is nog niet van dien aard om positief te zijn, met een debiet tussen 33 en 51 kubieke meter per seconde, terwijl het 240 of 250 kubieke meter per seconde zou moeten zijn. Dat is dus een vijfde van het debiet, wat op zich geen goede situatie is, zeker als we zien dat het de laatste weken toch veel geregend heeft.
Er zouden een aantal watercaptaties bestemd voor landbouwirrigatie en natuur gedeeltelijk dichtgezet zijn. Hoeveel watercaptaties bestemd voor landbouwirrigatie en natuur zijn er gedeeltelijk dichtgezet? Waar bevinden die zich? Werden die maatregelen afgestemd met de betrokken landbouwers en natuurbeheerders? Hoelang blijven de maatregelen minstens van kracht, als ze dat op dit moment nog zijn?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Mijnheer Danen, ik ben ook heel blij dat u mij als gouwgenoot de eerste vraag stelt in deze commissie. Ik ga proberen om zo nauwkeurig mogelijk op uw vraag te antwoorden.
We hebben deze zomer inderdaad een lange droge periode gekend. Intussen kan ik u meedelen dat de situatie voor de drinkwaterbevoorrading gelukkig weer genormaliseerd is. Om droge periodes te kunnen overbruggen, hebben de drinkwaterwinningen die afhankelijk zijn van het oppervlaktewater van de Maas, grote spaarbekkens. Die hebben een reservecapaciteit van 4,5 miljoen kubieke meter voor de noorderproductie van water-link en 1,8 miljoen kubieke meter voor haar zuiderproductie. Die reservecapaciteit is momenteel volledig ter beschikking, maar door de lange droogte was het deze zomer inderdaad wel noodzakelijk om maatregelen te treffen. Zo heeft water-link in samenspraak met De Vlaamse Waterweg op 24 september 2019 maatregelen genomen vanwege de lage afvoer van de Maas. Water-link verminderde haar afname uit het Albertkanaal met 1 kubieke meter per seconde, van 5 naar 4 kubieke meter per seconde. De andere watermaatschappijen namen 0,5 kubieke meter per seconde minder af van water-link. Water-link zou die werking gedurende 52 werkdagen kunnen aanhouden door zijn spaarbekken aan te spreken. In de praktijk heeft die situatie 8 dagen geduurd, van 24 september tot 1 oktober 2019. Maar we moeten erop voorbereid zijn dat dergelijke periodes van lange droogte in de toekomst vaker zouden kunnen voorkomen.
Daarom is er een hefboom in het regeerakkoord opgenomen die vooropstelt dat we een strategisch plan Waterbevoorrading moeten uitwerken, vertrekkend van het Actieplan Droogte en Wateroverlast. We leggen sterk de nadruk op waterbesparing, slim watergebruik, het sluiten van waterkringlopen en het gebruik van alternatieve waterbronnen. Met het strategisch plan Waterbevoorrading zal ik in de komende maanden aan de slag gaan, waarna het opnieuw ter bespreking naar het parlement gebracht kan worden. Ik moet er zo snel mogelijk werk van maken, want ik wil niet de minister zijn die zal meemaken dat de mensen geen water meer hebben, als ze hun kraan opendraaien. Ik besef dat er een zekere druk op zit.
Onze drinkwaterbedrijven hebben zich ook voorbereid op mogelijke risico’s in de toekomst. Ze beseffen dat de huidige beschikbare reserves in de toekomst onvoldoende kunnen zijn om de watervoorziening te blijven garanderen. Zo investeren de drinkwaterbedrijven samen in het grote project Aquaduct, zodat ze onderling beter water kunnen uitwisselen en zo mogelijke tekorten binnen één regio kunnen opvangen. Zo is er reeds een project in uitvoering om de productie-infrastructuur van water-link en Pidpa onderling te verbinden.
Momenteel worden er verschillende bijkomende concepten uitgewerkt naar alternatieve waterbronnen. Zo wordt de productiecapaciteit van water-link in Oelegem aangepast om tot 1,5 kubieke meter per seconde brak water te kunnen verwerken. Ook investeert FARYS in Oostende in een grote drinkwaterproductie-installatie op basis van brak water. De diverse waterbedrijven hebben ook al projecten lopen naar verregaande zuivering en hergebruik van afvalwater, zodat er netto minder leidingwater verbruikt moet worden.
Zoals ik al zei, is het voor mij en de Vlaamse Regering een prioriteit om belang te hechten aan de waterbevoorrading. Ik zal daar in de komende maanden en jaren werk van maken.
Voor uw tweede vraag moet ik verwijzen naar een andere gouwgenoot, Lydia Peeters. Die vraag heeft namelijk vooral betrekking op haar bevoegdheden, zoals de captaties van De Vlaamse Waterweg waarnaar u verwijst.
De voorzitter
De heer Danen heeft het woord.
Johan Danen (Groen)
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Toen het de laatste dagen of weken heel hard aan het regenen was, vroeg ik mij af of mijn vraag nog relevant was. Ze is echter relevanter dan ooit, omdat het debiet van de Maas in Visé vandaag 33 kubieke meter per seconde is terwijl dat normaal 240 kubieke meter per seconde is. Maandag was het debiet 51 kubieke meter per seconde. Het varieert dus ook wel een beetje, maar het is dus ongeveer een vijfde, een zesde of een zevende van wat normaal is.
Ik zou u echt willen oproepen om daar aandacht voor te hebben en in contact te treden met het Waalse Gewest en Nederland. Nederland capteert immers ook drinkwater van de Maas. Alle problemen hangen wat samen.
De draagwijdte van deze vraag is natuurlijk te klein om alle problemen die met drinkwater of droogte te maken hebben, te bevatten. Ik zou u wel echt willen oproepen om daar aandacht voor te hebben en om nog harder werk te maken van de droogtecommissie dan dat de laatste weken of maanden is gebeurd. Ik stel vast dat er de laatste jaren, behalve vorig jaar en dit jaar, rond water en droogte in dit parlement en de samenleving relatief weinig is gebeurd. Het is dus belangrijk om daar hard op in te zetten, omdat het substantieel is voor tal van sectoren, zoals de landbouw, maar ook voor de drinkwaterproductie en het samenleven in Vlaanderen. Het is belangrijk dat onze drinkwaterreserves worden aangevuld en de grondwaterstand fatsoenlijk is. We moeten daar aandacht voor hebben. Ik reken op u om daar in de komende maanden en jaren een schop onder te geven.
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Minister, wat de heer Danen aangeeft, is de realiteit. Vorig jaar kon je gewoon door de Maas wandelen. Het is een regenrivier pur sang, maar als je ernaar kijkt tussen Maastricht en Maasbracht, dan lijkt het soms wel een beek.
Nu, de Maas wordt bijna volledig gebruikt voor drinkwater. De helft van Antwerpen drinkt Maaswater. De kanalen aan Nederlandse kant en aan Belgische kant gebruiken Maaswater. Als het heel veel regent, zien we dat in het noorden van Frankrijk de rivier niet het volume heeft dat ze normaal moet krijgen. Ook de beken en zijrivieren leveren niet voldoende water om genoeg debiet te geven aan de Maas.
Er worden ook veel andere maatregelen genomen voor het drinkwater. Voor drinkwater wordt ook een groot deel van de Mechelse Heide gebruikt. Het proefstation van Ecotron in Maasmechelen is ook opgezet voor heidebegroeiing, maar voornamelijk voor drinkwater.
Aan de andere kant zien we dat er op andere plaatsen in Limburg honderden hectare bomen worden gekapt, wat op andere vlakken een negatief effect heeft. Er zijn dus tal van zaken die moeten worden opgevolgd om dat op te lossen.
Een bijkomend probleem tussen Maasmechelen en Maasbracht is de zeer lage waterstand omdat de bedding gedeeltelijk droog staat. Daardoor komen bepaalde stoffen vrij. Met DSM, een grote chemische fabriek in Nederland, hebben we in het verleden ook al problemen gehad met overstort of lozingen. Bij zeer laag debiet dreigt dat toch problematisch te worden in de toekomst. Een onderwerp als dit zal hier nog geregeld aan bod komen.
De voorzitter
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Gwenny De Vroe (Open Vld)
Minister, in het verleden hebben we het in deze commissie al vaak gehad over droogte en wateroverlastproblemen, en structurele maatregelen die broodnodig zijn. Mijn fractie heeft dat al vaak aan bod gebracht in deze commissie. Het principe van eerst vasthouden, bergen en dan pas afvoeren, werd in een resolutie opgenomen. Die resolutie dateert al van juni 2011.
Ik wil deze resolutie graag onder uw aandacht brengen omdat u als nieuwe minister bevoegd bent voor deze materie. De toenmalige meerderheid en mijn fractie, die toen in de oppositie zat, hebben dat ondertekend. Het is een werkstuk dat u zeker even moet nalezen. Het was ook de goede gewoonte in deze commissie om op regelmatige basis terug te koppelen naar de vorderingen inzake die resolutie. Dat is ondertussen al enige tijd geleden. Het is dus nuttig om dit weer even ter harte te nemen.
Minister, uiteraard ben ik heel tevreden dat ook in het regeerakkoord over deze problematiek wordt gesproken, en dat er een goede passage is opgenomen over het actieplan. Het strategisch plan waterbevoorrading zal worden uitgewerkt. Ik ben heel tevreden dat u in deze commissie zegt dat u daar al mee wilt beginnen in de komende maanden. Ik zal dit dan ook vanuit het parlement van heel nabij opvolgen.
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Met de opmaak van het strategisch plan waterbevoorrading zullen we ons net als met het droogteplan bezighouden. We zullen uiteraard rekening houden met de resolutie van 2011 waar u naar verwijst. We hopen dat we een aantal elementen daaruit kunnen meenemen.
De voorzitter
De heer Danen heeft het woord.
Johan Danen (Groen)
We hebben het nu voor het eerst over droogte en water. Dat zal inderdaad niet voor het laatst zijn. Het is een heel belangrijke thematiek. In 2011 was er een resolutie. Ik zit in het parlement sinds 2014. In de eerste jaren daarna zijn we helemaal niet bezig geweest met water. Het is echt nodig om dat in de komende jaren wel te doen, want water is superbelangrijk. Het is dan ook belangrijk om in de komende maanden en jaren daarin een aantal stappen vooruit te zetten.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.