|
18 okt 2019 |
08:24 |
|
Op zoek naar schone lucht
De resultaten van CurieuzeNeuzen Vlaanderen, het burgeronderzoek naar luchtkwaliteit dat deze krant voerde met de UAntwerpen en de Vlaamse Milieumaatschappij, leverden gemengde gevoelens op. De concentraties van stikstofdioxe (NO2), een indicator voor verkeersvervuiling, variëren sterk van straat tot straat. Groene bollen leidden tot opluchting, rode tot tandengeknars.
|
Maar daarmee is niet het hele verhaal verteld. We zitten niet de hele dag op onze dorpel. Om een zicht te krijgen op onze blootstelling doorheen de dag, doken onderzoekers van de UHasselt en HIVA opnieuw in de dataset. Ruim 5.000 mensen – een kwart van de oorspronkelijke deelnemers – beantwoordden vragen over waar ze werken of naar school gaan, de tijdstippen waarop ze zich verplaatsen en hoe ze dat doen. Hun CurieuzeNeuzen-resultaten thuis werden gekoppeld aan de luchtkwaliteit langsheen de route die ze nemen, en op de plek van hun bestemming.
Als je de nieuw berekende blootstelling van de deelnemers weergeeft, verandert de kleur van de stippenkaart. De kaart wordt homogener, de blauwe bollen (zeer goede luchtkwaliteit) zijn nagenoeg verdwenen. De gemiddelde ‘dynamische’ blootstelling van de deelnemers ligt hoger (24,1 µg/m3) dan de gemiddelde ‘statische’ meting aan hun woning (22,8 µg/m3). Tegelijk daalt het aantal meetpunten waar de Europese grenswaarde van 40 µg/m3 wordt overschreden. Mensen met een hoge waarde aan hun woning, verlagen hun blootstelling door zich doorheen de dag te verplaatsen naar plekken met lagere concentraties. En omgekeerd: een lage concentratie thuis geeft meestal een hogere dynamische blootstelling. Het verschil tussen stad en platteland wordt dus kleiner.
Er zijn zelfs deelnemers die over de hele dag beschouwd van positie wisselen. Iemand die in het groen op het platteland woont, maar elke dag met de wagen naar Brussel of Antwerpen pendelt, kan slechter af zijn dan iemand die in een drukke straat in de stad woont, maar met de fiets gaat werken in een autoluwe buurt.
Een opmerkelijk voorbeeld van het verschil tussen statische en dynamische luchtvervuiling zien we in de Antwerpse rand. De groene, residentiële gemeenten zoals Kapellen, Brasschaat of Zoersel kleuren op de kaart met de dynamische blootstelling veel geler. De dynamische blootstelling van de deelnemers ligt er 20 tot ruim 30 procent hoger dan de waarde gemeten aan hun huis. Het verschil met de Antwerpenaren wordt kleiner. Concreet: het statische verschil tussen de gemiddelde concentratie in Antwerpen (33,7 µg/m3) en die van pendelaars uit de rand (23,6 µg/m3) bedraagt 10 microgram. Als we de dynamische blootstelling van Antwerpenaars (33,2 µg/m3) vergelijken met die van de randbewoners (27,5 µg/m3), zakt het verschil naar 5 microgram. Een vergelijkbaar fenomeen zien we in de Brusselse rand, en in mindere mate in die van Gent.
Vermoedelijk is het effect van de dynamische blootstelling nog groter. Vooral de impact van de auto wordt in deze studie onderschat. ‘Dat komt omdat we geen rekening hielden met het directe effect van files, waar hoge concentraties ontstaan tussen aanschuivende wagens, en met het feit dat luchtvervuiling zich opstapelt in de wagen’, zegt Evi Dons (UHasselt). ‘Ook de hoeveelheid ingeademde lucht lieten we buiten beschouwing. Onderweg, zeker met de fiets of te voet, ademen we dieper dan thuis, waardoor het aandeel van de concentraties buitenshuis in werkelijkheid hoger zal zijn. De berekening gaat er ook gemakshalve van uit dat mensen rechtstreeks van het werk naar huis gaan, en geen omwegen maken om bijvoorbeeld boodschappen te doen of kinderen op te halen.’
Vijf procent van de deelnemers aan CurieuzeNeuzen gaf na de bekendmaking van de resultaten vorig jaar aan dat ze overwogen te verhuizen. Uit deze studie blijkt dat dat weinig zin heeft, zegt Dons. ‘Je zou je blootstelling aan luchtvervuiling maar een beetje verbeteren. Zeker als je dan vaker in de auto zit en naar een werkplek met verhoogde concentraties pendelt, bereik je er weinig tot niets mee. Integendeel. Je draagt bij tot nog hogere concentraties voor anderen.’
Luchtkwaliteit is ook meer dan NO2, zegt Filip Meysman (UA). ‘Als je op het platteland gaat wonen naast iemand die hout stookt, neemt je blootstelling aan fijn stof toen waardoor de gezondheidswinst aan NO2 verloren gaat.’
Dit onderzoek ondersteunt vooral het pleidooi om overal de luchtkwaliteit te verbeteren. ‘Het zet ook maatregelen als een lage-emissiezone in een ander daglicht’, zegt Dons. ‘Vaak protesteren mensen van buiten de stad wanneer ze met hun vervuilende wagen de stad niet meer binnen mogen. Maar ook zij varen daar wel bij wanneer ze er werken of winkelen.’
|
|
|
|