“De betonvloer is vloeistofdicht en voorzien van een systeem om sapverliezen, merendeels uit nat uitgangmateriaal, op te vangen, hetgeen verplicht is door Vlarem II. De overkapping maakt dat dit los staat van het regenwater. We kunnen nu 50.000 liter afvalwater opslaan en hergebruiken in het composteringsproces, voor herbevochtiging van de hopen.”
ILVO heeft in Vlaanderen een unieke positie in het onderzoek naar boerderijcompostering. 15 jaar onderzoek en vier meerjarige veldproeven tonen het potentieel van compost als bodemverbeteraar. Compostexpert Koen Willekens: “Compost verhoogt het organische stofgehalte of houdt het op peil, gaat bodemverzuring tegen, brengt alle nodige plantenvoedingsstoffen aan met een laag risico op uitspoeling en bevordert het bodemleven, wat de bodem op termijn weerbaarder maakt tegen ziektes. Dat alles maakt dat wij finaal makkelijk 15 % meer gewasopbrengst (oogst) meten op gecomposteerde akkers, in vergelijking met vb. stalmest.”
Een volwaardige infrastructuur
De eerste bouwfase van de compostsite – een 30 cm dik vloeistofdicht betonnen platform in open lucht, onder helling (2%) en met eveneens een gescheiden opvang van hemelwater en afvalwater – dateert van 2014. Deze tweede fase sluit daar naadloos op aan. ILVO beschikt nu over een volwaardige infrastructuur waar je volgens de regels van de kunst en van de wet kan produceren, namelijk uit organische reststromen rijpe en biologisch rijke compost maken. ILVO is vergund om te werken met alle mogelijke plantaardige stromen, en ook met vaste dierlijke mestproducten, ook deze die afkomstig zijn van mestvergisters. “Voortaan kunnen we in ons onderzoek naar recepturen en kwaliteitsverschillen van compost nog beter dan voorheen de uitgangsmaterialen gescheiden houden. Dat is belangrijk om op een juiste manier mengsels samen te stellen en metingen te doen”, zegt compostonderzoeker Koen Willekens.
15 jaar compostonderzoek en ‘grond,grond,grond’
ILVO focust in zijn plantaardig onderzoek al een hele periode op bodemkwaliteit en duurzame bodemverbetering. “Grond, grond, grond werd een adagium, waarin de bodemonderzoekers de eerste viool spelen”, zegt administrateur-generaal Joris Relaes op de officiële opening. Wij vragen met onze hoogproductieve landbouw veel van onze landbouwbodems. Maar we moeten er dan ook goed zorg voor dragen: een humusrijke bouwlaag met een goede water- en luchthuishouding, het juiste nutriëntenevenwicht en een gezond bodemleven, dat krijg je niet vanzelf.”
ILVO is in Vlaanderen voortrekker wat betreft het onderzoek naar boerderijcompostering. Om de effecten van compost op bodemkwaliteit en opbrengst te kwantificeren heb je – meer dan bij andere bemestingsvormen – lange termijn veldproeven nodig. Van die langlopende experimenten met boerderijcompost – met behandelingen tot 10 jaar op rij – zijn er inmiddels vier afgerond of lopende, zowel in biologische als gangbare teeltsystemen.
Aangetoond is inmiddels dat compost, in vergelijking met andere bemestingsvormen, dé beste bodemverbeteraar is. Je kan er zeker 15 % meer opbrengst mee bereiken, naast alle andere meerwaardes. Want herhaalde composttoepassing op een landbouwbodem:
- verhoogt het organische stofgehalte of houdt het op peil (de humus zorgt voor meer behoud van vocht en nutriënten, een betere bodemstructuur, ten gunste van een betere beworteling van gewassen,…)
- heeft een bekalkende waarde (buffert of verhoogt de pH) waardoor de landbouwer kalkmeststoffen kan uitsparen
- bevordert de nuttige bodemorganismen (bacteriën, schimmels, nematoden, …). Een actiever en meer divers bodemleven verhoogt de ziekteweerbaarheid van de bodem, hetgeen kan resulteren in een lagere behoefte aan gewasbeschermingsmiddelen.
- brengt het hele gamma plantenvoedingsstoffen aan maar met een lager risico op verliezen dan bij en na toepassing van sommige mestproducten. ILVO toonde ook wel aan dat herhaalde toepassing van compost de fosforreserve in een bodem (nog) doet toenemen, en die is al hoog – te hoog – op sommige percelen.
Boerderijcompost maken vergt stiel en analyse
Een stabiele compost maken duurt een drietal maanden. Daarna rijpt hij nog verder en kan hij op elk moment toegepast worden om de bodem te verlevendigen. ILVO benut in zijn boerderijcompostering meerdere types uitgangsmateriaal: vers grasmaaisel, allerhande groenafval, stroachtig materiaal (bv graszaadhooi, graanstro), houtsnippers en houtschors. Daarnaast werd ook geëxperimenteerd met afgewerkte teeltsubstraten uit de tomaten- en aardbeienteelt, heidechopper, vlaslemen, mestproducten en schoningsafval van openluchtgroententeelt (prei, kool- en wortelresten). Vooral in de eerste weken vergt boerderijcompostering veel aandacht. Koen Willekens: “In de eerste fase gaan we minstens 3 keer per week door de ril met de compostkeerder. Door de oplopende temperatuur verdampt er veel vocht. Bij elke keerbeurt in die eerste fase voegen we per ril van 50 meter tot 2.000 liter vocht toe, water dat eerder van de site afstroomde en werd opgevangen.”
Of het risico bestaat dat er door percolerend vocht onder de ril puntvervuiling van de bodem of uitspoeling van nutriënten optreedt? Willekens: “Dat valt veel beter mee dan eerst gedacht of gevreesd. Bij stalmestopslag op de kopakker wàs al aangetoond dat de hoeveelheid stikstof die uit de hoop in de toplaag van de bodem terechtkomt zeer beperkt is en dat bij opmengen van de mest met beheerresten dat risico nog verkleint. Bij compostbereiding met zuiver plantaardig materiaal en een voldoende aandeel houtig materiaal mag je hetzelfde verwachten.”
Is de landbouwsector (al) mee?
“Onze resultaten, ook die over een significante meeropbrengst van het gewas, zijn aan het doorsijpelen in de sector. Wij zien de mindset veranderen”, zegt Joris Relaes. “In MAP6 werd de definitie van boerderijcompostering verbreed om de lokale verwerking van reststromen, inclusief deze vanuit natuurgebieden, te faciliteren. Meer en meer mogen en kunnen we ondersteunend optreden voor lokale initiatieven her en der in Vlaanderen. Dat zijn alvast stappen vooruit in de richting van meer circulair handelen”
De brede opschaling mag/moet nog volgen. Wie weet zou een systeem van carbon credits (in het kader van een klimaat-landbouwbeleid), zoals ingevoerd in Oostenrijk, een duw in de rug kunnen geven van een verbeterde teelt- en bemestingspraktijk, met kennis van zaken over welke gronden en teeltsystemen welk composttype aan welke dosering behoeven.
Contact
Koen Willekens, ILVO compostexpert: koen.willekens@ilvo.vlaanderen.be, 0485 17 93 91
Greet Riebbels, ILVO communicatie: greet.riebbels@ilvo.vlaanderen.be, 0486 26 00 14
ILVO opende de vernieuwde composteringssite op 10 oktober 2019 in het bijzijn van de pers. Nadien werd een 100-tal beleidsmakers, onderzoekers, landbouwers en compost- en digestaatproducenten ontvangen voor een infonamiddag over het potentieel van compost en digestaat als meststof en bodemverbeterend middel. Die infonamiddag werd georganiseerd door ILVO samen met UGent, PCG, Vlaco en de Provincie Oost-Vlaanderen (Steunpunt Erosie). Onderzoekers van ILVO, UGent en PCG gaven toelichting bij 3 meerjarige veldproeven.